- Inspiratie;
- Cultureel ondernemerschap
- Grote Brabantse gemeenten
- Makers
Aangemaakt op: vr 03 jun. 2022
Jonge kunstenaars, net afgestudeerd of pas kort aan het werk, hebben een grote behoefte aan fijne atelierruimte. De vijf grote Brabantse steden willen hen wel die creatieve ruimte bieden in de vorm van leegstaande gebouwen, maar in de praktijk lukt het vaak niet.
Geschreven door: Annelies Wijnen
Breda, Tilburg, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Helmond zijn blij met creativiteit in hun stad, een culturele broedplaats verhoogt de levendigheid. Toch is een atelierbeleid in deze steden lang niet vanzelfsprekend.
Breda onder de loep
In de gemeente Breda ontstond kortgeleden enige ophef over dit onderwerp. Daarom nemen we deze gemeente wat uitgebreider onder de loep en vergelijken die situatie met hoe het bij de andere grote Brabantse steden zit.
Breda heeft geen officieel atelierbeleid geformuleerd. Er zijn vooral initiatieven in de wijk Belcrum, maar ook die staan onder druk. Langzaamaan verdwijnt de creatieve werkruimte in de stad waar de bekende academie St. Joost is gevestigd en generaties talentvolle kunstenaars heeft afgeleverd. Door gebrek aan perspectief en stijgende kosten is eind vorig jaar de stekker uit de culturele broedplaats Electron/MotMot Gallery getrokken. “De gemeente wil wel broedplaatsen, maar pakt daar niet op door”, zegt Lisette Spee, directeur Electron/MotMot Gallery. “Er ligt zelfs een motie van de gemeenteraad om broedplaatsen de ruimte te geven.”
Onlangs startte kunstenaarscollectief Zut Mon Sac (acht beginnende kunstenaars, afkomstig van St. Joost) een petitie in de hoop dat de laatste plek in het stadscentrum niet het definitief einde betekent van de broedplaatsen in het centrum. Hun atelierruimte was tot medio mei in het oude postkantoor aan de Oude Veste in Breda, maar dit wordt nu verbouwd tot een appartementencomplex.
“Alles wordt momenteel omgetoverd tot woonruimte”, zegt Bodil Havermans, deelnemer aan Zut Mon Sac. “Begrijpelijk met de huidige woningnood en opvang van Oekraïners, maar wij willen ook ergens terechtkunnen. Vanuit de gemeente krijgen we geen medewerking. Zo hebben we contact met Lisette Spee, om daarheen te kunnen als tussenoplossing, maar de gemeente moet dan weer bepalen of wij daarvoor in aanmerking komen. Zelf hebben we geen contactpersoon bij de gemeente. Heel onduidelijk allemaal.”
Op de dag dat Zut Mon Sac hun atelierruimte moest verlaten, werd alles ingeladen en vertrokken zij richting Electron. “Het was nog steeds niet duidelijk of zij hier mochten intrekken”, zegt Spee. “Na het uitoefenen van enige druk op de betreffende ambtenaar tijdens een telefoongesprek, kwam het hoge woord eruit. Ze mochten er niet in, alleen hun spullen beneden tijdelijk wegzetten. Ook al stond de betreffende ruimte leeg.” In overleg met Ageeth Boermans van CLIB.nu, beheerder van cultureel vastgoed in Breda, werd alsnog besloten dat Zut Mon Sac voorlopig kan gebruikmaken van de genoemde ruimte bij Electron. “Dat is dan te danken aan onze goede samenwerking.”
Tijdelijke ruimtes in Helmond
Ook in Helmond bestaat geen actief beleid, maar er zijn wel gebouwen beschikbaar en de gemeente denkt mee. “We steunen de initiatieven van kunstenaars door bemiddeling tussen hen en de vastgoedondernemers”, legt Victor Willems, beleidsadviseur kunst en cultuur, uit. “Soms lukt het antikraak, maar het zijn altijd tijdelijke ruimtes totdat die gebouwen weer een andere functie krijgen. Een ander probleem is dat de ruimte vaak tegen een marktconforme prijs wordt aangeboden door vastgoedondernemers en dat is dan geen optie voor een beginnend kunstenaar.”
Cultureel vastgoed in Tilburg
Stichting Ateliers Tilburg (SAT) werkt onder andere samen met de gemeente Tilburg om (professionele) kunstenaars betaalbare werkruimte te bieden in de stad. Zij verhuren cultureel vastgoed, wat heeft geleid tot een aanzienlijke groei van het aantal panden en ateliers in de stad. Op dit moment beheert SAT tien panden verspreid over de stad. Carré en NS16 zijn aangekocht, maar ander locaties worden gehuurd. Deze panden zijn van de gemeente, woningbouwcorporaties, onderwijs- en zorginstellingen en van particulieren.
Beleid in Eindhoven en Den Bosch
Eindhoven heeft in 2019 een beleid voor atelierruimte vastgesteld. De stad maakt een explosieve groei en heeft zo’n 700 ateliers in gebruik van diverse aanbieders in verschillende prijsklassen. Eindhoven wil gemeentelijk vastgoed benutten op een duurzame manier en tegelijkertijd wil de stad ‘nieuwe gebieden’ als Strijp-S ontwikkelen als broedplaats.
Zo experimenteert TAC als grote ontmoetingsplek voor experiment en verbeelding. Hier werken zo’n 200 startende (internationaal) georiënteerde kunstenaars en ontwerpers. TAC speelt een verbindende en faciliterende rol tussen bedrijfsleven, publiek, en wetenschap. En daarnaast is de gemeente begin dit jaar een overeenkomst aangegaan met een externe partij, Microlab. Zij gaan twee oude schoolpanden exploiteren als atelierruimten, specifiek voor designers. Op dit moment worden de gebouwen al gebruikt als atelierruimte voor kunstenaars.
Ook de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft in 2019 een beleidsnota vastgesteld, waarin ruimte is voor atelierbeleid. Hierin werd geconcludeerd dat ‘het huidige beleid onvoldoende aansluit bij behoefte van jonge talenten.’ ‘Er is aandacht voor het probleem van een tekort aan broedplaatsen, maar het is zeker nog niet opgelost’.
Atelierruimtes en culturele broedplaatsen
De komende weken besteden we in meerdere artikelen aandacht aan de problematiek rondom het vinden van betaalbare atelierruimtes in Brabant en bespreken we ook de noodzaak van culturele broedplaatsen. Zo laten we lector Bart de Zwart eind deze maand aan het woord over wat broedplaatsen zo bijzonder maken en nemen we volgende maand poolshoogte bij 3 makersplekken: Stichting KOP, United Cowboys en Werkwarenhuis.