Het Beloofde Land is een ontwikkel- en productietraject van Screen Talent NL om de positie van regionale makers en producenten in de filmindustrie te versterken. “Het fungeert als springplank en levert een bijdrage aan de diversiteit in ons filmlandschap,” vertelt Maureen Prins, een van de initiatiefnemers. Waarom is dit traject zo belangrijk? MEST sprak erover met drie Brabantse betrokkenen.
Geschreven door: Elmay Claassen
Diversiteit binnen het landschap
Screen Talent NL zet zich in voor de filmproductie en -infrastructuur in Drenthe, Groningen, Friesland, Limburg en Noord-Brabant. Het collectief is opgezet door het Limburgse CineSud, New Noardic Wave uit de Noordelijke provincies en Playgrounds & partners uit Brabant. Maureen: “De subsidiegelden voor film landen grotendeels in Amsterdam, omdat daar de meeste producenten gevestigd zijn. Het is belangrijk dat het filmlandschap meer landelijke spreiding krijgt. Zo creëren we meer diversiteit en geven we andere origines, opleidingen en verhalen ook een podium.” De producent speelt daarin een belangrijke rol: makers moeten aan een producent verbonden zijn om geld aan te vragen bij fondsen. “Er zijn wel producenten in de regio’s, maar een groot deel daarvan doet vooral commerciële opdrachten. Wij willen hen verbinden met makers en hen opleiden om fondsaanvragen te kunnen doen,” aldus Maureen. Het Beloofde Land is een pilot om de verbinding binnen de regio’s te versterken. Op 14 februari zijn de namen van de geselecteerde filmmakers en producenten bekendgemaakt en momenteel ontwikkelen zij zestien scenario’s, waarvan uiteindelijk 5 films daadwerkelijk geproduceerd zullen worden.
De beperkingen en kansen van Brabant
De Bredase Charlotte Driessen is één van de geselecteerde producenten. Met haar bedrijf Harpy Films focust ze zich voornamelijk op fictie en documentaires. “Ik kreeg altijd te horen dat je naar Amsterdam moest verhuizen om carrière te maken in de filmindustrie”, vertelt ze. “Ik vind dat echt onzin. Iedereen moet dezelfde kansen krijgen, ongeacht je achtergrond of woonplaats.” Toch is het niet altijd makkelijk om in Brabant iets van de grond te krijgen. “Deze provincie loopt wel een beetje achter, er is hier bijvoorbeeld geen regionaal fonds. Daarom trek ik momenteel meer naar Limburg. Daar heb ik ook een netwerk omdat ik daar ben opgegroeid.”
Filmmaker Tom Elswijk ervaart dezelfde beperkingen binnen het Brabantse filmlandschap, maar toch lukt het hem aardig om zijn Eindhovense stem te laten horen. Tom: “Ik laat me niet tegenhouden door beperkte budgetten, ik vind altijd wel een manier. Het voordeel van lokaal georiënteerd zijn is de connectie met je omgeving. In die zin werk ik veel samen met mijn stad voor het verkrijgen van verhalen, filmlocaties of props. Zo kun je met weinig geld toch best veel bereiken.”
Screen Talent NL ziet dat iedere provincie zijn eigen regelingen hanteert als het aankomt op gelden. “Daarom zetten we niet alleen stappen in de praktijk, zoals met Het Beloofde Land, maar zijn we ook in gesprek met de provincies en lobbyen we op landelijk niveau.”
Verhalen uit de regio
Van de films die uiteindelijk geproduceerd worden, moet zeventig procent van de crew uit de regio komen. “Dat klinkt geforceerd, maar alleen zo kunnen we het vestigingsklimaat in de regio’s verbeteren,” zegt Maureen. De deelnemers krijgen tijdens het traject verschillende workshops om hun beroepspraktijk te verbeteren, zoals scriptcoaching. Tom: “De afgelopen jaren heb ik weinig samengewerkt met mensen die verstand hebben van film en weinig feedback gehad op mijn scripts. Ik vind het een verademing dat ik nu eindelijk met mensen kan sparren. Daardoor voel ik me minder alleen in mijn missie.”
De verhalen die tijdens Het Beloofde Land gemaakt worden, zijn allemaal geworteld in de provincies. Ook dat draagt bij aan een diverser klimaat. Charlotte: “Ik voel me bevoorrecht dat ik in Breda ben blijven wonen, want daardoor heb ik toegang tot authentieke verhalen die typisch zijn voor deze regio. En als je daar een universeel thema onder legt, kan dat wereldwijd een interessante film worden.”
Maureen onderstreept dat: “We moeten naar een bredere afspiegeling van ons land toe. Iedereen moet zich kunnen identificeren met de mensen die we in films en series zien.”
Samenwerking
In mei wordt de finale selectie van vijf films gemaakt. “Dat wedstrijdelement vind ik minder prettig,” zegt Charlotte. “Daarom hebben wij als producenten onderling afgesproken dat de personen die niet bij de finale selectie zitten, aansluiten bij één van de andere producties. Zo kan iedereen toch nog een volledige ontwikkeling doormaken.” Tom ziet ook kansen als het gaat om onderlinge samenwerking. “Als ik gekozen wordt, ga ik een maker die niet gekozen is inhuren en andersom. We moeten niet met elkaar concurreren, we hebben elkaar nodig.”
Toekomst
Als Toms ingezonden film Assemblea uitgekozen wordt, kunnen we die vanaf het najaar van 2024 bekijken. De korte film is onderdeel van De Melker, een serie over woningnood. Charlotte gaat de film Amerika, America van Floris Ramaekers en Lianne Damen produceren. Één ding is zeker: na deze pilot is Nederland vijf regionaal geproduceerde films rijker.
Het is nog afwachten wat de resultaten gaan zijn voor het filmklimaat, maar gelukkig wordt hier en daar al een verschuiving opgemerkt. “In de randstad wordt het ook al wel duidelijker dat hier ook interessante dingen gebeuren,” vertelt Charlotte. Maureen blijft in ieder geval strijden voor de positie van makers en producenten in de regio’s. “De treinreis van Amsterdam naar Eindhoven duurt tenslotte even lang als die van Eindhoven naar Amsterdam.”