Deze week deel twee van onze nieuwe reeks! Eentje waarin Femme van den Berg op zoek gaat naar mensen die achter de schermen werken. Zij stelt hen de vraag: Welk onzichtbaar werk gaat er vooraf aan die voorstelling, die expo of dat concert? Deze keer loopt ze een dag mee met Marieke Bakker, hoofd Inspectie van philharmonie zuidnederland.
Geschreven door Femme van den Berg
Philharmonie zuidnederland
Vrijdag, einde middag. Op station Eindhoven koop ik een salade bij de AH to go. De communicatiemedewerker van philharmonie zuidnederland drukte me op het hart iets te eten mee te nemen. Vanavond is de seizoenopening van het orkest; Vurig voor oog en oor. Deze opening vindt plaats in het Muziekgebouw. En bij zo'n 'thuiswedstrijd' zorgt iedereen voor zijn eigen eten.
Doorlopen
Ik loop een avond mee met Marieke Bakker, 57 jaar, hoofd inspectie. Oftewel, degene die zorgt voor alle praktische zaken. Ze schudt me stevig de hand en start direct met een rondleiding. We lopen langs de binnen- en buitenring, podium, artiestenfoyer, bibliotheek, kleedkamers.
Marieke heeft een stevige tred. Haar lange, zwarte broek wappert wanneer ze door de gangen beent. Ik hobbel er zo snel mogelijk achteraan. Af en toe staat ze stil om een medewerker te woord te staan. Ze geeft restaurantreserveringen door, informeert over personeelskaarten, belt voor changementen en keurt de lengte van een broek - blote enkels zijn een 'no go' op het podium.
Het pand lijkt een doolhof. Vanuit de artiestenfoyer staan we ineens weer op het podium - terwijl dat in mijn hoofd toch echt op een andere verdieping was. Her en der worden instrumenten bespeeld. Dit zijn niet zomaar muzikanten, dit zijn musici. Ze spelen door elkaar heen. Ik sta ertussen en denk: 'Dít is nu kakafonie.' Precies op dat moment stoot Marieke me aan: 'Wat een kakafonie hè?'. Ik glimlach.
Beurse plekken
Marieke moet aan het werk. Ik kan weinig doen en lijk snel in de weg te lopen. Zo onopvallend mogelijk blijf ik in haar buurt. Er is een probleem met de lampjes van de muziekstandaarden. Marieke trekt eigenhandig kabels om het op te lossen en belt ondertussen met de techniek. Plots zet het orkest 'lang zal ze leven' in. Te midden van al het muzikaal geweld praat Marieke onverstoorbaar door in haar telefoon. Alleen haar gebaren worden groter.
We hebben nog even tijd tot de repetitie van 18:30. In hoog tempo reppen we het pand door. Mariekes benen lijken sneller te lopen dan zijzelf en ineens gaat ze onderuit, de trap af. Onmiddellijk staat ze op en, na het afkloppen van haar nette pak, lopen we door. In directe lijn naar buiten, naar de Kruidvat, op zoek naar Arnicazalf voor de beurse plekken. Het tempo is ondanks de val niet langzamer geworden.
Buiten vertelt Marieke over de periode dat ze zelf nog uitvoerend muzikant was. Strijker, was ze. Celliste in verschillende orkesten. Ze kreeg last van blessures en kwam de vacature bij de philharmonie - toen nog Het Brabants Orkest - tegen. Ze solliciteerde en bleef. Inmiddels werkt ze er 14 jaar. Vijf a zes dagen per week werkt ze op kantoor in Eindhoven en Maastricht, daarnaast bezoekt ze met regelmaat andere Brabantse steden. Ze is gestopt met het bijhouden van haar uren. Lange dagen zijn het, waar de reistijd van en naar haar woonplaats Amsterdam nog bijkomt. 'Maar daar heb ik voor gekozen, dus daar hebben we het niet over.' Ze klinkt beslist en passievol tegelijk. 'Wil je dit werk tot je pensioen blijven doen?' Ik kijk Marieke vragend aan. Fel sprankelende ogen kijken terug. Eigenlijk is dat antwoord genoeg. Ze bevestigt het alsnog: 'Ik zou iets minder productie moeten draaien. In dit tempo hou ik dat geen tien jaar meer vol. Maar het vak van orkestinspecteur is afwisselend en ik blijf dicht bij mijn oude vak als musicus, dat maakt het zo leuk. En ik ben een workaholic. Dus: Ja!'
Nette pakken
Terug op kantoor heeft orkestbode Maurice zich omgekleed. Het is voor het eerst dat ik een technicus in pak zie. Hij compenseert het enigszins met de zonnebril in zijn haar. Ondanks die zonnebril voel ik me opgelaten. Ik val uit de toon met mijn spijkerbroek en gympen. Mijn keuze voor die kleding - makkelijke kleding, voor als ik zou moeten helpen met sjouwen - blijkt de verkeerde.
Lang kan ik niet bij mijn spijkerbroek stilstaan, het is tijd voor actie. De zaal is volgestroomd en de musici zitten eendrachtig zwart - natuurlijk netjes tot aan de enkels - klaar. Eén stoel is leeg. We rennen de gang, pardon, buitenring, op. Daar komt de laatste musicus rustig aangelopen. 'Ik ben altijd de laatste,' giechelt ze. Marieke haalt even adem en begeleidt haar naar het podium. De dirigent staat klaar om op te gaan, het openingswoord wordt gehouden. De zaal hoort daar weinig van; de microfoon doet het niet. De technicus rent nog sneller dan Marieke zou doen en lost het op. We zijn begonnen.
Bloemen en een kruiswoordpuzzel
We kloppen aan bij de kleedkamer van solist Roger Muraro. Hij schrikt: 'Moet ik al op?' Wij hebben enkel zijn pianokruk nodig. Marieke vertelt dat zijn benen zo lang zijn, dat ze niet onder de piano passen. Daarom heeft hij in het Muziekgebouw een eigen pianokruk. Op maat gemaakt. Of, zoals Marieke zegt: 'Gewoon de poten er onderuit gezaagd.' Marieke wijst Roger Muraro erop dat hij via het beeldscherm in zijn kleedkamer het concert kan volgen. Hij glimlacht charmant en schudt zijn hoofd: 'Bedankt. Ik geef de voorkeur aan mijn kruiswoordpuzzel.'
Na de pauze kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en ga in de zaal zitten. Even twijfel ik of ik mijn salade mee kan nemen; er is nog geen tijd voor eten geweest. Ik besluit het niet te doen schakel om naar de toeschouwermodus. Ik zak wat dieper in mijn stoel en dompel me onder in de muziek. Het is bombastisch en licht tegelijkertijd.
Het applaus is lang. Ik sluip weer backstage. Daar vliegt Marieke de gangen door. Even wordt ze halt gehouden door solist Muraro. Hij geeft zijn gekregen bos bloemen aan Marieke. Niemand heeft die bos bloemen meer verdiend dan zij.