“Bij business development bouw je partnerships op”, vertelt Anke van den Broeck (Brabant C). “Het draait dan niet meer alleen om vragen, zoals bij sponsoring; het gaat ook om welke waarde je de ander kunt brengen.” Maar hoe je die waarde onderzoekt en inzet is per project verschillend, er is geen standaard recept. We nemen je mee in het business development van drie initiatieven: ROBOTLOVE, BredaPhoto en het kunst universum Doloris.
- Geschreven door Karien Verhappen
BredaPhoto – Marjorie Geenhuizen
Marjorie is relatiebeheerder en sponsorwerver bij BredaPhoto, een initiatief dat inmiddels 80.000 bezoekers trekt. “Bedrijven willen investeren in maatschappelijke initiatieven, maar het is niet zo dat ze klaar zitten met een zak geld. En het is ook niet zo dat ze de weg naar cultuur makkelijk vinden. De culturele sector en het bedrijfsleven zijn twee zeer gescheiden werelden die je bij elkaar moet brengen.” Een belangrijk bedrijf gekoppeld aan BredaPhoto is FujiFilm Het bedrijf schenkt een bedrag, maar is naast sponsor ook partner. Zo gaven medewerkers van FujiFilm jonge fotografietalenten een rondleiding en vertelden ze over hoe fotopapier gemaakt wordt. Ook boog FujiFilm zich samen met een groep academiestudenten24 uur lang over de vragen ‘Waarom printen mensen niet meer?’ en ‘Wat kan printing de toekomst bieden?’ Daarmee hebben beide groepen ineens toegang tot een nieuw netwerk, heel waardevol.”
Marjorie vertelt over haar strategie: “Er is een laag van donateurs van kleinere bedragen, een laag van sponsors die tussen de € 1.000,- en € 5.000,- bijdragen en een laag van partnerships met grote bedrijven zoals FujiFilm.” Binnen de eigen organisatie vraagt het werken met partners om een andere houding. Marjorie: “Wat doe je terug? Hoe onderhoud je de relatie? En hoe kun je artistiek en commercieel belang verbinden? Dat onderhoud is intensief: relatiebeheer is daarin wezenlijk anders dan fondsenwerving.”
Sinds 2017 bestaat de BredaPhoto Business Circle. “Dit is een groep MKB-bedrijven die zich aan BredaPhoto verbindt om jong talent te ondersteunen. De voorwaarde om mee te doen is niet alleen financieel, het gaat er ook om contacten te leggen en opdrachten voor jonge fotografen binnen te brengen. Binnen het netwerk faciliteren we ontmoetingen tussen ondernemers en kunstenaars. Daar zijn al mooie dingen uit ontstaan.
Een voorbeeld is een opdracht die een groep juristen uitgaf, met als resultaat de expositie Recht in Beeld. Binnen het netwerk zijn bedrijven vaak verbaasd over waar makers tegenaan lopen. Zo lukte het een fotografe niet om in contact te komen met de directie van een bedrijf. Eén van de ondernemers zei: ‘Ik ga wel even voor je bellen’. De ondernemers en talenten openen deuren voor elkaar. Aan andere initiatiefnemers die partnerships willen opbouwen adviseer ik eerst je eigen organisatie onder de loep te nemen; hoe zien anderen jou? Zoek zorgvuldig naar organisaties die echt bij je passen. Weet je wat het mooie is aan cultuur? Het is een bestendige sector om voor te kiezen, in prestaties stabieler dan bijvoorbeeld sport. Daarnaast worden in de culturele sector allerlei culturen, genders en ook de lhbtq-gemeenschap gerepresenteerd.”
ROBOT LOVE – Ine Gevers
‘Kunnen mensen van robots houden?’ Dat is de vraag die Ine Gevers, artistiek directeur van stichting Niet Normaal en het menselijke brein achter ROBOTLOVE, zichzelf stelde. Een vraag waar ze met de stichting, die de tentoonstelling organiseert, belangrijke organisaties aan wist te verbinden. Ine: “Samenwerken met maatschappelijke bedrijven is altijd een belangrijk onderdeel van mijn concept. Nieuwsgierigheid beperkt zich niet tot de culturele sector en ik wil impact maken. Wat betekent een onderwerp voor de samenleving? Mijn samenwerkingen zijn altijd gestuurd door inhoud.” Ook bij eerdere projecten die Ine met stichting Niet Normaal deed, zoals Ik+de ander en Hacking Habitat, zocht ze de samenwerking, maar dat ging niet vanzelf. “Bij Ik+de ander, dat was in 1994, was het aangaan van partnerships met de bedrijven nog not done. Het betekende zelfs dat een aantal fondsen ‘nee’ zeiden: autonome kunst moest niet beïnvloed worden. Naar het concept werd niet eens gekeken.” Inmiddels is de wereld veranderd en is het vaak een eis van fondsen om ook de link te zoeken met organisaties.
“Bij de tentoonstelling Niet Normaal,in 2009/2010, was Achmea hoofsponsor. Zij stonden garant voor het enorme bedrag van € 600.000,- en werden genomineerd voor de SponsorRing.” Hoe Ine in haar aanpak de artistieke vrijheid bewaakt? “Het is als schaken, vooruitdenken. Het gaat erom dat je heel goed in de inhoud zit. Je bedenkt wat je kunt brengen, maar weet ook waar je grenzen liggen. Respectvol met elkaar omgaan en transparant zijn over beweegredenen: dat is belangrijk. Je wilt niet dat een ondernemer de beste inhoud bij elkaar weet te rapen en het vervolgens duur verkoopt, dat risico is er ook. Het bedrijfsleven en de culturele wereld zijn twee verschillende werelden en om de brug te slaan moet je zoeken naar personen waarmee je de inhoudelijke klik kan maken.”
In Eindhoven, waar ROBOTLOVE staat, bouwde Ine een nieuw netwerk op. “Ik ben tegelijkertijd naïef en zakelijk, waardoor ik makkelijk ergens binnenstap.” Het resulteerde in partnerships met onder andere de FNV, het Summa College en Tilburg University. “Die samenwerkingen gaan verder dan de expo. Zo organiseerden we met Tilburg University een collegereeks over robotica en werk. En tijdens DDW hielden we, bijvoorbeeld samen met Philips Healthcare en Next Nature, cyborg talks: gesprekken over onderwerpen als privacy, transparantie en de vraag of je met meer technologie meer of minder gehandicapt wordt. Ik kreeg het compliment dat we Eindhoven echt hadden veranderd. Eindhoven is heel goed in het ‘wat’, de technologie en het ‘hoe’, het design. Wat nog miste was het ‘waarom’ en dat hebben wij kunnen brengen. Mijn tip aan andere initiatiefnemers is: neem de samenwerking met organisaties vanaf begin af aan mee in je concept. En aan de hele sector wil ik vragen niet alleen over successen te vertellen; juist van wat niet werkt, of van wat moeilijk is, kun je het beste leren.”
Doloris - Joep van Gorp
Tussen 2010 en 2014 stond er in Berlijn een surrealistisch doolhof: Peristal Singum, van bedenker Tim Hendrik Schneider. Joep bezocht het doolhof en dacht: “Wat als we dit concept naar Tilburg zouden brengen? Wat als we hier een doolhof realiseren met kunst die alle zintuigen prikkelt?” Creatief complex Doloris, met daarin het doolhof, gaat er komen, de droom wordt werkelijkheid. Hoe Joep dat heeft gedaan? “Met Qanvas, waarmee we focussen op bijzondere belevingen, vonden we zulke ervaringen altijd al interessant. Maar drie jaar geleden begon ik ook met een aantal key players in de politiek, het bedrijfsleven en citymarketing te praten over het doolhof. Ik denk dat de tijd rijp was, want iedereen vond het idee erg tof. Maar ik had ook door dat ze dachten: ‘Die Joep is een jonge gast, kan hij dat allemaal wel?’ Toen besloot ik een team met experts op het gebied van veiligheid, horeca, financiën en kunst samen te stellen.”
Met dat team maakte Joep het mogelijk partijen ook echt te committeren. “Samen ondernemen is essentieel als je iets voor elkaar wilt krijgen. Ik ben nog jong en heb grote ambities, maar weet dat ik veel specialisme om mee heen nodig heb en een goed team aan medewerkers om dit te behalen. Als ik alles zelf zou willen doen dan vertraagt dat enorm. En dan pak je de dingen kleiner aan, terwijl je juist groot moet denken. Door groot te denken willen partijen met je mee doen.”
Het doolhof opent in mei 2019 aan de Spoorlaan, in het voormalige postgebouw. Je kunt er straks ook een drankje drinken en hapje eten op een gigantisch dakterras in het hart van Tiburg. Joep: “Toen we de locatie zochten, zochten we naar een plek die ruimte had voor het doolhof, een ontvangstruimte en eventueel een evenementenruimte. Bij een bezoek aan het pand aan de Spoorlaan zagen we een andere mogelijkheid: een rooftopbar. In één klap werd het plan nog groter. Daarom hebben we er iemand bij gezocht, Jaap van Ham, een van de spraakmakende horeca ondernemers in Tilburg. Door er het kwalitatieve eten van cateraar Cookaholics bij te betrekken hebben we nu een totaalconcept. Ik ben een ondernemer met een groot hart voor cultuur, maar ben van mening dat je op termijn zelf de broek op moet kunnen houden. Dat je ervoor moet zorgen dat je initiatief niet sneuvelt doordat je afhankelijk bent van structurele subsidies.”
Al eerder vertelde Joep Mestmag.nl: “Het woord commercieel is nog steeds een soort scheldwoord in de kunstsector. Terwijl wij gewoon een professionele organisatie proberen te zijn die zich op kunst focust. We zijn het aan onszelf verplicht om te kijken hoe we het zelfredzaam kunnen maken.” Joep is net terug van een inspiratiereis naar Sante Fe in New Mexico, waar hij de immersive experience Meow Wolf bezocht. “Een van de dingen die we daar leerden is dat we de merchandise tot nu toe hebben onderschat en financieel dus geen mogelijkheden hebben om dit op hoog niveau te realiseren. Daarom gaan we nu op zoek naar een partner die mee wil investeren in de start en daarna een duurzame periode kan leveren.”
Vind, gebruik en bewaak je unieke waarde
Wat deze projecten laten zien is dat de waarde die je partners kunt bieden op allerlei terreinen kan liggen. Anke: “Je kunt waarde toevoegen op inhoud, maar je kunt ook waarde bieden door een doelgroep naar je partner te brengen. Een duidelijk voorbeeld daarvan is WOO HAH!, die Mojo in contact brengt met jonge hiphopliefhebbers en zo echt iets kan betekenen in hun positionering. Wat ook heel waardevol kan zijn is samen optrekken in research en development. Zo doet designcollectief Envisions al jaren samen met Finsa, een Spaans houtbedrijf, onderzoek naar triplex.” Kortom: er liggen kansen op allerlei gebieden. Waar liggen die van jou?