Aangemaakt op: di 05 mrt. 2024
‘Wat betekenen die stippen op het schilderij voor jou? En, waaraan zie je op welke plek dit werk gemaakt is? Zet je koptelefoon maar op en luister naar het geluid op het rode kanaal’, begint museumdocent Mary Vincenten. Ze staat met twaalf leerlingen van de Sancta Maria Mavo in Den Bosch voor een gigantisch kunstwerk in Het Noordbrabants Museum. Deze leerlingen ervaren een Club Zien programma; een educatief, curriculum vervangend aanbod, specifiek voor leerlingen van het vmbo.
Geschreven door: Simone Vos
“Ik hoop dat deze ochtend in het museum wat losmaakt bij de leerlingen. Al onthouden ze maar één schilderij. Het is goed om met z’n allen in het museum te zijn, lang niet alle kinderen gaan naar musea, dus dit is een goede stap. Zo’n rondleiding van een museumdocent en opdrachten in de zalen, maakt dat ze even anders naar kunst kijken”, vertelt Sacha Kraanen, zij is vanuit de Sancta Maria als begeleider mee met deze groep. In totaal doen vandaag drie groepen van de school mee aan Club Zien, het is activiteitenweek op school en zo doen ze net wat anders dan anders op educatief gebied.
Aansluitend aanbod
Club Zien is in het leven geroepen om alle vmbo-leerlingen in Brabant kennis te laten maken met musea en om uitdagend en aansluitend aanbod voor hen te ontwikkelen, vertelt projectleider Sander Roovers. Met zijn drie collega’s Eline, Isabel en Manoah werkt hij samen aan Club Zien in Brabant.
In 2021 begon het met een pilot-traject voor vijf Brabants musea en het onderwijs om een uitdagend programma te ontwikkelen voor de leerlingen. Na een aantal jaren onderzoeken, testen en bijschaven met leerlingen, docenten, educatiemedewerkers, culturele partners en directies, is in 2023 Club Zien ontstaan. Het aanbod bestaat uit twee opties: de museumles Ogenschijnlijk, voor vmbo-onderbouw en Opzicht, voor de bovenbouw.
Soundtrack bij kunst
De eerstejaars leerlingen van de Sancta Maria Mavo volgen de museumles Ogenschijnlijk, die bestaat uit drie kwartier een rondleiding met opdrachten in de zaal en drie kwartier een maakopdracht in de educatieruimte van het museum. Die maakopdracht is voor deze groep: een soundtrack opnemen bij een kunstwerk. Met verschillende materialen als plastic zakjes, knikkers en houten blokjes, maken ze geluid dat ze met een IPad opnemen. “Het kwam heel duidelijk naar voren uit de gesprekken met de pilot-scholen dat leerlingen graag willen doen en maken. Alleen een rondleiding met opdrachten zou niet voldoende zijn, ze willen zelf de ruimte om te struinen en creatief bezig te zijn, vertelt Sander.
“Leerlingen hebben behoefte aan vrijheid en autonomie. Ze willen niet aan de hand meegenomen worden als ze binnenkomen. En: voor docenten is het van belang dat het een andere beleving is dan op school. Daarom die silent disco-koptelefoons in combinatie met kunstwerken. We verbinden geluid aan kunst, design en erfgoed dat is ook voor docenten een toffe ervaring”, zegt hij.
‘Aan’ gaan
Die andere manier van kunst beleven is voor leerlingen Loïs (13) en Nova (12) zeker een toegevoegde waarde. Ze staan samen voor een schilderij van Jan Sluijters. Bij het werk mogen ze een geschikt geluidsfragment uitkiezen en daarna tekenen ze wat ze bij dat geluid voor zich zien. “Ik vind de kleuren van dit schilderij bijzonder en dat gezicht van het kindje is heel toegankelijk”, zegt Nova. “Het zijn leuke opdrachten zo. Dat tekenen en de geluiden erbij, maakt het uitdagend. We gaan sowieso met het gezin weleens naar musea, dus ik ben wel geïnteresseerd.”
Een paar meter verderop staan Xavi (13) en Tara (12) naar een kunstwerk te kijken. “Ik vind kunst saai, maar die muziek maakt het leuk. Het is ook leuker dan in de klas zitten”, lacht Tara. Voor museumdocent Mary is het fijn om te merken dat sommige leerlingen echt ‘aan’ gaan. “Het is voor mij al een geslaagde ochtend als maar één leerling er iets uit haalt. Juist door deze opzet krijgen ze meer ruimte en dat merk je, daar reageren ze ook op.”
Inspelen op belevingswereld
Om de museumlessen en het aanbod verder uit te werken, wil het team van Club Zien nog betere aansluiting bij de verschillende leerjaren en leerwegen binnen het vmbo vinden. “Het aanbod zoals het nu is, blijft, want het gaat minder om kwantiteit en meer om kwaliteit”, vertelt Sander. “Juist deze twee lessen voor onderbouw en bovenbouw zijn zo ingericht dat we ze kunnen uitrollen door heel Brabant, met wat aanpassingen per museum. De museumdocenten leren nog beter inspelen op de behoeften van de leerlingen en de belevingswereld van leerlingen”, zegt hij.
“Idealiter willen we dat vmbo-leerlingen twee keer in hun schooltijd naar het museum komen. En: het zou heel mooi zijn om in de volgende periode (vanaf 2025) te zorgen dat alle musea in heel Brabant aansluiten. Juist dat anders kijken naar kunst, design en erfgoed is essentieel. We laten leerlingen graag ervaren wat het met je doet.”
Club Zien
Het vierjarige traject waaruit Club Zien is ontstaan, is gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Provincie Noord-Brabant. Na de pilot-trajecten met vijf scholen in Den Bosch, is Club Zien in 2023 ook bij Museum Helmond, Van Abbemuseum Eindhoven en het Stedelijk Museum Breda uitgerold en zijn in de loop van 2024 ook rechtstreeks te boeken.
In 2024 werken de programmamakers van Club Zien verder aan een Brabant-breed aanbod, waarbij elf Brabantse musea samenwerken. De musea die erbij komen, zijn Museum Jan Cunen in Oss, het Schoenenkwartier in Waalwijk, Markiezenhof in Bergen op Zoom en het Tongerlohuys in Roosendaal, TextielMuseum Tilburg en De Pont in Tilburg; een zo breed mogelijke spreiding door Brabant.