Zowat een jaar geleden benaderde Geert Verbeke bkkc met de vraag hem bij te staan om de bouw van een bijzonder tentoonstellingspaviljoen te kunnen voltooien. Geert Verbeke is verzamelaar en directeur van de Verbeke Foundation, met 12 hectare natuurgebied en 20.000m2 overdekte ruimten één van de grootste privé-initiatieven voor hedendaagse kunst in Europa. Op het voorterrein van zijn domein in het Vlaamse Kemzeke, gelegen iets ten westen van Antwerpen, was hij gestart met de bouw van een door Jacobus Kloppenburg (beeldend kunstenaar, geboren in 1930 te Amsterdam) ontworpen paviljoen waarvan de basis bestaat uit 13 gestapelde zeecontainers. De ruwbouw stond overeind, maar voor tal van bouwkundige voorzieningen en de inrichting van het paviljoen moest nog geld gevonden worden. Er was een nieuwe regeling Opdrachtgeverschap opengesteld door het Mondriaan Fonds bedoeld om publiek-private opdrachtgevers te stimuleren zodat belangwekkende, openbaar toegankelijke beeldende kunstprojecten gerealiseerd kunnen worden. Die regeling bood mogelijkheden. Of we konden helpen.
Aanleiding: afvalmateriaal
Wie eenmaal de ontluisterende geschiedenis kent van het grotendeels vernietigde oeuvre van Jacobus Kloppenburg (Amsterdam, 1930), zal dit niet snel vergeten. Kloppenburg werkt met afvalmateriaal; het residu van onze moderne beschaving. Alles wat hij op straat vindt en wat voldoet aan zijn esthetische criteria brengt hij samen in wat in de loop der jaren uitgroeit tot een uniek totaalkunstwerk. Een kunstwerk dat in bijna veertig jaar tijd de drie verdiepingen van het grachtenpand waarin hij woont en werkt volledig bezet. Met wat hij verzamelt maakt hij onder andere assemblages, collages, schilderijen, tekeningen, ontwerpen en foto's die hij samen The Artchive for The Future noemt: zijn eigen archief voor de toekomst. Tentoonstellen doet hij zelden, de verkoop van werken probeert hij te voorkomen.
Kloppenburgs atelier aan de Lauriergracht in Amsterdam werd in 1997 wegens vermeend brandgevaar ontruimd en belandde - door een sloop- en grondverzetbedrijf in 13(!) zeecontainers gestouwd - jarenlang in de Amsterdamse haven. Dit ondanks het feit dat Museum Schloss Moyland, dat in Duitsland nabij Kleve over een grote collectie werken van Joseph Beuys beschikt, op het punt stond het complete oeuvre van Kloppenburg over te nemen en het in een eigen paviljoen permanent onder te brengen. In de haven verpieterde Kloppenburgs levenswerk en bleek niemand, ondanks steunbetuigingen uit de internationale kunstwereld, in staat het tij te keren. “Hüte die Flamme”, zo beëindigt Waldo Bien, bevriend beeldend kunstenaar, in januari 2005 zijn zoveelste pleidooi aan het adres van de gemeente voor behoud van het werk. Houd de vlam van de hoop levend, bedoelde hij. Hij kon niet vermoeden hoe wezenlijk anders zijn pleidooi werd verstaan. Het onvoorstelbare gebeurt: in 2008 wordt de volledige collectie op last van de gemeente afgevoerd en verbrand. 52.400 kilo Kunst gaat in vlammen op.
Werk van Kloppenburg dat dankzij de inzet van Waldo Bien behouden bleef, werken die ten tijde van de ontruiming elders waren ondergebracht of elders gepresenteerd werden, wordt vlak na het debacle in 2008 een ereplaats geboden in Vlaanderen, bij de Verbeke Foundation, vrijplaats voor de kunsten.
Nu krijgt het werk, met steun van het Mondriaan Fonds en met de helpende hand die bkkc kon bieden, een permanent onderkomen in een door Kloppenburg zelf ontworpen sculptuur. De inrichting van het privémuseum is geheel op aanwijzingen van de kunstenaar, en samen met de kunstenaar, gerealiseerd. Binnenin zullen de voor velen onbekende, maar bij nadere kennismaking indrukwekkende, overgebleven delen van het Archief voor de Toekomst aanschouwd kunnen worden. Zondag 1 december wordt het paviljoen geopend. U bent van harte welkom.
Problematiek behoud en beheer
Voor bkkc en de Verbeke Foundation vormt bovenstaande geschiedenis aanleiding voor een vervolgproject waarin we de problematiek rond het behoud en beheer van het oeuvre van hedendaagse beeldend kunstenaars breder onder de aandacht brengen en nader onderzoeken. Wat doe je met werk dat door een calamiteit, of door het overlijden van de maker, in de verdrukking raakt, of dreigt te geraken? Hoe voorkom je dat belangrijk cultureel erfgoed door onzorgvuldig handelen zijn samenhang, context en betekenis kwijtraakt?
Bkkc wordt met enige regelmaat benaderd met vragen rond dit onderwerp en constateert een groeiend probleem. Kunstenaars die zich zorgen maken over de bestemming en het behoud en beheer van hun werk, vrienden en erven met vragen over de bestemming van de nalatenschap van een overleden maker. Het betreft problemen die, als ze zich aandienen, altijd acuut en meerledig zijn en de neiging hebben in rap tempo uit te groeien tot –voor een individu- onbeheersbare proporties. Musea onderkennen dit, maar zijn evenmin bij machte altijd de helpende hand te bieden. Tijd, geld, ruimte en menskracht ontbreken. Werk dat waarde lijkt te hebben gaat onder de hamer op een veiling, ander werk wordt weggeschonken aan wie er zich om bekommeren wil, of verstoft op zolder. Of belandt onherroepelijk in de vuilcontainer als ook familie, vrienden of anderen die de last van de nalatenschap moeten dragen er de waarde niet van inzien (of gewoon geen andere uitweg zien). Hoe dan ook: het werk en ander belangrijk biografisch bronmateriaal raakt haar samenhang en betekenis kwijt en raakt het buiten bereik van het publiek en van onderzoekers.
Hoe stel je vast wat van waarde is?
We constateren een groeiende behoefte aan kennis: welke instellingen en personen zijn bekend met de problematiek, wat zijn de richtlijnen, is er een leidraad of stappenplan dat kan helpen inzicht te bieden in risico’s en mogelijkheden? Zijn er voorbeelden die ons ter lering kunnen strekken? Door het project krijgen en geven we inzicht in factoren die behoud, beheer en waardering van een oeuvre beïnvloeden. Want hoe stel je vast wat van waarde is? Wat behoort tot de kern en wat tot de context? Wie bepaalt dat, en op basis waarvan? We hopen meer inzicht te kunnen geven in de uiteenlopende overwegingen en belangen die ten grondslag liggen aan de totstandkoming van ons erfgoed van de toekomst.
Het project ‘Archief voor de Toekomst’ bestaat uit een onderzoek naar de problematiek van het oeuvrebeheer en de nalatenschap van hedendaagse beeldend kunstenaars (eerste helft 2014). Dit wordt gevolgd door een drietal presentaties van werken van Nederlandse en Vlaamse kunstenaars in de presentatieruimte van bkkc (tweede helft 2014 en eerste helft 2015) met hieraan gekoppeld een conferentie in Museum De Pont in Tilburg. Het project wordt in Vlaanderen bij de Verbeke Foundation afgesloten met een presentatie van werken en onderzoeksresultaten.
Meer weten over problematiek van het oeuvrebeheer?
Neem contact met mij op.