Nalatenschap, beheer en behoud, collectieregistratie; echt sexy klinkt het niet, maar actueel is wél. bkkc houdt zich al enkele jaren bezig met het onderwerp, in de vorm van het project Archief voor de toekomst. Dat heeft inmiddels geresulteerd in enkele onderzoeken, een symposium en de e-publicatie Archief voor de toekomst.
Ruim tien jaar geleden stond de maand mei in het teken van ‘WaarnaARToe?’; een serie rondritten die we per touringcar langs kunstwerken in de openbare ruimte maakten. We reden met een geïnteresseerd gezelschap afwisselend routes door West-, Midden-, of Oost-Brabant en bezochten daar plekken die ik wel van foto’s uit portfolio’s van kunstenaars of van websites kende, maar waar ik zelf niet vaak in levende lijve was geweest.
Zo maakte ik kennis met bijzondere werken verstopt in kleine inbreidingswijkjes, in hofjes en in polders. Prachtige locaties waar je aan voorbij zou rijden als niet iemand je er op wees. Die iemand was ik, of een andere collega van dienst. We namen de rol van reisleider aan en vertelden over de ontstaansgeschiedenis en de achtergronden van de werken. Waarom ze daar eigenlijk stonden, en wat de kunstenaars daar mee hadden willen vertellen.
Hebben we hier dat hele eind voor gereden?
Soms hoorde je bij aankomst tijdens het leegstromen van de bus het gezelschap wel eens morren: “Hebben we hier dat hele eind voor gereden?” Vooral aan het eind van de dag, als iedereen moe was en we al twee keer waren verdwaald liet zich altijd wel iemand dat ontvallen. Maar, als wij -of de kunstenaar zelf, die we soms uitnodigden met ons mee te gaan- eenmaal het verhaal gehouden hadden, en mensen hadden met eigen ogen goed gekeken en de context op zich in laten werken, dan klonk bij het instappen negen van de tien keer wat anders. “Toch heel bijzonder…., goh, dat had ik niet gedacht...” Of iets van dien aard. En dan hadden ze toch nog even snel wat foto’s gemaakt zodat ze het verhaal thuis konden navertellen.
Aan het eind van zo’n dag kon je me opvegen. Praten als Brugman, navigeren zonder TomTom en toch zorgen dat je op tijd op het lunchadres aankwam en dat je niemand onderweg was kwijtgeraakt.
Toch denk ik er met veel genoegen aan terug. Want in ruil voor de verhalen die wij te berde brachten, vertelden onze medereizigers ons over de geschiedenis van de streek en over wat zij wisten van het werk. Bijvoorbeeld hoe de buurt er mee om ging, welke verhalen erover de rondte deden en wat er in de loop der jaren allemaal mee gebeurd was. Denk aan verplaatsingen, de onbedoelde rol of functie die het werk soms kreeg, buurtacties voor behoud of voor verwijdering, schades, achterstallig onderhoud. De dingen die je niet in het portfolio of op de gemeentelijke website aantreft. Ik heb daar als adviseur veel van opgestoken.
Ik leerde met ‘WaarnARToe?’ een prachtige, openbare kunstcollectie kennen. En ik maakte nader kennis met hele mooie stukken van Brabant, zijn geschiedenis en de mensen die er wonen.
Omvangrijk en kwetsbaar
Ik denk dat het onderwerp ‘behoud en beheer’ van kunstwerken in die tijd mijn onverdeelde aandacht kreeg. Want behalve het besef dat we een rijke en omvangrijke collectie kunstwerken in de openbare ruimte bezitten, zag ik ook hoe kwetsbaar die was. En hoe belangrijk het is dat er instanties, of liever: mensen zijn die bereid zijn voor een werk te zorgen. Dat is in eerste instantie de opdrachtgever die een zorgplicht heeft. En de maker zelf, niet te vergeten. Ik ken kunstenaars die met argusogen de werken die ze in de loop der jaren in de openbare ruimte tot stand brachten in de gaten houden en voor verval, molest of sloop proberen te behoeden. Er zijn kunstenaars die daar hun dag mee kunnen vullen.
Een lid van de familie
Ervaring leert dat juist omwonenden bij die zorgtaak een cruciale rol spelen. Het draait om mensen die bereid zijn zich in te spannen voor het behoud van iets. Die zich het werk toe-eigenen. Alsof het een lid van de familie is. Zo ontstaat erfgoed, door toe-eigening. Een belangrijke voorwaarde is dat mensen snappen ‘wat dat ding daar doet’. Ze moeten zich er in kunnen verplaatsen. Dat kun je een handje helpen door informatie over het werk via de website van de opdrachtgever, de kunstenaar, de buurtvereniging of de heemkundekring te ontsluiten. Of via een app als brabant vertelt, of een feuilleton in de krant. Behoud en beheer begint bij een goede informatievoorziening. Maar bovenal: je hebt verhalen nodig. Verhalen over het werk, die zich door mensen die er liefde voor hebben laten doorvertellen.
Collecties in woningen, op zolders, of in kelders
Dat brengt me op de reden waarom ik dit blog schrijf. Want ik wil je aandacht vestigen op de zorg voor collecties en archieven van hedendaagse kunstenaars die niet of nauwelijks zichtbaar zijn in het publieke domein. En dat lukt het beste met een verhaal. Het gaat om collecties en archieven die door particulieren worden beheerd. Ze bevinden zich in woningen op zolders of in kelders, in ateliers, in kasten, laden en ordners. Daar worden enorme hoeveelheden kunstwerken, schetsen, brieven, foto’s, boeken, films en nog veel meer gekoesterd. Dat wat kunstenaars gedurende hun loopbaan tot stand hebben gebracht, maar wat niet beheerd wordt door musea of door andere collectionerende instellingen. Het is in handen van de maker zelf, van verzamelaars of erven van kunstenaars (nalatenschappen) of van kleine stichtingen.
De problemen bij particulier beheerde collecties en archieven komen voort uit het feit dat de zorg op lange termijn niet gewaarborgd is. Als de zorg van het individu of een kleine groep individuen stopt, bijvoorbeeld door een calamiteit, het stoppen van de beroepspraktijk of het overlijden van de kunstenaar, is er niet meteen iemand die de zorgtaak overneemt. Dan dienen collectie en archief in andere handen over te gaan.
Voor je werk aan andere gegadigden kunt schenken, in bruikleen kunt geven of verkopen moet er heel wat gebeuren. Selecteren bijvoorbeeld. Je kunt niet verwachten dat anderen zondermeer bereid zullen zijn honderden werken en meters archief op te nemen. Ook vernietiging is een reële optie. Bijvoorbeeld voor delen die geen toegevoegde waarde hebben of afbreuk doen aan de rest van de collectie. Of als andere opties gewoonweg niet voorhanden zijn omdat er gewoonweg niemand is die er voor wil zorgen.
Veel kunstenaars op leeftijd die hun levenswerk goed onder willen brengen liggen er wakker van. Vandaar dat we eind vorig jaar in het kader van het meerjarige project ‘Archief voor de Toekomst’ hierover een e-publicatie uitbrachten met de titel: ‘het oeuvre als inzet: handreikingen voor het spelen van een ernstig spel’.
bkkc connects
Op 19 mei 2016 organiseert bkkc van 14.30 – 17.00 uur een bijeenkomst met collectiewaardering als onderwerp. Ik spreek zelf en heb als gasten uitgenodigd: Robert Gillesse, senior medewerker van Stichting DEN (Digitaal Erfgoed Nederland), en Roman Koot, hoofd Afdeling Bibliotheek en Archieven RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. De titel is: kunstenaar op de weegschaal. Waarop baseren (erfgoed)instellingen hun oordeel bij aankopen, tonen en bewaren van werk, zowel fysiek als digitaal? Hoe gaan ze om met behoud, beheer, registratie, selectie en waardering? Hoe leg je als kunstenaar gewicht in de schaal? Welke problemen kom je tegen?
Want, problemen kom je tegen. Die komen voort uit het feit dat de particulier beheerde collecties en archieven voor derden slecht toegankelijk zijn. Bovendien zijn ze in veel gevallen niet of beperkt zichtbaar voor de buitenwacht. Ook ontbreekt de expertise op het gebied van behoud en beheer. Al helemaal waar het gaat over de digitale component van de collectie en het archief. De collectieregistratie en de conditieregistratie laten vaak te wensen over en zijn niet gestandaardiseerd. Informatie bevindt zich versnipperd op het internet, in de bedrijfsadministratie, in publicaties, op kaartensystemen, etc.
Als er snel gehandeld moet worden, ontbreekt het aan gestructureerde informatie die met anderen snel gedeeld kan worden. De persoon of instelling die om hulp gevraagd wordt kan zich geen goed beeld vormen van de aard van de collectie en het archief en de omvang van het probleem dat zich voordoet. De waarde van hetgeen waarvoor de aandacht wordt gevraagd valt voor anderen moeilijk te bepalen. Laat staan dat bepaald kan worden wat de opties zijn en waar het antwoord op de hulpvraag mogelijk ligt.
WaarnaARToe?
Meer weten over collectiewaardering?
Neem contact met mij op.