In september wordt de DMT-loods gesloopt: het einde van een rauw en industrieel atelierpand in Den Bosch in beheer van ABS. Hierdoor raken 30 kunstenaars hun thuishaven kwijt en wordt er druk gezocht naar een vervangend pand. Om meer te weten te komen over de DMT-loods en atelierbeheerstichtingen ging Mestmag.nl in gesprek met Tobi van Sambeeck (Stichting Ruimte, Eindhoven), Arno de Blank (Stichting Atelierbeheer SLAK, Arnhem), Wytse Bakker en Franka van de Goor (ABS, Den Bosch) en Alex van Zundert (Stichting Ateliers, Tilburg).
Geschreven door Saskia Teiken
Het doel van een atelierbeheerstichting
In Brabant zijn er 4 grote atelierbeheerstichtingen gevestigd, Stichting De Ruimte in Eindhoven, ABS in Den Bosch, CLIB in Breda en De Ateliers in Tilburg. Het belangrijkste doel van deze stichtingen is het faciliteren van kunstenaars en het stimuleren van de culturele groei, zonder winstoogmerk. In wezen werken de stichtingen op dezelfde manier, maar er zijn ook kleine verschillen. Vaak hebben ze een combinatie van een aantal vaste panden en tijdelijke panden in beheer. Vroeger was er een strenge selectieprocedure waarbij een potentile huurder moest aantonen dat hij een diploma van de kunstacademie had en soms zelfs dat hij voor een bepaald bedrag per jaar aan werk verkocht. Die drempel ligt tegenwoordig een stuk lager: er wordt vooral gekeken naar het soort werkzaamheden en of deze binnen de creatieve sector vallen. Yogastudio's proberen bijvoorbeeld weleens een atelier te huren, maar die worden niet toegelaten. Wel maakt een gegadigde een grotere kans wanneer hij een professionele kunstopleiding volgt of heeft gevolgd. De prijzen van de ateliers hangen vaak af van de grootte van de ruimte en kunnen verschillen van €90 tot €450 per maand voor 50 m2. Bij een particulier atelier liggen de prijzen vaak anderhalf tot twee keer zo hoog.
Is dat niet hetzelfde als antikraak dan?
Er wordt vaak de vergissing gemaakt dat een atelierbeheerstichting hetzelfde is als een antikraakstichting, die vaak leegstaande panden (tijdelijk) verhuurd. Niets is minder waar. Het grote verschil tussen atelierbeheerstichtingen en antikraak is dat antikraak winstgericht is en hierdoor duurder voor verhuurder maar ook huurder.
Atelierbeheerstichtingen zijn vooral gericht op kunstenaars in tegenstelling tot antikraak waar er andere selectievoorwaarden gelden. Ook onderhouden ze beter contact met de gebruikers van het pand en is er meer samenspraak over het beheer. Ook zorgen ze voor een betere invulling van het pand. Waar antikraak 2 of 4 personen zou huisvesten, passen vaak ook 30 ateliers en een expositieruimte.
Creatieve invulling van leegstaande panden
Wat vooral opvalt, is de creativiteit waarmee voor elke ruimte een invulling wordt gevonden. Er zijn uiteraard ruimtes die als atelier worden gebruikt door kunstenaars maar ook door illustratoren, grafici, designers, architecten, muzikanten en dergelijke. Ook worden ruimtes ingezet als expositieruimte, werkplaats of vergaderruimte. Vaker vindt binnen een pand een combinatie van verschillende activiteiten plaats.
Er zitten wat kleine onderlinge verschillen tussen de atelierbeheerstichtingen. In Eindhoven bijvoorbeeld wordt zoveel mogelijk ruimte gegeven voor eigen invulling van de panden, waarbij er ontzettend mooie initiatieven naar voren komen. Op het NRE-terrein, dat bestaat uit 11 bijzondere fabriekspanden - restanten van de voormalige gasindustrie - heeft zich in een van de verhuurde panden een collectief gevormd dat het hele pand heeft opgeknapt. Het pand werd doorverkocht aan een nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenaar was zo onder de indruk van de veranderingen die het collectief had aangebracht, dat hij besloot het pand opnieuw aan dit collectief te verhuren. In Tilburg wordt er juist voor heel veel ondersteuning gezorgd in de vorm van cursussen, samenwerking met scholen en expositiemogelijkheden. In Den Bosch probeert de ABS een zo goed mogelijke balans te creëren tussen permanente ateliers (meer zekerheid en hogere huren) en tijdelijke, laagdrempelige ateliers (lagere huren).
Ondersteuning
In alle gevallen worden de stichtingen gedeeltelijk ondersteund door de gemeente, die de stichting subsidie verleent door de panden voor een gereduceerde huurprijs aan de stichting te verhuren. Uit de verschillende gesprekken blijkt dat deze samenwerking beter zou kunnen: in sommige gevallen gebeurt het helaas wel eens dat een geschikt pand toch in beheer wordt gegeven aan antikraak. Samenwerken met bedrijven is vaak wat moeilijker, voornamelijk omdat het lastig te bewijzen is dat dit voordeel kan opleveren voor het pand. Bedrijven vinden het vaak een nadeel dat de panden voor een bepaalde tijd verhuurd worden en daardoor niet direct te verkopen zijn.
Tweemaal per jaar komen de stichtingen bij elkaar op steeds wisselende locaties, voornamelijk voor kennisuitwisseling. Dit noemen ze ook wel het LOA, Landen Overleg Ateliers. Verschillende atelierbeheerstichtingen uit Nederland en Belgi¨´ bespreken hier trends en ontwikkelingen, eventuele problemen waar ze tegen aan lopen en worden er oplossingen aangedragen. De atelierbeheerstichtingen zijn nu in samenwerking met de Radboud universiteit en de TU/e Eindhoven een onderzoek gestart om de voordelen en de uitwerking van het realiseren van ateliers in een leegstaand pand toonbaar te kunnen maken. Ze zien nu namelijk wel dat het invloed kan hebben op een wijk, zoals vermindering van criminaliteit, tegengaan van verloedering en het opstarten van nieuwe samenwerkingen en initiatieven.
Op het moment dat een atelierbeheerstichting intrekt in bijvoorbeeld een achterstandswijk en ateliers en projectruimte realiseert dan heeft dit een positieve uitstraling op de wijk, er ontstaan verbindingen, kunsten zorgen voor levendigheid, en het gebouw komt weer tot leven.Alleen zijn hier nog geen concrete cijfers en onderzoeken van. Ook worden de voorwaarden van atelierbeheer op dit moment vooral per gemeente geregeld waardoor die soms heel erg kunnen verschillen. Met dit onderzoek willen de atelierbeheerstichtingen verschillende instanties aanspreken en ervoor zorgen dat hier een landelijk beleid voor komt.
DMT-loods
De DMT-loods is sinds 2009 in beheer van ABS in Den Bosch. Rond de 30 kunstenaars hebben er een atelier. Ook is er een grote loods voor wisselende grotere projecten, zoals op dit moment de boten voor de Bossche Parade: een boottocht met door kunstenaars gemaakte boten. Het bijzondere aan dit pand is dat het erg laagdrempelig is door de lage huurprijs, waardoor vooral starters en studenten gebruik kunnen maken van het pand. Hierdoor ontstaat er doorstroom die zorgt voor een unieke werksfeer met continu nieuwe invloeden en samenwerkingen. Hierdoor ontstaat volgens Wytse 'een bijenkorf van jong talent'. In de loods zijn bijzondere projecten tot stand gekomen zoals het 'Het eiland', een kritische installatie over bezuinigingen in de kunst en 'Het kartondorp', een installatie van een dorp geheel gemaakt van karton die symbool stond voor de DMT-loods waar nieuwe samenwerkingen tot stand komen.
Samen met kunstenaars uit de DMT-loods en ABS wordt er nu gewerkt aan een website die de geschiedenis en gebeurtenissen in de DMT-loods zal tonen. Deze loods is belangrijk voor de stad omdat er gewerkt kan worden aan bijzondere projecten die op een andere locatie niet mogelijk zouden zijn. Als er geen goede vervanging voor komt zou dat een enorm gemis zijn voor de stad Den Bosch. Aankomende september is de sloop van de DMT-loods gepland om plaats te maken voor woningbouw, ABS is in gesprek met gemeente en particulieren om een vervangend pand te vinden, maar het is nog erg onzeker of dit ook gerealiseerd kan worden.
Toekomstperspectief
De atelierbeheerstichtingen zijn constant bezig met het bedenken van manieren om nieuwe panden in beheer te krijgen. Ze gaan in gesprek met corporaties, gemeentes, universiteiten en de kunstenaars zelf. Er is een constante behoefte aan meer panden. Er zijn in genoemde steden wachtrijen van rond de 100 gegadigden waarmee op dit moment leegstaande panden nog mee gevuld zouden kunnen worden. Met het onderzoek naar bewijsmateriaal dat ateliers daadwerkelijk bijdragen aan een wijk, zullen hopelijk gemeentes, provincies en het land wakker geschud worden. Dan zal er een centraler beleid ontstaan en bijvoorbeeld een quota aan panden die de gemeente aandraagt.