Museum De Pont gaat verbouwen: het museum krijgt meer smoel aan de straat, en er komt een nieuwe vleugel en een groter café. De aanpassing van het voorterrein en de bouw van poortgebouwtjes aan de straatzijde wordt door de gemeente Tilburg aan het museum cadeau gedaan in verband met het twintigjarig bestaan van het museum in 2012. Het museum gaat zelf een nieuwe vleugel bouwen aan de achterzijde van het bestaande gebouw. Waarom gaat De Pont uitbreiden? En wat houdt de schenking door de gemeente Tilburg in? Iris ging namens Mestmag.nl op bezoek bij Hendrik Driessen (directeur en hoofdconservator museum De Pont) en bij Marcelle Hendrickx (wethouder van onder andere Cultuur bij de gemeente Tilburg).
Geschreven door: Iris van den Boezem
Sinds de afbraak van drie oude huisjes aan de kant van de Hasseltstraat precies een jaar geleden, zo valt me op als ik mijn fiets bij de ingang van museum De Pont stal, wacht het lege plein nog altijd op een nieuwe bestemming. Het heringerichte voorterrein van het museum had eigenlijk het afgelopen voorjaar al klaar moeten zijn. De gemeente Tilburg, het museum en de omgevingscommissie waren toen echter nog in overleg over het ontwerp. De realisatie heeft daardoor langer op zich laten wachten dan gepland.
'De gemeente wilde heel graag dat er een soort gevelwand zou ontstaan,' vertelt Hendrik Driessen terwijl hij een blik werpt in de tuin, waaraan zijn kantoor grenst. 'Maar zo'n wand is in tegenspraak met de transparantie die wij graag willen laten zien aan de voorkant van het museum.' Uiteindelijk is er voor een middenweg gekozen. Op het plein voor het museum komen een soort poortgebouwtjes, zogenaamde 'follies'. 'Deze follies hebben de functie om het museum te presenteren. Om de bezoekers te laten weten: je bent er,' duidt Driessen. 'Eén van de kwaliteiten van de omgeving rond museum De Pont is de typische lintbebouwing,' vindt Marcelle Hendrickx, sinds mei wethouder van Cultuur in Tilburg. 'Het ontwerp voor het museumplein past goed bij dit open karakter. Het versterkt het Tilburgse Museumkwartier.'
De inrichting van het voorterrein van museum De Pont is onderdeel van een plan dat al sinds de oprichting van het museum op de plank ligt. Hendrik denkt terug aan zijn tijd als kersverse directeur van het museum, dat sinds 1992 met dank aan de nalatenschap van Jan de Pont voor publiek geopend is: 'Toen wij ons vestigden in de voormalige wolspinnerij Thomas de Beer, was de omgeving een rommeltje. Op basis van een stedenbouwkundig ontwerp van onze toenmalige architect Mels Crouwel werd niet alleen het museum, maar ook de omgeving aangepakt. Het enige dat in het stedenbouwkundig plan nooit rond kwam, dat was de zichtbaarheid van museum De Pont aan de straat.'
Toen het museum twee jaar geleden zijn twintigjarig jubileum vierde, besloot de gemeente Tilburg om de herinrichting van het plein aan het museum cadeau te doen. 'Het was naar ons idee echt noodzakelijk dat daar een signaal aan de straat zou komen. Een museum in een gewone straat, dat verwachten bezoekers niet,' meent Hendrik. Hij vervolgt geanimeerd: 'We zijn heel blij met het gebaar dat de gemeente heeft gemaakt. Het is natuurlijk mooi dat daarmee de waardering voor wat we hier doen wordt uitgesproken.'
Museum De Pont heeft nooit gebruik gemaakt van subsidies of fondsen. 'Dit cadeau van de gemeente zal onze onafhankelijke positie niet veranderen,' merkt Driessen stellig op. 'De relatie met de gemeente Tilburg is altijd goed geweest, en dat zal hopelijk ook nog lang zo blijven.' Hendrickx vult aan: 'Er is geen subsidierelatie, dus we wilden graag iets anders voor De Pont doen. Het is juist de kracht van museum De Pont dat zij onafhankelijk van subsidies werken. Zij zoeken hierin ook zeer actief de samenwerking met andere cultuurinstellingen in Tilburg op. Mouwen opstropen en aan de slag.' Ook buiten haar functie als wethouder is Marcelle enthousiast over De Pont: 'Ik woon nu zo'n zeven jaar in Tilburg. Museum De Pont is voor mij vanaf het begin al favoriet.'
Nieuwe vleugel
De Pont heeft een uitgebreide collectie op het gebied van hedendaagse kunst, kunst van nu, waarbinnen videokunst een belangrijke plek inneemt. Maar omdat museum De Pont een 'daglicht-museum' is, is het tentoonstellen van videokunst erg kostbaar. Zo moest er voor de video-installaties in de recent geopende tentoonstelling van Willie Doherty flink verbouwd en verduisterd worden. De nieuw te bouwen vleugel wordt zo ingericht dat er videokunst geëxposeerd kan worden. Tussen de nieuwbouw en de oudbouw komt een doorzichtige verbindingsgang. Door deze verbindingsgang krijgt de tuin van het museum een meer prominente plek. 'Veel bezoekers kennen de tuin niet. Het is een merkwaardige tuin, een gecontroleerde wildernis waar voortdurend wat aan de hand is en waar het ook gewoon prettig toeven is,' vertelt Driessen trots. 'Zo'n oase vind je niet zo op veel plekken in Tilburg.' De verbindingsgang biedt daarnaast toegang tot het museumcafé, dat in vergelijking met het huidige café een stuk ruimer van opzet zal worden.
De verbouwing is het laatste grote project dat Hendrik Driessen als directeur van museum de Pont zal leiden. Enthousiast vertelt hij: 'Ik verheug me er zeer op. En ik vind het ook leuk om te doen. En als de verbouwing klaar is dan kan ik nog een jaartje programmeren en dan ga ik met pensioen,' om licht melancholisch te eindigen: 'Ja en dan zullen we zien hoe het verder gaat h`w. Dan moet ik mijn kindje overdragen aan een ander.'