Gemeenten zijn de grootste financierders van kunst en cultuur in Brabant blijkt uit het nieuwe onderzoek van de Waarde van cultuur. Wethouder Arwen van Gestel houdt zich onder meer bezig met het cultuurbeleid in Roosendaal en Teun van Irsel is strateeg cultuur bij de gemeente Tilburg. Ze delen met ons hoe hun gemeentelijk cultuurbeleid tot stand komt en hoe data (onderzoek) daar een rol in spelen. Een thema dat centraal staat op de Dag van de Data op 19 september waarbij ook de Waarde van Cultuur 2024 gelanceerd wordt.
Geschreven door: Simone Vos
“Om goede beslissingen te kunnen nemen, hebben we data (informatie en feiten) nodig die ondersteunen. Kijk, niet alles is meetbaar, want de waarde van cultuur zit natuurlijk vooral ook in de beleving en verbinding. Maar het grote verhaal en het beleid moeten wel meetbaar zijn en in cijfers uit te drukken zijn. We willen laten zien aan de inwoners van de stad waar het geld naartoe gaat en wat het oplevert voor de stad”, vertelt Arwen.
Dat geldt ook voor Tilburg, merkt Teun. “We zijn steeds meer bezig met impactgericht werken, waarbij we willen laten zien wat kunst en cultuur betekenen voor de stad. Dat doen we aan de ene kant op metaniveau, door het onderzoek Waarde van cultuur, en aan de andere kant kijken we naar de projecten in de stad die impact hebben. Maar het blijft altijd lastig om die waarde van cultuur in harde cijfers uit te drukken. We wéten dat kunst bijdraagt, maar het is niet altijd één op één te zien”, vertelt Teun.
Beleving van cultuur
In Roosendaal meet de gemeente de beleving van cultuur met een bewonersenquête, maar ook daarin gaat het niet om keiharde cijfers, deelt Arwen. “Dat is écht de beleving, het plezier dat ze uit bijvoorbeeld een theaterbezoek halen. Maar je kunt wel meten hoeveel een theaterbezoek oplevert voor de horeca in de omgeving bijvoorbeeld. Of je kunt zien hoeveel extra parkeertickets er zijn verkocht op zo’n avond als er een voorstelling is”, vertelt hij verder. “Daarnaast hebben we goed in beeld hoeveel cultuurmakers er actief zijn in Roosendaal, wie er subsidie heeft ontvangen en welke opdracht ze daarmee uitvoeren. Zo zien we wel waar het geld heengaat, als aanjager van de kunsten.”
Waar het meten en de directe financiële opbrengst een stuk lastiger is, is bij projecten zoals de ‘Seniorenexpres’, waarbij ouderen die eenzaam zijn of graag nieuwe mensen ontmoeten, kunstzinnig bezig zijn, vertelt Arwen. “Er hebben dertig inwoners meegedaan aan dit project en het welbevinden gaat echt vooruit. Maar hoe druk je dat uit in cijfers, is het dan een op een door te zetten naar minder zorg? Of minder psychische hulp bijvoorbeeld? Dat is heel lastig meten en daar worstelen we ook mee.”
Harde cijfers?
Dat herkent Teun zeker in zijn werk. “Er zijn heel veel projecten in Tilburg waarin zorg en kunst samenkomen. Die zijn heel waardevol en je kunt de relatie tussen wat de kunstenaar doet en het effect bij de doelgroep wel enigszins meten, maar het is niet helemaal een op een hard te maken. Daarom gebruiken we de cijfers van Waarde van cultuur meer voor bewijsvoering voor het grotere verhaal: kunst draagt bij aan een stad waarin het fijn wonen en werken is”, zegt hij.
“Ook doen we mee aan het publieksonderzoek van Kunstloc Brabant, daarin kijken ze naar alle bezoekersdata van de instellingen in de stad. Dat geeft ons een goed beeld van wat er speelt en de instellingen krijgen meer inzicht in hun eigen werkveld.”
Regelloze ruimtes
Voor het maken van beleid neemt de gemeente Tilburg dus het publieksonderzoek en het Waarde van cultuur- onderzoek mee, maar ze doet zelf ook een aantal onderzoeken. “We hebben twee kwalitatieve onderzoeken gehouden waarbij we in gesprek gingen met mensen uit Tilburg. Zo’n zeventig mensen die ongeveer een dwarsdoorsnede van de samenleving vertegenwoordigden spraken we over het cultuuraanbod, wat er goed is, wat er mist”, vertelt Teun. “Ook hebben we een enquête onder jongeren gehouden, die gaven aan dat de ‘regelloze ruimtes’, de plekken waar ze terecht kunnen om eigen werk te maken, heel erg fijn zijn.”
“Tot slot hebben we een onderzoek gedaan naar de meerkosten van fair pay. Daar kwam uit naar voren dat de basisinstellingen een eerlijke prijs betalen, maar daardoor dus hun bedrijfsvoering niet op orde hebben. En dat kleine organisaties het nog moeilijk voor elkaar krijgen. Daar doen we dan in ons beleid wat aan, kijken we hoe de subsidie daarvoor opgehoogd kan worden. Daar zie je weer dat onderzoek heel waardevol is.”
Cultuurvisie voor tien jaar
Bij de gemeente Roosendaal staat het belang van data en onderzoek doen ook steeds hoger op de agenda. “We zijn nu bezig met de cultuurvisie voor tien jaar. Dat is een hele andere manier van kijken naar beleid. De eerste paar jaar investeren we in kunst op verschillende vlakken; economie, welzijn en zorg, ontspanning en verbinding, dan kijken we wat het oplevert en evalueren we dat. Dan zien we uit de data en cijfers of we nog steeds de juiste koers varen. De politici wisselen wel elke vier jaar, maar de langetermijnplanning staat. Dat is heel fijn, want zo kun je pas zien waar de waarde van cultuur zit en wat het voor Roosendaal betekent.”
Meer uitwisseling
Hoewel de waarde van data en cijfers al duidelijk is bij de gemeenten zelf, merkt Teun dat de uitwisseling van de cijfers tussen de B7-gemeenten nog niet altijd helemaal optimaal is. “Natuurlijk bespreken we al best wat met elkaar, maar ik zou graag meer willen uitwisselen, ook om aan onze eigen raad te laten zien dat kunst en cultuur nog meer aandacht verdient. Als ik in beleidsstukken kan verwijzen naar steden van vergelijkbare grootte en hoeveel budget er daar is per inwoner, heb ik ook meer om te laten zien”, vertelt hij. “En: ik zou graag nog meer de bewoner betrekken bij het cultuurbeleid maken. Meer de behoeftes bespreken en cultuurbegrip wat groter maken.”
Regionale samenwerking
Volgens Arwen is de regionale samenwerking belangrijk voor de gemeente Roosendaal. “Op het gebied van cultuureducatie en programmering van theaters, zouden we meer de samenwerking op mogen zoeken. Er is al een inkoopcombinatie met Bergen op Zoom en de Zeeuwse theaters, daarmee behaal je meer rendement door samen te kijken naar de inkopen. Zo kun je bijvoorbeeld die grote naam die normaal niet zo snel in een klein theater staat, toch wel in dat kleine theater krijgen. Het lijkt mij mooi als we dat met meer gemeenten kunnen doen; we denken nog te veel in gemeente-hokjes. Elkaar aanvullen op cultureel gebied en dat dan meetbaar maken, hoe dat uitstraalt op de hele provincie. Dat lijkt mij een mooie volgende stap.”
Dag van de data: Lancering Waarde van cultuur
Op 19 september lanceren we de Waarde van cultuur 2024. Het is de vierde editie van deze monitor waarin de Brabantse cultuur onder de loep wordt genomen en ontwikkelingen in beeld worden gebracht. Het rapport is samengesteld door de onderzoekspartners Kunstloc Brabant, Het PON & Telos, Pyrrhula Research Consultants en de Boekmanstichting, in opdracht van BrabantStad.
Na drie papieren edities verschijnt de Waarde van cultuur nu voor het eerst volledig online. De webversie sluit nauw aan bij de landelijke Cultuurmonitor van de Boekmanstichting. Zo werken we samen aan het beter ontsluiten van onderzoeksresultaten op landelijk en regionaal niveau. Via een online dashboard kun je duiken in een rijke bron aan data over de Brabantse culturele sector. Wat kunnen we daaruit opmaken? En wat is dan de volgende stap?
Hierover gaan we met elkaar in gesprek op de Dag van de Data op 19 september. Schuif je aan?
Verhalen achter de data
Dit verhaal is een van de verhalen in het magazine Waarde van cultuur dat we 19 september aan alle aanwezigen uitreiken. In dit magazine laten we de mensen uit de Brabantse culturele sector zelf aan het woord.
In verschillende verhalen lichten we de meest opvallende data uit dit onderzoek toe met verhalen uit de praktijk. Naast dit verhaal over gemeentelijke cultuurbeleid, zijn er verhalen over het belang van een netwerk in Brabant, het werken als zzp’er en de noodzaak van samenwerken in de regio.