De eerste versie van dit blog schreef ik met de hand. Dat gaf de vertraging die ik nodig had in het denken over herdenken. Mei is immers de maand van herdenkingen en dit jaar extra bijzonder. Het is 75 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd en we herdenken dit door de corona-crisis op een andere manier dan gepland. In deze situatie lijkt het alsof de woorden een extra gewicht krijgen en al gauw tot platitudes worden. Toch een paar gedachten die mij nu bezighouden.
Herdenken voor de toekomst
Volgers van het Kunstloc-nieuws is het vast niet ontgaan dat Ellen Deckwitz de E. du Perronprijs heeft gewonnen voor haar bundel Hogere Natuurkunde. In deze gedichten verwoordt zij hoe de kampervaringen van haar oma haar beïnvloeden. Hoe angst en trauma’s generaties lang doorwerken en veel meer zijn dan individuele ervaringen. Ze beïnvloeden de levens van partners, kinderen en kleinkinderen. Ze bepalen direct of indirect het denken en handelen en zijn daarmee zelfs van invloed op mensen buiten de eigen kring. Het is belangrijk de verhalen van individuele oorlogsslachtoffers steeds weer te horen omdat ze veel verder gaan dan persoonlijk leed. Ze hebben een tijdloos en universeel belang dat niet aan actualiteit inboet.
Een andere opvatting
Kort na de bevrijding van Nederland werd daar anders over gedacht. Toen was er weinig ruimte voor persoonlijk leed. Bij het opruimen van mijn boekenkast vond ik een door mijzelf geschreven en lang vergeten rapport uit 1998 over het behoud en onderhoud van herdenkingsmonumenten. Het was ruim 50 jaar nadat er, volgens sommigen, een wildgroei aan monumenten was ontstaan. Deze naoorlogse ‘wildgroei’ had ertoe geleid dat er, naast een centrale commissie, elf provinciale commissies werden ingesteld voor de plaatsing van herdenkingstekens. Zij moesten zich aan strenge richtlijnen houden. Zo werd het plan een monument te plaatsen “ter herdenking van het oorlogsleed in Oss” nogal betweterig afgewezen. Het ontwerp leek “zelfbeklag van de bevolking van Oss uit te beelden”. Het kon niet de bedoeling zijn dat persoonlijk leed zichtbaar werd.
Nieuwe monumenten
Anno nu heeft er een verschuiving plaatsgevonden in het denken over herdenken. Monumenten kregen een ruimere, maar daardoor niet minder intense betekenis. Ze zijn een plek geworden waar je stil staat bij oorlogsgeweld, racisme en intolerantie. Kunstloc is betrokken bij de realisatie van een paar nieuwe monumenten. Eerder al schreef ik over het monument voor het Anne Frankplein in Den Bosch dat door Anne Wenzel wordt gemaakt. De onthulling van dit monument is door de corona-crisis verschoven tot na de zomer. Eind april werd wel het Holocaust Monument in Tilburg geplaatst, dat door Tine van de Weyer werd gemaakt. Het monument werd in alle stilte opgeleverd en dat vind ik eigenlijk heel betekenisvol. Herdenken is niet gebonden aan een datum. Het monument nodigt de komende jaren uit tot bezinning.
Andere vormen van herdenken
Herdenken is ook niet gebonden aan een vaste vorm. Kunstloc heeft prachtige initiatieven langs zien komen om te herdenken dat we al 75 jaar in vrijheid leven, maar vooral ook als oproep tegen intolerantie en racisme. Verschillende daarvan ontvingen een bijdrage uit de Impulsgelden, zoals Nationaal Monument Kamp Vught en de Roosje Foundation. Alle middelen kunnen worden ingezet om verhalen over onvrijheid, geweld en angst door te geven aan de volgende generaties. We hebben herinneringen nodig om te kunnen herdenken.
Meer weten over kunst in opdracht?
Neem contact met mij op.