2017 wordt internationaal het jaar van kunst in de publieke ruimte. Drie grote internationale kunstmanifestaties vinden gelijktijdig plaats: de Biënnale in Venetië, de Dokumenta in Kassel en Skulptur Projekte Münster. Het zijn alle drie manifestaties die zich nadrukkelijk richten op het verbinden van kunst aan onze fysieke en sociale omgeving. En dat doet bkkc ook binnen programmalijn 'Verbinden'. Programmaleider Liesbeth Jans blogt hierover.
Een vol jaarprogramma
In de slipstream van deze manifestaties vinden tal van symposia, excursies en debatten plaats over kunst in relatie tot onze leefomgeving. Zo organiseert Sculpture Network, het Europese platform voor driedimensionale kunst waar ook een aantal Brabantse organisaties lid van is, een jaarprogramma rond Art and Public Spaces. Florian Matzner, Duits kunstwetenschapper en curator, schreef voor Sculpture Network een interessant artikel als start voor dit themajaar. Hij merkt daarin op hoe ons gedrag in de publieke ruimte in de 21ste eeuw is veranderd. Vroeger voerde je een telefoongesprek achter een gesloten deur, tegenwoordig in een volle trein. We denken dat we efficiënt en economisch met onze tijd omgaan maar tegelijk ervaren we voortdurend tijdsdruk en is het levenstempo voor velen te snel.
tijd en ruimte
Florian Matzner ziet een belangrijk rol weggelegd voor hedendaagse kunstenaars bij het onderzoeken van het spanningsveld tussen willen versnellen en onthaasten en vraagt zich af hoe we onze gemeenschappelijke ruimte daarop kunnen inrichten. Kort samengevat; de publieke ruimte zou de plaats kunnen zijn waarin we communiceren, reflecteren en vorm geven aan een gemeenschappelijk doel. Deze gedachte sluit in mijn ogen perfect aan bij wat wij beogen met onze programmalijn 'Verbinden' waarover ik in mijn vorige blog schreef. Wij verbinden kunst aan onze fysieke én sociale omgeving, aan de ruimte die we delen. We zien dat kunst een belangrijke rol speelt bij het verbeteren van de kwaliteit van onze omgeving. We zien ook dat kunstenaars een actieve rol in de samenleving willen vervullen en dat er vanuit alle maatschappelijke sectoren vraag is naar hun creatieve bijdrage. En wij denken dat een goede, inspirerende en duurzame leefomgeving steeds belangrijker wordt.
unesco rapport
Wij zijn niet alleen met die gedachte. In het najaar van 2016 verscheen het Global Report, Culture: Urban Future van de UNESCO, waarin een lans wordt gebroken voor het systematisch bevorderen van cultuur in stadsplanning. De auteurs van het rapport benoemen drie voorwaarden voor cultureel diverse, veilige en welvarende steden: de mensen staan centraal, de kwaliteit van de omgeving wordt bepaald door cultuur en cultuur is de basis van een geïntegreerd beleid voor de ontwikkeling van onze woonomgeving.
en dan brabant
Ik denk dat we best trots mogen zijn op wat er in Brabant al jaren gebeurt met cultuur in de publieke ruimte. Op provinciaal niveau is er met de Impulsgeldenregeling een mogelijkheid geschapen om de culturele sector te verbinden aan andere sectoren, zoals Ruimte of Gezondheidszorg. In de steden is, na een periode van bezuinigingen, weer een toenemende belangstelling voor kunst in de openbare ruimte. Om wat voorbeelden te noemen: het StadsLab CuPuDo (Cultuur in het Publieke Domein) van de Gemeente Tilburg onderzoekt hoe ideeën van bewoners voor cultuur in hun wijk versterkt en verrijkt kunnen worden, en wat er nodig is om hun plannen te realiseren. De Gemeente ’s-Hertogenbosch maakt zich sterk voor het realiseren van een spoor van keramische kunstwerken in alle wijken van de stad. En laten we de zorginstellingen, scholen, het bedrijfsleven en de natuurorganisaties niet vergeten! Ook in het landelijk gebied is volop kunst te beleven. Deze zomer vindt alweer voor de 10de keer de Landkunst-manifestatie in Brabant plaats. Op allerlei plaatsen in de natuur en op het platteland vertellen en verbeelden kunstenaars de geschiedenis van de plek. Houd daarom de website van Landkunst en de Land Kunst Krant in de gaten!
Meer weten over het verbinden van kunst aan onze omgeving?
Neem contact met mij op.