Vanwege het coronavirus ziet afstuderen er dit jaar anders uit dan normaal. Hoe gaat dat er precies aan toe bij Brabantse academies in de kunsten? Welke aanpassingen hebben de afstudeerders gedaan? En is hun toekomstbeeld veranderd? In een reeks interviews op MEST ondervraagt Rosa Lee drie afstudeerders. Het spits wordt afgebeten door Fleur van den Akker (24). “Juist bij mijn werk is aanraking belangrijk en nu verliep alles via Skype.”
– Geschreven door Rosa Lee Szarzynski
Tactiele ervaring
Sinds haar jeugd maakt Fleur van den Akker het liefst grote sculpturen met verschillende texturen. “Tekenen op een A4’tje was voor mij geen optie.” Nadat ze de opleiding Decoratie- en Restauratieschilder volgde op het SintLucas in Boxtel, ontdekte Fleur dat ze niet alleen graag creatief bezig is maar ook haar enthousiasme en kennis over kunst wil delen met anderen. Voor haar was het duidelijk: ze zou de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving volgen op de Fontys Hogeschool in Tilburg.
Zodra het kon deed Fleur zoveel mogelijk praktijkervaring op. Zo liep ze in het tweede en derde jaar stage bij de Mytylschool Gabriël, speciaalonderwijs. “Ik was nieuwsgierig naar hoe het zou zijn om met een andere doelgroep te werken. Dat blijkt heel dankbaar werk. Omdat de leerlingen een lichamelijke beperking hebben is het voor hen lastig om zich beeldend te ontwikkelen. Ik vond het heel fijn om dan toch het uiterste uit ze te halen. Voor mijn afstudeerwerk onderzoek ik de tactiele ervaring vanuit het perspectief van mijn rol als maker, beschouwer en educator. Ik kwam erachter dat de tactiele ervaring ervoor zorgt dat de leerlingen meer gaan associëren en een persoonsgebonden ervaring krijgen. We kijken niet naar kunst maar ervaren het.”
Die tastbare ervaring stond ook tijdens haar andere afstudeerwerk centraal. De aanraking maakte volgens Fleur dat de beschouwer zich eerder verbonden voelde met haar werk. Het idee voor haar afstudeerwerk ontstond na het zien van de tapijten van Lizan Freijsen. Vanuit een atelier in de Rozenstraat in Tilburg is ze verder gaan experimenten. “Ik vind dat heerlijk, ook dat ik van tevoren nooit weet wat ik ga maken. Als maker voel ik graag aan verschillende materialen. Zo ontstaat er een gedachte of associatie die ik omzet in beeld. Voor mijn afstudeerproject wilde ik werken met wol. Dat materiaal geeft me altijd een gevoel van geborgenheid. Eerst wilde ik een kleed voor op de grond maken. Ik kwam er al snel achter dat het verrassender is om het kleed over de muur te laten ‘groeien’.”
Zo ontstond het idee voor de twaalf, handgemaakte eilanden die beschouwers kunnen aanraken. Fleur werkte voor ‘extra, onverwachtse prikkels’ bij de beschouwers met verschillende materialen zoals bubbeltjesplastic. “Sommige eilanden voelen verharder aan vanwege textiel, die onverwachtse structuur heeft een leuk effect.” De eilanden zijn ook digitaal te zien via een beamer. “Ik wil de bezoeker uitnodigen om het werk op verschillende manieren te ervaren.”
Van atelier naar kamer bij ouders
Fleur was al halverwege haar afstudeerproject toen ze hoorde over de lockdown en dat ze op stel en sprong niet meer in het atelier kon werken. “Daar schrok ik van. Mijn hele werk was aangepast aan de ruimte van het atelier en nu moest ik ineens op zoek naar een andere plek. Gelukkig kon ik bij mijn ouders terecht en had ik nog genoeg tijd om alles aan te passen. Alleen had ik daar geen hoge muren, was er minder ruimte voor de beamer, waardoor ik de afstanden tussen de eilanden moest verkleinen.” Ook het communiceren met docenten was voor Fleur lastig. “Juist bij mijn werk is aanraking belangrijk en nu verliep alles via Skype.”
Toch ziet ze er ook de voordelen van in. “Ik kon lekker in mijn eigen bubbel werken zonder dat andere studenten mij stoorden en het zorgde voor nieuwe, verrassende inzichten. Ik leerde dat ik mijn werk kan aanpassen aan een andere ruimte. Ik ben trots op het eindresultaat. Al die felle kleuren die erin zitten, zijn kenmerkend voor mij als maker.”
Haar afstuderen heeft ze toch kunnen afsluiten in het atelier in Tilburg. Wat zijn haar plannen voor komend jaar? “Eerst wil ik even bijkomen en vakantie vieren. In september start ik met mijn nieuwe baan als docent beeldende kunst en vormgeving op Het Hooghuis in Oss. Dat ga ik combineren met mijn werk als museumdocent in het Design Museum. Ik wil dit jaar met een paar vrienden een atelier huren en beter worden in het werken met verschillende technieken. Mijn droom is een eigen expositie in het Design Museum, daar liep ik mijn eerste stage. Hoe mooi zou het zijn om bij het startpunt voor museumeducatie mijn werk te exposeren? Nee, ik kijk niet anders naar de toekomst door het coronavirus. Wel ben ik bewuster geworden van hoe snel alles kan veranderen. We moeten juist nu alles blijven doen wat we graag willen en daarvan genieten.”