Kunstenaars laten zich al eeuwen inspireren door de natuur. Van de waterlelies van Monet tot de organische architectuur van Gaudí. Maar door het toegenomen bewustzijn over de staat van onze aarde staan er nu kunstenaars op die zich ook op een heel andere manier bezighouden met onze omgeving.
- Geschreven door Maaike Elise van Steenis
Meer dan ooit denken ontwerpers en beeldend kunstenaars na over de uitdagingen waarvoor deze generatie staat. De natuur is voor veel kunstenaars niet meer alleen een fraai onderwerp, maar vormt ook een kompas bij het maken van artistieke keuzes. Daarnaast onderzoeken zij alternatieve technieken of materialen, die vervolgens ook in andere bedrijfstakken kunnen worden benut.
Keramiekafval
Zo vroeg de Bredase ontwerper Hanneke de Leeuw, toen zij met keramiek begon te werken, zich af wat er eigenlijk gebeurde met keramiekafval. Het bleek nauwelijks hergebruikt te worden. Alleen in Japan vond zij enkele voorbeelden. Zij bezocht daar twee onderzoeksinstituten om te bekijken hoe dit proces in zijn werk gaat.
Vervolgens ontwikkelde ze borden die voor 10 procent uit gerecycled keramiek bestaan. In april dit jaar stond Hanneke op Ventura Future in Milaan (Salone del Mobile) met vazen van 20 procent gerecycled materiaal. Door voortdurend te testen onderzoekt zij hoeveel gerecycled materiaal er aan nieuwe stukken toegevoegd kan worden. Het moet immers wel bewerkbaar blijven.
‘Wat ik heel goed zou vinden, is als bedrijven gaan bedenken hoe ze dit toe kunnen passen. Er zijn nu al bedrijven die mij benaderen met de vraag of ik een ontwerp kan maken met hun keramiekafval. Daar werk ik graag aan mee. Het zou super zijn als ook de echt grote namen, zoals HEMA en IKEA, keramiekafval gaan verwerken in hun producten.
Lastig is wel dat innoveren betekent dat je de eerste periode geen afgerond werk hebt dat je kunt verkopen. Daardoor gaan de kosten voor de baten uit. Die investering moet je als kunstenaar wel kunnen dragen.’
Hanneke de Leeuw
Groentepapier
Kunstenaar Angelique van der Valk herkent dit probleem. Zij werkt volgens het cradle-to-cradleprincipe: ze gebruikt voornamelijk biologisch afbreekbaar materiaal, waardoor er geen afval ontstaat. Zo maakt ze onder meer papier van groenteafval. Hieruit ontstaan prachtige patronen en structuren, die vervolgens tussen glasplaten een abstract werk vormen. Een selectie van dit werk was vorig jaar te zien tijdens de Papierbiënnale.
Voor Angelique staat de keuze om duurzaam te willen werken centraal. Innovatie is daar een gevolg van. ‘Bepaalde minder duurzame opties vallen af, je moet zoeken naar wat er wél mogelijk is en wat de consequenties van die keuze zijn. Dat zie ik als een gegeven. En ik ontdek daarin ook weer kwaliteiten. Ik gebruik bijvoorbeeld geen gebleekte ondergrond of synthetische pigmenten, omdat die minder duurzaam zijn. Daardoor is mijn palet aan kleuren beperkt. Maar dat heeft ook weer zijn eigen esthetische kwaliteit.
Ik maak veel gebruik van oude technieken en combineer deze met verrassende materialen. Zo ontstaat spelenderwijs iets nieuws. Ook de cyclus van vergankelijkheid zie je terug in mijn werk. De kleuren van mijn groentepapierwerken veranderen in de loop der tijd. Dat vind ik juist interessant. Van mij mag dat denken ook wel in de kunst doordringen: dat alles een cyclus heeft, en niet eeuwig hoeft te zijn. Verandering mag er zijn.
Ik hoop ook bewustwording in gang te zetten. Wekelijks krijg ik de vraag van studenten of ze langs mogen komen om te kijken hoe ik werk. Dat vind ik heel mooi. De studenten van nu zijn de ontwerpers van straks. Die nemen mijn technieken weer mee in hun eigen werk, waardoor zij ook weer duurzamer kunnen produceren.’
Angelique van der Valk
Bladsculpturen
Ook kunstenares Willeke Klaassen laat zich inspireren door de schoonheid waar anderen aan voorbijgaan. ‘Mijn moeder zei vroeger al tegen me: kijk eens om je heen in plaats van alleen maar naar beneden. Ik maak veel lange wandelingen door het bos. Daar vind ik bladeren en takken die ik gebruik in mijn werk.''
Ik maak er sculpturen van, met een techniek die ik zelf ontwikkelde. Of ik print de bladeren op stof, om er vervolgens fossielen op te borduren. De bladeren zijn van een jaar geleden. De fossielen nog veel ouder. Ik hoop dat ik daarmee de mensen die mijn werk zien aan het denken zet. Straks is dit alles wat er nog over is van de natuur.
Kunstenaars hebben een andere manier van naar de wereld kijken. Het is belangrijk dat die gedeeld wordt. Onze maatschappij is erg gericht op vooruitgang. Daar kun je ook je vraagtekens bij zetten. Is het wel echt een verbetering?
Zorg en aandacht voor de omgeving is een uitgangspunt in mijn werk. Het is meer dan enkel een onderwerp. Voor mijn bladsculpturen gebruik ik lijm. Ik heb onderzocht hoe ik het resultaat kan bereiken dat ik wil. Nu ik weet dat het mogelijk is om dat te maken, kan ik onderzoeken hoe duurzaam de door mij gebruikte methoden en materialen zijn, en eventueel aanpassingen doen. Daar ga ik nu mee aan de slag.’
Het is hoopgevend om te zien hoe kunstenaars de duurzaamheidsgedachte omarmen, en de beperkingen die hieruit voortvloeien als uitdaging tegemoet treden. Maar ergens is het natuurlijk krom dat zij de investeringen hiervoor nu nog vaak alleen moeten doen.
Willeke Klaassen
Dit artikel verscheen eerder in een uitgave van Boekmanstichting.