Organisaties voor wie cultuureducatie core business is, moeten zich aanpassen aan de snel veranderende wereld om hen heen. Hoe innoveren zij? Mestmag.nl zet drie adviezen op een rij.
Geschreven door Iris van den Boeze
Cultuureducatie in je vrije tijd? In Brabant vinden we dat iedereen daar toegang toe moet hebben. Of het nu gaat om pianoles, schilderen of toneelspel en ongeacht je leeftijd of je woonplaats. Om er voor te zorgen dat cultuureducatie voor alle Brabanders toegankelijk is en blijft - gaf de provincie Noord-Brabant Kunstbalie de opdracht overheden, maatschappelijke en culturele partijen, het onderwijs en het bedrijfsleven te verbinden met deze ambitie. Dat deze ambitie realiteit kan zijn wordt op verschillende plaatsen in Brabant aangetoond. Kunstbalie volgt, ondersteunt en deelt komend jaar negen voorbeeldsituaties waar bijzondere ontwikkelingen zijn op het gebied van onder andere toegankelijkheid, innovatie of samenwerking. Het eerste artikel in deze reeks gaat over innovatie.
Advies 1: innoveer samen met je publiek
Wanneer kunstencentra en andere organisaties voor buitenschoolse cultuureducatie hun aanbod samenstellen of vernieuwen, stemmen ze dat tegenwoordig steeds beter af met hun publiek. En dat is maar goed ook, als je het aan Menno Roozendaal vraagt tenminste. Als wethouder van de gemeente Meierijstad was hij betrokken bij de oprichting van Phoenix Cultuur. “Je moet je ogen open houden en naar de samenleving kijken”, zegt hij. “Je kunt wel op een kamertje bedenken dat je iets met robots wil doen, maar als daar geen behoefte aan is sla je de plank volledig mis.” Dat je niet bang moet zijn om vraaggericht te werken, realiseerde hij zich toen hij zijn dochtertje bezig zag met een muziekprogramma op de iPad. Dat is wat kinderen van haar leeftijd aanspreekt, dus daar kun je als cultuureducator iets mee.
Advies 2: innoveer samen met andere organisaties en vakgebieden
Cultuur is een spiegel van de hedendaagse samenleving, toch? Als je er zo naar kijkt is het best vreemd dat organisaties in de kunsteducatie-sector lange tijd vooral op hun eigen eiland bleven zitten. Dat besefte Jan van Dongen, hoofd Innovatie en Projecten bij het Regionaal Instituut Cultuur en Kunst (RICK), zich maar al te goed. Het Weertse kunstencentrum werkt sinds een aantal jaren intensief samen met andere vakgebieden in de Limburgse gemeente. “Al onze docenten hebben we innovatietrajecten aangeboden”, zegt Jan. “Ze kregen de opdracht mee: kijk eens wat je kunt met het onderwijs of in de zorg. We hadden zo tien verschillende trajecten waarbij we iedereen verder lieten kijken dan zijn eigen discipline.”
Volgens Jan hebben de innovatietrajecten docenten geholpen om over hun muurtje te kijken. “Maar er zijn ook nog steeds docenten die voor traditionele lessen kiezen en dat is prima. Zo hebben we een mooi, divers en gevarieerd aanbod.” Ook Ghislaine de Brouwer, directeur Brede Scholen Boxtel, vertelt dat haar organisatie letterlijk de deuren heeft opengezet voor de omgeving waarin ze staat. De Brede Scholen Boxtel worden nu regelmatig door andere instellingen uit de gemeente gevraagd om mee te werken aan projecten en programma’s. “Een mooi voorbeeld is een project rond design thinking”, vindt ze. “Toen we nog aanbodgericht werkten, werden we niet voor dit soort samenwerkingen uitgenodigd. We waren toen meer gesloten, maar dat past gewoon niet meer bij de huidige samenleving.”
Advies 3: laat traditionele grenzen los
“We zijn een voormalige muziekschool, dus het lijkt misschien logisch om ons dan nu ook vooral op muziek te richten”, zegt Jan van den Eijnden, hoorn-docent bij het MDT collectief in Hilvarenbeek. “Maar wat binnen de scholen voor primair en voortgezet onderwijs gebeurt, willen we buitenschools versterken. Dat kan niet wanneer je je beperkt tot muziek alleen.” Het MDT, Muziek Dans Theater, probeert beter aan te sluiten bij haar klanten door de traditionele grenzen tussen kunstdisciplines open te breken. “Naast muziek, dans en theater richten we ons ook op onder meer mediawijsheid, audiovisuele middelen en erfgoed. Daar zijn we redelijk innovatief in, geloof ik. We werken ook nauw samen met de plaatselijke bibliotheek, De Werckwinckel en de plaatselijke amateurkunst zoals Koninklijke Harmonie Concordia van 1839.”
Jan betreurt het dat een aantal centra voor de kunsten zijn verdwenen. Maar aan de andere kant: dit zorgt wel voor meer ondernemerschap en het geeft ruimte voor vernieuwing aan de sector: “De centra voor de kunsten waren belangrijk, maar alles zat ook nogal vast. Er was weinig doorstroming van personeel en er werd niet zo vaak iets nieuws bedacht in het aanbod van lessen en cursussen. Nu werken we juist wél aan vernieuwing, met verschillende disciplines, bijvoorbeeld via ons hybride model voor buitenschoolse cultuureducatie.”