Hoe zou amateurkunst er in de toekomst uit kunnen zien? Hoe kunnen partijen en beoefenaars meedenken en vooral doen om het beoefenen van kunst in de vrije tijd vanzelfsprekend, toegankelijk en kwalitatief te houden? Deze vraag beantwoordt het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) met een nieuwe ‘basis voor cultuurparticipatie’: een agenda voor de toekomst.
- Geschreven door Marieke de Wolf-Maat en Evelien Wouters
Met de Basis voor Cultuurparticipatie presenteert het LKCA een agenda voor de toekomst.Brabant zou Brabant niet zijn, als wij toch vooral voorloper willen zijn in het oppakken van deze handschoen. Want wat hebben we toch een bruisende provincie met grote, kleine, unieke en artistieke uitspattingen op het gebied van amateurkunst. Mooi was het om te zien, tijdens de iktoon-maand in juni, dat het hele veld amateurkunst in de schijnwerpers stond. Maar hoe ziet de amateurkunstsector er in Brabant eigenlijk uit?
De helft doet het!
In Brabant zijn meer dan één miljoen inwoners actief op het gebied van amateurkunst. Onze provincie telt bijna 400 harmonieën, fanfares, drumbands en 600 koren. Maar de grootste groep amateurkunstbeoefenaars zijn de mensen die schilderen, fotograferen, tekenen en beeldhouwen. Soms in les- of groepsverband, maar vaak ook individueel.
Dus veel mensen zijn actief op het gebied van amateurkunst. Maar waarom beginnen mensen eigenlijk met amateurkunst? Plezier, creëren, artistieke ontwikkeling en samenhorigheid zijn belangrijke drijfveren voor de beoefenaars. Sommigen starten er in hun pubertijd mee, bijvoorbeeld om zo een talent te ontwikkelen. Maar ook kan amateurkunstbeoefening later in het leven de kwaliteit van het leven zelf vergroten: bijvoorbeeld in een verzorgingshuis waar bewoners samen schilderen of in een gemeenschap waar mensen elkaar via de toneelvereniging ontmoeten.
De toegang tot amateurkunst is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Als je in een financiële achterstandspositie zit of wanneer je extra zorg nodig hebt, spannen verschillende partijen zich in om theater, dans of muziekles bereikbaar voor je te maken. Denk bijvoorbeeld aan de west-Brabantse theaterwerkplaats Tiuri en het Jeugdcultuurfonds Brabant.
Talentontwikkeling
Zoals gezegd kun je door amateurkunstbeoefening een talent ontdekken of een vaardigheid ontwikkelen. Daarom is kennismaken met kunst van jongs af aan van groot belang. In het onderwijs en ook bij de kinderopvang maken veel kinderen voor het eerst kennis met kunsten. Er komt een kunstenaar in de klas of een lid van de plaatselijke harmonie geeft muziekles. Zo’n eerste kennismaking is vaak de opstap om te starten op een muziekschool, een dansschool of met tekenles.
Natuurlijk kent onze provincie ook toptalenten. Via Kunstbende en via het Prinses Christina Concours krijgen deze talenten de mogelijkheid om op een provinciaal en soms zelfs op een landelijk podium te staan. Jaarlijks nemen zestig Brabantse talenten deel aan de voorrondes van deze concoursen. De stap naar een kunstvakopleiding en een loopbaan als professioneel muzikant is daarna klein. In samenwerking met bkkc ondersteunt Kunstbalie deze Brabantse talenten in hun culturele loopbaan, van de basis tot de top.
Zij maken het mogelijk!
In onze provincie spannen ruim 4.500 vrijwillige besturen zich in om projecten op te zetten en om het verenigingsleven draaiende te houden. Daarnaast bieden meer dan 2.700 kunsteducatieprofessionals lessen aan in de uiteenlopende disciplines en zijn honderden organisaties op het gebied van kunsteducatie actief. Ook wordt steeds vaker gebruik gemaakt van het internet om iets te leren. Als je googelt op ‘online pianoles’ krijg je 56.600 resultaten.
In de afgelopen jaren is het landschap van de aanbieders en verenigingen veranderd, maar de diversiteit aan disciplines en het aantal beoefenaars is ongeveer gelijk gebleven. De professionele aanbieders, organisaties en vrijwilligers maken amateurkunstbeoefening in onze provincie mogelijk. Voor inspirerende bijeenkomsten, goede voorbeelden, informatie en scholing kunnen deze partijen bij Kunstbalie terecht, zo werken we samen aan een veerkrachtige sector waarin toegang, kwaliteit en diversiteit centraal staan.
Financiële landschap
In de amateurkunst betalen beoefenaars gemiddeld jaarlijks €350,- aan hun hobby. Denk aan het kopen van verf, het volgen van lessen en workshops en aan de aanschaf en het onderhoud van instrumenten.
Op basis van eigen beleid dragen gemeenten financieel bij. Dat gebeurt vaak via faciliteiten zoals oefenruimtes en subsidies aan de verenigingen. Daarnaast stellen de meeste gemeenten subsidie beschikbaar voor bijzondere initiatieven en voor kunsteducatielessen voor kinderen.
Vanaf 2017 ondersteunt de provincie 19 organisaties voor kunstbeoefening met een vierjarige regeling. Dit zijn organisaties die provinciaal werken en zo bijdragen aan een florerende amateurkunstsector. Hier zie je welke partijen dit zijn. Organisaties die zich structureel willen versterken kunnen terecht bij de impulsgeldenregeling. Dit is een subsidieregeling van de provincie Noord-Brabant die duurzame ontwikkeling van de professionele kunsten, amateurkunst, cultuureducatie en projecten op het gebied van erfgoed mogelijk maakt. Tot slot zijn fondsen als het Prins Bernhard Cultuurfonds en het VSBfonds beschikbaar voor het veld.
We zien een verschuiving in het financiële landschap van projectsubsidies naar ontwikkelsubsidies en -trajecten. De impulsgeldenregeling van de provincie en de coachingstrajecten die de Rabobank aanbiedt zijn daar voorbeelden van. Projecten die zich richten op samenwerking en op duurzame ontwikkeling of initiatieven die bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan grote maatschappelijke thema’s zoals leefbaarheid, worden door financiers beloond.
De Monitor Amateurkunst 2017 van LKCA is nu ook beschikbaar en te downloaden op de website van LKCA.
Heb je vragen of wil je in gesprek over amateurkunstbeoefening, financiering of andere onderwerpen die hieraan relateren? Neem dan contact op met Kunstbalie of bekijk de website van Kunstbalie.