Ik ben een fervente treinreiziger. Gemiddeld 5 dagen per week maak ik een treinreis, bevind ik mij op stations en loop door een spoorzone. En zelfs in mijn vakanties reis ik graag per trein. Het is voor mij een perfecte manier om mij van A naar B te verplaatsen, van het landschap genietend, lezend, koffiedrinkend of bijpraten met collega’s. Ik vond het daarom extra bijzonder om eind mei aanwezig te zijn bij een symposium over kunst op de Nederlandse stations georganiseerd door Bureau Spoorbouwmeester. Het symposium was ter gelegenheid van de presentatie van het boek en de website over kunst op stations, een inventarisatie waar lang aan was gewerkt.
Non-plaatsen
Het symposium ging ook over het belang van kunst in onze openbare ruimte. Daarbij werd de theorie van Marc Augé aangehaald. Augé, een Franse antropoloog, is met name bekend om zijn studie Non-lieux: introduction à une anthropologie de la surmodernité, waarin hij omgevingen zoals stations, vliegvelden en hotels omschrijft als ‘non-plaatsen’. Deze plekken zien er overal ter wereld hetzelfde uit en iedereen is er slechts tijdelijk. De toename van non-plaatsen, een onvermijdelijk gevolg van wat Augé de ‘supermoderniteit’ noemt, heeft volgens hem vergaande gevolgen voor onze samenleving, omdat non-plaatsen veel menselijke interactie overbodig maken en daardoor een nieuwe vorm van eenzaamheid veroorzaken. Maar, was de conclusie tijdens het symposium, juist kunstenaars kunnen een kwaliteit aan de omgeving toevoegen waardoor die een eigen identiteit krijgt, kunnen een ziel aanbrengen in de ruimte waardoor die herkenbaar wordt en weer een menselijke maat krijgt.
Kunst in openbare ruimte
Ik kan natuurlijk niet anders dan die conclusie onderschrijven, sterker nog hij is mij op het lijf geschreven. Dit is waar wij bij Kunstloc al jarenlang voor pleiten: schakel kunstenaars in bij het inrichten van onze publieke ruimte! Laat ze vanaf het begin meedenken en creëer fysieke en financiële ruimte voor kunst. En maak van non-plaatsen plaatsen die herkenbaar zijn en aangenaam om te verblijven. In het boek en op de website van Bureau Spoorbouwmeester staan meer dan 300 mooie voorbeelden van kunstwerken in de openbare ruimte. Kunstwerken die we lang niet altijd bewust waarnemen, waar soms bij toeval je oog op valt maar die we zeker zouden missen als ze er niet zouden zijn. Want dan wordt zo’n station ineens een kale, anonieme plek.
Kunstopdracht
Het was een leuke verrassing om bladerend door het boek ook een kunstopdracht te ontdekken die vorig jaar door Kunstloc is begeleid in opdracht van de gemeente Oisterwijk. Studio Maarten Kolk & Guus Kusters maakte een kunstwerk voor de nieuwe spoortunnel die het oude centrum van Oisterwijk verbindt met het KVL-terrein. De opdracht was om de bijzondere kwaliteiten van Oisterwijk en omgeving te verbeelden. Maarten Kolk en Guus Kusters lieten zich vervolgens inspireren door het rijke vogelleven aldaar. Wat ook een prominente plaats in het boek heeft gekregen is het prachtige glasmozaïek van Piet Buys uit 1965 op het station van Tilburg dat ik nu ineens weer veel bewuster waarneem. Wat zou het goed zijn als daar nog een monumentaal hedendaags kunstwerk aan wordt toegevoegd ter ere van alle bouwwerkzaamheden in de Tilburgse spoorzone!
Kunstloc Brabant vindt het belangrijk om kunst en cultuur in te zetten in andere maatschappelijke sectoren zoals zorg, welzijn en ruimtelijke ordening. We zijn ervan overtuigd dat de inbreng van kunstenaars een innoverende rol kan spelen bij het realiseren van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Maar hoe werkt dit in de praktijk? En welke rol speelt Kunstloc hierbij? Liesbeth Jans, programmaleider Verbinden van Kunst & Samenleving, schrijft er maandelijks een blog over.
Meer weten over kunstopdrachten?
Neem contact met mij op.