Anders dan gewone subsidies met een checklist en harde eisen, begon de impulsgeldenregeling in 2013 als een proeftuin. Natuurlijk zijn er voorwaarden, het gaat tenslotte om overheidsgeld, maar er is ruimte voor maatwerk, voor experiment, voor cross-overs.
Geschreven door Iris Molenkamp
Het maatwerk werd de afgelopen jaren uitgevoerd door bkkc. In opdracht van de Provinciale Staten van Noord-Brabant verdeelde bkkc ruim 9 miljoen euro over meer dan 145 projecten. Bkkc grijpt deze gelegenheid aan om terug te kijken. Want het impulsgeldenprogramma 2013-2016 heeft veel opgeleverd. In dit artikel worden de cijfers op een rij gezet en aangevuld met de meest inspirerende voorbeelden.
Een opfrisser
De impulsgeldenregeling bestaat uit drie aparte financieringsinstrumenten: impulsgeldenaanvraag, kennisvoucher en crowdfunding. Het meeste geld gaat naar de reguliere aanvragen voor impulsgelden. Je kunt een aanvraag doen voor maximaal 50% van de kosten van je project. Een kennisvoucher wordt ingezet voor het aanvragen van kennis en expertise, waarin het veelal om kleinere bedragen gaat. Een heel andere vorm van financiering is crowdfunding, daarbij gaat het naast financiering ook veel meer over het creren van draagvlak.
Elk instrument binnen het impulsgeldenprogramma dient uiteindelijk hetzelfde doel: duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem. Financiering met blijvend effect en geen eenmalige projectsubsidie.
Reguliere impulsgeldenaanvraag
Terug naar de reguliere impulsgeldenaanvraag: zo'n aanvraag werd de afgelopen vier jaar (formeel) 405 keer gedaan. Van die 405 aanvragen zijn er 381 gepitcht voor een onafhankelijke jury. 149 projecten kregen een positief juryadvies en een uiteindelijke toekenning uit de impulsgelden. Bij elkaar ontvingen deze projecten ruim 9 miljoen euro uit naam van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Minimaal eens zoveel werd genvesteerd door andere financiers. Onder meer het vernieuwende We Are Public, filmleer- en werkplaats Brabantse Beauties en breakdancecrew The Ruggeds ontvingen een impulsbijdrage. Maar ook projecten op het snijvlak van kunst en zorg (Oro | Studio Puur), kunst en agricultuur (FoodlabPeel) en kunst en veiligheid in de publieke ruimte (Temmende Terrassen).
Kennisvoucher
Niet alle resultaten zijn in cijfers te vatten. Dat geldt zeker voor de uitkomsten van een kennisvouchertraject. De kennisvoucher is een geldbedrag waarmee een maker of culturele organisatie een coach of expert inschakelt voor het versterken van het eigen cultureel ondernemerschap. Een kennisvouchertraject is intensief en is gericht op een concrete leervraag. De uitkomst ligt niet van tevoren vast. Tijdens zo'n traject wordt stil gestaan bij structurele vragen waar normaal gesproken niet altijd ruimte, tijd of geld voor is. Vrijwel zonder uitzondering geven deelnemers aan dat een kennisvoucher wordt ingezet voor structurele verandering, voor de lange termijn. Het effect moet nog jaren doorklinken. En dat is het uiteindelijke doel van de impulsgelden: het structureel versterken van het culturele veld, lang nadat de subsidie zelf is verstrekt.
Crowdfunding
Ook crowdfunding is een mogelijkheid binnen het impulsgeldenprogramma. Crowdfunding is wellicht de meest ultieme vorm van cofinanciering: tientallen (tot zelfs duizenden) mensen leggen samen een bepaald bedrag bij elkaar om een project mee te financieren. Als je met crowdfunding je streefbedrag behaalt, doen de impulsgelden daar nog een schepje bovenop. Je krijgt namelijk een bijdrage van 30% van het totaal te financieren bedrag. Tussen 2013 en 2016 ondersteunde bkkc 130 projecten met een bijdrage en met advies. Het gemiddelde slagingspercentage van de crowdfunding campagnes ligt op 89%.
Op vlieghoogte brengen
Veel Brabantse projecten die impulsgelden hebben ontvangen, werden vervolgens gehonoreerd door gemeenten, landelijke fondsen, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, provincie en Brabant C.
Een mooi voorbeeld is het dansgezelschap Panama Pictures onder leiding van Pia Meuthen, die een structurele toekenning voor 2017-2020 kregen van het Landelijke Fonds Podiumkunsten. Denk aan de Biënnale Kunst in de Heilige Driehoek, die na een bijdrage uit de impulsgelden ook een bijdrage kregen van 120.000 euro uit de Regeling Opdrachtgeverschap van het Mondriaanfonds. Of FoodlabPeel, waarbij boeren en kunstenaars samenwerken om maatschappelijke vraagstukken in de Peel op te lossen. De samenwerking bevalt de deelnemers zo goed dat ze blijven samenwerken, ook nadat de impulsfinanciering is afgelopen.
Matthijs Rolleman begon een crowdfunding campagne voor zijn afstudeershow Golden Cage en ontwikkelde het concept inmiddels door tot een album met twee videoclips en een lessenpakket voor (middelbare) scholen. Een indicatie dat de impulsgelden daadwerkelijk bijdragen aan het verder brengen van organisaties en makers.
Impulsgelden 2017-2018
In 2017 en 2018 wordt het impulsgeldenprogramma voortgezet. Veel lijkt hetzelfde. Nog steeds zijn de impulsgelden bedoeld om de Brabantse kunst- en cultuursector structureel te versterken. Ook is er in de impulsgelden nog steeds veel ruimte voor verbinding van kunst met andere sectoren.
Wat is er anders?
Toch zijn er een aantal belangrijke dingen gewijzigd. De aanvraagprocedure is vanaf nu sneller, duidelijker en transparanter. De aanvrager krijgt een belangrijke eigen verantwoordelijkheid voor het bepalen van de doorloop(snelheid) van zijn aanvraag. De rol van de uitvoeringsorganisaties als adviseur in de voorfase wordt nadrukkelijker facultatief. Daarnaast zijn de criteria heroverwogen en opnieuw geformuleerd.
Naast de professionele kunsten zijn de impulsgelden nu ook beschikbaar voor kunstprojecten op het gebied van amateurkunst, cultuureducatie en erfgoed. Bkkc voert de regeling uit, maar werkt daarin nauw samen met Kunstbalie en Erfgoed Brabant.