Vanwege het coronavirus ziet afstuderen er dit jaar anders uit dan normaal. Hoe gaat dat er precies aan toe bij Brabantse academies in de kunsten? Welke aanpassingen hebben de afstudeerders gedaan? En is hun toekomstbeeld veranderd? In een reeks interviews op MEST ondervraagt Rosa Lee drie afstudeerders. Dit keer het woord aan Wouter van der Giessen (25). “Corona of niet, iedereen moet mijn werk kunnen zien.”
Kunst in de openbare ruimte
Voordat Wouter van der Giessen begon met de opleiding Autonome Beeldende Kunst op het AKV|St. Joost wilde hij illustrator worden en zat hij op het Grafisch Lyceum Rotterdam. Waar andere kunstenaars al vroeg bezig zijn met het maken, ontdekte Wouter op zijn zestiende het plezier hierin. Hij schilderde op doeken en voorzag de Gorinchemse muren van street art, maar stopte ermee omdat hij genoeg had van ‘de haantjes cultuur’ die hij hierin zag.
Op het Sint Joost voelde hij zich meteen thuis en startte hij met het maken van sculpturen in de openbare ruimte. “Ik vind het een leuk proces om met bestaande objecten en verschillende materialen aan de slag te gaan en daarmee iets tot leven te wekken. Het is mooi als iemand anders mijn werk dan vrij kan interpreteren. Tijdens mijn studie ben ik vaak op mijn bek gegaan maar dat is goed, soms moet je dingen uitproberen. Bij twee blauwe muren op wieltjes – die de achtergrond moesten voorstellen van een papieren sculptuur met een strijkijzer – dacht ik ineens: dit is het hem helemaal niet. Uiteindelijk heb ik er een gangetje van gemaakt en zo werd het een heel nieuw werk.” Eén van de mensen die Wouter inspireert is kunstenaar Brad Downey die ook ‘interventies’ doet in de openbare ruimte. “Brad werkt heel snel en vlug. Hij neemt een besluit en dat is het dan. Ik merk dat zo’n eerste ingeving vaak heel goed werkt.”
Beeldentuin
Tijdens zijn studie raakte Wouter geïntrigeerd door de prachtige tuin van het St.Joost. Het idee om daar voor zijn afstuderen een beeldentuin te maken was geboren. Half maart zat hij middenin zijn onderzoeks- en werkproces toen hij hoorde dat de academie dicht moest. “Het zou gaan om twee weken. Prima, dacht ik eerst. Ik had toch een opdracht liggen waar ik thuis aan kon werken. Na een week vond ik het toch wel spannend. Moest ik niet iets anders gaan doen? Ik besloot om niet bij de pakken neer te zitten en de plek voor het antikraakschoolgebouw waar ik woon om te toveren tot beeldenplein. Corona of niet, iedereen moet mijn werk kunnen zien.
Een vriend zei dat ik mijn werk op zijn balkon mocht neerzetten zodat het zichtbaar was voor anderen. 1 en 1 was 2, voortuinen bij iemand thuis dat kan hem weleens worden. Via de app Nextdoor kreeg ik twintig aanmeldingen van buurtbewoners die hun tuin beschikbaar stelden. Ik ben bij iedereen langs gegaan – op gepaste afstand – en merkte dat contact me goed deed in deze tijd.” Uiteindelijk heeft hij voor tien tuinen een andere kleurrijke sculptuur gemaakt. “De buurtbewoners waren voor mij een inspiratie. Ik houd ervan om de plekken waar ik kom te onderzoeken. Wat kom je er allemaal tegen? Waarom is elke voortuin anders? En wat zegt dat over die personen die daar wonen? Ik heb met alle bewoners meerdere gesprekken gehad. Superleuk! Ik merkte dat er een gevoel van saamhorigheid ontstond bij de verschillende buurtbewoners.”
Wat zijn Wouters plannen voor volgend jaar? “Ik heb onlangs gehoord dat we met de hele klas subsidie krijgen van de Gemeente Breda. Nu kunnen we met zijn twintigen aan de slag voor de tentoonstelling die we van 24 t/m 26 juli hebben op het terrein van Amvest bij Electron. Daarnaast ben ik nog bezig met een paar kleine projecten. Ik vind het maken van sculpturen zo leuk dat ik daar graag mee verder wil gaan. In de toekomst hoop ik dat ook internationaal te doen en ik wil me gaan inzetten voor meer variatie op het gebied van kunst in de openbare ruimte.”
Kijk voor meer informatie over het werk en exposities van Wouter op zijn website en zijn Facebook-pagina.