In de jaren ’80 waaide breakdance over vanuit de Verenigde Staten. Nu, zo’n veertig jaar later, besloot het Olympisch Comité deze dansvorm in 2024 officieel onderdeel te maken van de Olympische Spelen in Parijs. Jip ging in gesprek met Angelo Martinus en Tyrone van der Meer, al twintig jaar aanjagers van breakdance in Nederland. Wat betekent deelname aan de Spelen voor de breakdance scene in Nederland?
- Geschreven door Jip Bierkens,
Angelo en Tyrone behoren tot de stroming van jongens uit de jaren ‘80 die met ‘breaking’ opgegroeid zijn. Zij voelden zich al van jongs af aan thuis in de hiphop scene. Dit jaar werd Angelo dankzij zijn inzet voor de urban community en het verbinden van verschillende doelgroepen en projecten genomineerd voor de Eindhoven Cultuurprijs. Ook kreeg hij de Rabo Publieksprijs toegekend. The Ruggeds, een Eindhovens breakdance collectief waar Angelo programmaleider is, won vanwege haar voorbeeldfunctie voor vele jongeren de Waarderingsprijs van de jury.
Breakdancen is onderdeel van een grotere hiphopcultuur en voelt daarom misschien minder als het beoefenen van een sport. Maar toch is het binnenkort officieel onderdeel van de Olympische Spelen. Hoe zit dit precies?
Angelo: “Deze vraag wordt heel vaak gesteld en ik denk dat, als je het aan een b-boy of b-girl (breakdancers, red.) vraagt, zij zullen zeggen dat ze gewoon b-boy of b-girl zijn. Breakdancen vergt heel veel toewijding, misschien juist meer dan een topsporter omdat topsporters gebruik kunnen maken van een infrastructuur die al bestaat. Jonge voetballers die worden gescout door een coach langs de lijn, kunnen een traject tot aan professional volgen dat volledig voor hen wordt ingekleed. De manier waarop je als breakdancer moet trainen en reizen, maakt het nog actiever dan topsport. De breakdance-wereld leeft al jaren met het feit dat cultuur niet als sport wordt gezien en sport niet als cultuur.’’
Tyrone: “De reden dat het Olympisch Comité de sporten op de Olympische Spelen over een andere boeg wil gooien, is omdat veel oude structuren gewoon niet meer werken. In breakdance zijn jongeren zeker competitief, niet vanwege een zwaarwegend competitie-element maar vanwege hun eigen innovatiedrang. De ene danser verzint iets en de andere wordt daardoor geraakt, en verzint weer iets anders. Het gaat minder om een bepaalde tijd of afstand te verbeteren, maar meer om het creatieproces. Als je vraagt, is breakdancing nou cultuur of sport, dan zit je veel te veel op het snijvlak, het een sluit het ander niet uit.”
Vinden dansers het vervelend als hen deze vraag gesteld wordt?
Tyrone: “Het stellen van zo’n vraag doet wel pijn bij een danser. Als hij moet zeggen dat breakdancing cultuur is, dan refereert hij vooral aan de artistieke aspecten, maar daarmee zou hij verloochenen dat hij er elke dag heel hard voor traint en hier zijn levenswijze volledig op aangepast heeft. Maar als hij zegt dat breakdancing alleen maar sport is, lijkt het alsof de artistieke inbreng die voor iedereen anders is, en de kwaliteit die iedereen daarin heeft, er niet meer toe doet bij het bepalen of hij een medaille wint. Misschien moet het Olympisch Comité, en ook de maatschappij, ernaar kijken dat dit gewoon de toekomst is, dat het niet meer sport óf cultuur is, maar dat het andere, nieuwe manieren zijn waarop jongeren competitief zijn of zich aan elkaar willen presenteren.”
Met deelname aan de Olympische Spelen gaat er vast een hoop veranderen voor het professionele breakdancen. Deelnemers aan wedstrijden moeten bijvoorbeeld dopingtesten gaan afleggen. Hoe kijkt de breakdance community hiernaar?
Tyrone: “We hebben hier niet om gevraagd, dat is eigenlijk het grote probleem. Deze ontwikkeling komt rond de tijd dat niemand er eigenlijk mee bezig was. De wereldwijde dansfederatie, die eigenlijk van oorsprong een ballroomorganisatie is, heeft als enige de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij het Olympisch Comité. Het lukt hen al bijna 100 jaar niet om dans als onderdeel van de Olympische Spelen te realiseren, tot nu dan eindelijk breakdance is goedgekeurd. Zonder dat zij (de wereldwijde dansfederatie, red.) echt vertegenwoordigers zijn van de breakdance cultuur. Daar is wel heel veel weerstand ontstaan. De oude generatie breakdancers wantrouwt de media en grote bedrijven, ze hebben een soort trauma van de ‘overpopulariteit’ van breakdancen. Vanaf de jaren ’90 hebben zij zelf, zonder grote media, zonder grote merken, de beschikking gehad over de heropbouw van deze cultuur. Aan de andere kant is er ook een gedeelte van de community die ziet dat er een kans ligt die ze willen aanpakken, hun stem laten horen.”Angelo: “Het ding is; het is besloten en gaat gebeuren. Dan kun je twee dingen doen. Je kunt boos zijn, en niet mee willen doen, of kijken hoe je er het beste van kunt maken. Daarom zijn wij meteen naar de NADB (de Nederlandse Algemene Danssport Bond, red.), NOC*NSF, topsport centra en onderwijsinstellingen gestapt om met hen allemaal het gesprek aan te gaan. In andere landen gebeurt dat niet en zie je ook veel weerstand ontstaan. Het is natuurlijk nog maar de vraag of het Olympisch blijft, dat weten we nog niet, maar het biedt ons natuurlijk de komende vier jaar wel een hoop kansen om iets waar we van houden op een goede manier neer te zetten.”
Dat doen jullie door bijvoorbeeld een conferentie te organiseren, waar al deze organisaties samenkomen om het gesprek aan te gaan met de community. Kunnen jullie daar al iets meer over vertellen?
Tyrone: “In Nederland hebben we een hele goede verstandhouding tussen dans, cultuur en overheid en onderwijs. Breakdance in Nederland is nog helemaal niet ingericht op deelname aan Olympische Spelen, maar op hele andere dingen waar de markt om vraagt, zoals optredens of theatervoorstellingen. Tijdens de conferentie die we organiseren willen we het NOC*NSF, vertegenwoordigers van verschillende topsport-opleidingen, de voorzitter van de NADB en de voorzitters van de Nederlandse Breaking League uitnodigen om elkaar te leren kennen en te spreken. Vervolgens gaan we met iedereen echt het gesprek aan; met experts, gemeenten, de culturele sector, maar ook breakers en coaches uit de community. We willen voorkomen dat bestaande plekken straks vergeten worden door de focus op de Spelen.”
Wat betekent deelname aan de Olympische Spelen voor de toekomst van breakdance?
Angelo: “Breaking is de afgelopen tien, vijftien jaar vooral ondersteund door cultuur. Dat breakdance is wat het is, komt doordat er vooral in Brabant veel geld uit de culturele sector is gestoken in hiphop, urban arts en breaking. Juist dat vinden wij ook interessant; hoe gaat deze sector zich straks bewegen als de vraag wordt gesteld die jij helemaal in het begin stelde: Is breakdancing onderdeel van een cultuur of is het een sport? Dat is precies de reden dat we alle organisaties hebben uitgenodigd voor onze conferentie. Het blijft heel lastig om een groot publiek te trekken voor cultuur, en straks hebben we natuurlijk het allergrootste podium van de wereld. Ik wil dat ook de fondsen gaan inzien dat we die dansers kunnen gaan voorbereiden om straks op een podium te gaan staan voor miljoenen mensen. Ik zie het wel als een soort van missie voor Tyrone en mij om aan beide kanten, cultuur én sport, die lobby te starten zodat ze naar elkaar toe kunnen werken in de toekomst.”
Op woensdag 11 december vindt tijdens de Urban Dance Dagen in het Parktheater in Eindhoven de Olympic Goldrush Conferentie plaats. Ben je op een of andere manier betrokken bij of geïnteresseerd in breakdance, urban dans & culture of danssport en wil je erbij zijn? Check de website van het Parktheater!