Al een paar jaar ligt het boek “Art as Therapy” uit 2013 te wachten om gelezen te worden door mij. Als grote fan van de schrijver, de populaire filosoof Alain de Botton, had ik het toch links laten liggen alhoewel ik al zijn andere boeken met veel plezier heb gelezen. Alain de Botton, verafschuwd door menig academisch filosoof, heeft de School of Life opgericht. Om te leren wat je op school niet leert maar wel nodig hebt in het leven. Hij maakt filosofie en kunst toepasbaar voor dagelijks gebruik, om evenwichtiger in het leven te staan, om troost te vinden en het leven leefbaarder te maken.
Echte kunst?
“Kunst als therapie”, oei, oei, oei, dat is wel een gevaarlijke titel. Zeker als je in de jaren ‘80 van de vorige eeuw opgeleid bent aan de kunstacademie. Of als je serieus genomen wil worden in het heersende beeldende kunstklimaat anno 2019. Want je hoort nog heel vaak in het kunstcircuit zelf: kunst heeft een intrinsieke waarde, een eigen ontwikkeling (kunstgeschiedenis) en is autonoom.
Maar de tijden zijn toch aan het veranderen. Nu ik zelf al jarenlang kunstopdrachten begeleid, eerst in de openbare ruimte, nu in de zorg- en welzijnssector en terugkijk op mijn eigen ontwikkeling merk ik dat de grenzen tussen disciplines inmiddels vervaagd zijn. Alle denkbare media zijn mogelijk. Kunst in de openbare ruimte was vroeger bijvoorbeeld voor “beeldhouwers die er goed hun boterham mee verdienden maar niet de ECHTE kunstenaars zijn”. Dit is nu lachwekkend. Je ziet kunstenaars overal werken. Ze leveren een bijdrage aan een betere wereld, op fysiek en op sociaal vlak. We leven in een tijd waarin we merken dat samenwerken vanuit verschillende specialisaties in integrale teams met professionals en burgers belangrijk is om de wereld te veranderen, te verfraaien en te innoveren.
Tolk
En toch vergt het nog veel missiewerk en doorzettingsvermogen van ons als bemiddelaars om mogelijkheden te vinden om kunstenaars in te zetten in andere domeinen. We moeten tolken tussen de kunstwereld en andere vakgebieden. Je hebt een waaier aan mogelijkheden met kunst maar het probleem zit in het begrip kunst zelf of liever hoe we daarmee opgevoed zijn. Als je vertelt dat je kunstenaar bent vraagt men of je schildert of beeldhouwt. En hoe kun je dat ook weten als je ziet aan welke vakken belang wordt gehecht in het onderwijs?
Zondag 18 augustus hoorde ik Maxim Februari zeggen bij het tv-programma Zomergasten van de VPRO dat er veel kunst met een stekker is op de Biënnale in Venetië. En dat kunst en wetenschap steeds meer naar elkaar toe bewegen. Dat is niet hoe de kunst nu is of moet zijn. Wat er op de Biënnale getoond wordt is wat de kunstmarkt belangrijk vindt of moet vinden en de curator van de Biënnale. Het is zeker de moeite waard om daar kennis van te nemen en te genieten, maar er is zoveel meer.
Het is een ontwikkeling naast heel veel andere ontwikkelingen. Neem bijvoorbeeld het Bossche duo Sjaak Langenberg en Rosé de Beer die al een paar jaar kunstprojecten doen in de wereld van meervoudig gehandicapte mensen en hun verzorgers en tevens serieus genomen worden door de kunstwereld zelf. Ze hebben voor elkaar gekregen dat het Mondriaanfonds hun artist-in-residence project in Utrecht ondersteunt samen met het Stimuleringsfonds. Kunstenaars worden gevraagd naar “concepten, prototypes, diensten, workshops of nieuw werk te maken op basis van afvalstromen van de zorginstelling. De zorg voor mens en materiaal komen samen op één plek: fysieke en sociale repair.
We hebben altijd de neiging om te stellen dat een bepaalde soort kunst de kunst van NU is maar er is veel meer zichtbaar geworden door het internet. Hoeveel kunstenaars uit de vorige eeuw zijn nu ineens “belangrijk” terwijl ze toen ze nog leefden niet erkend werden? Denk aan Alice Neel of Vincent van Gogh. Er is niet 1 ontwikkeling in de kunst, kunst is pluriform en multi-inzetbaar. Laten we de verschillen vieren en daar gebruik van maken.
Boterham
Kunst is voor iedereen is het nieuwe motto in kunstbeleidsland. Een prachtige doelstelling en wij werken er hier als Kunstloc Brabant met hart en ziel aan. Inmiddels heb ik “Art as Therapy” uit, geweldig boek, hij inspireerde mij om dit stuk te schrijven. Ik denk dat als meer mensen zijn ideeën uitwerken kunst vaker toepasbaar en musea toegankelijker worden voor veel meer mensen. En wat zou het mooi zijn als je in de toekomst als kunststudent op verjaardagen geen opmerkingen meer krijgt als je zegt dat je op de kunstacademie zit in de trant van: “Kunst is toch een hobby! Hoe ga je dan een boterham verdienen?”
Tot slot geef ik graag het woord aan Alain de Botton:
“One of the most welcome and interesting developments of twentieth century art has been the broadening of our understanding of the term “artist”. Artists aren’t necessarily people who show us a work that represents nature, or anything else for that matter. They might also be people who create opportunities for you to see nature,- or anything else – directly in a more immediate or meaningful way……………………. In this new way, the artist becomes the choreographer of an experience you might have, rather than a recorder of an experience they once had. We are still digesting the full implications of this interesting epochal shift, which moves artists away from the studio and the easel and gives them things in common with business leaders, politicians, religious figures, architects, town planners and circus managers.” (Alain de Botton, Art as Therapy, pagina 156)
Meer lezen? Kijk hier.
Of bekijk deze lezing door Alain de Botton.
Meer weten over kunst als hulpmiddel?
Neem contact met mij op.