In gesprek met Dingeman Kuilman over Raketstart in het Stedelijk Museum Breda
Stedelijk Museum Breda lanceert aandacht voor de kunstenaar om de hoek: met Raketstart richt het museum haar visie niet op het ontdekken van een nieuwe planeet maar op het beter leren kennen van haar eigen omgeving. 37 beeldende kunstenaars trappen af. Liftoff! We have a liftoff.
- Geschreven door Robin Berkelmans, foto's door Bas Czserwinski
Wanneer ik museumdirecteur Dingeman Kuilman ontmoet komt hij net van de trein uit Arnhem, de stad waar hij woont. Een directeur van een stedelijk museum, moet die niet wonen in de stad waar hij werkt? Nee. “Zonder afstand mis ik de ruimte om kritisch te kijken en me te blijven verwonderen over de dingen die hier vanzelfsprekend zijn.”
En ruimte voor verwondering is er, ook voor mij. Vóór dit gesprek ben ik immers nog nooit in Stedelijk Museum Breda geweest. En dat terwijl het museum maar 30 minuten van mijn voordeur verwijderd is. Een kleine reis voor een Brabander, maar een giant leap voor… Ja, voor wie eigenlijk?
“Je kunt overal een museum oprichten over elk onderwerp. Maar zodra je het over een sociale en culturele verbinding hebt dan is je omgeving heel belangrijk. Een museum is geen ruimteschip.”
“Als museum is het je maatschappelijke opdracht om verbinding te zoeken met doelgroepen die niet vanzelfsprekend een museum bezoeken. Daar moet je voortdurend mee bezig zijn. Ik geloof dat je dat vanuit een lokale positie beter kan doen dan als een Stedelijk Museum Amsterdam of het Rijks. Die kosmopolitische musea zijn er voor de wereldburger die nergens meer geworteld is. Wij kennen onze omgeving beter.”
Toch blijkt dat in die bekende omgeving nog verrassend veel nieuws te ontdekken is. Ook voor de thuisblijvers. Met Raketstart selecteert het museum daarom 37 eigen kunstenaars: kunstenaars die verbonden zijn met de stad Breda.
De tentoonstelling is een lokaal antwoord op een landelijke vraag. Waarom zijn musea er steeds minder voor die eigen kunstenaars?
“Een grootstedelijk klimaat roept een vorm van individualisme op. De mentaliteit dat kunst ontstaat vanuit een bewustzijn voor je omgeving is hier in Breda, als provinciestad, beter bewaard gebleven.”
Dingeman lijkt voorzichtig in zijn woordkeuzes, weet dat ook de Bredase kunstenaar niet van hokjes houdt.
“Je zou kunnen zeggen dat het cultureel klimaat in provinciesteden van nature vrij conservatief is. Dat is niet per se een slechte zaak. Conservatisme staat voor een besef van continuïteit: je bouwt voort op iets dat er is en probeert de goede dingen die je om je heen ziet te behouden en te verbeteren of te actualiseren. Je kan ook zeggen dat de beeldende kunst in de 20e eeuw gevangen is geraakt in de notie dat je als individu de kunstgeschiedenis opnieuw moet uitvinden. Wat een volstrekt onmogelijke opgave is. Ik geloof ook niet dat je dat moet willen.”
Wat je wel moet willen legt hij uit aan de hand van de Hitchcock film Vertigo. Daarin vind je volgens Dingeman alles wat je wil zien: “Als je op vrijdagavond moe thuiskomt kun je naar een thriller kijken, als je in psychologie geïnteresseerd bent kun je naar een psychologische studie kijken en als je veel van de filmgeschiedenis weet dan kun je op zoek gaan naar de historische verwijzingen. Het is een gelaagd werk, waar je vanuit verschillende motivaties, achtergronden en niveaus naar kan kijken. Dat vind ik een enorme kwaliteit: dat een kunstwerk zo is opgebouwd dat mensen zich er op hun eigen manier toe kunnen verhouden en dat, als ze willen, ze er steeds dieper in door kunnen dringen.
”Het werk waar de titel Raketstart naar verwijst vat deze visie eigenlijk in één beeld samen. Raketstart vanuit de Bredase Binnenstad (1965) van Pieter Laurens Mol is een traditionele tekening van een bekend stadsgezicht – “Een ansichtkaart van Breda” – van waaruit in de verte een raket opstijgt. Een klein ‘detail’ dat de hele betekenis van het werk op haar kop zet. “Het roept een plezierige spanning op tussen de onverstoorbaarheid van de stad en de moderniteit van technologie: het is een avontuur waarvan je niet weet hoe het af zal lopen.”
Een avontuur dat de astronaut met de kunstenaar deelt. Maar niet iedere astronaut landt op de maan. Dat geldt ook voor de kunstenaar. “Het is een waanzinnig moeilijke discipline. Je moet bereid en in staat zijn om een isolement op te zoeken waarin je tot een essentie kan komen. Dat levert altijd confrontatie op. Niet iedereen is daar geschikt voor.”
Het lijkt te botsen met de Bredase mentaliteit om kunst met de eigen omgeving te verbinden. Wie vanuit een kunstenaarsperspectief naar de regio kijkt ziet dat juist het tegenovergestelde van isolement een vereiste van buitenaf geworden is. Steeds vaker wordt de Brabantse kunstenaar gevraagd om met zijn werk de wereld – of de wijk – te redden.
“Dat gaat niet over kunst maar over cultuurbeleid. Ik heb een grote hekel aan cultuurbeleid dat aanstuurt op staatskunst, een soort Sovjet praktijk. Een kunstenaar die goed opgeleid, intelligent en professioneel is, weet zelf heel goed hoe zijn werk het best tot stand komt. Het is niet de rol van de overheid om te bepalen welke kunst er nodig is.”
Van Raketstart naar Sovjet praktijken. Wie afstand neemt ziet dat die stap zo gek niet is. Naast avontuur en dromen zonder eindbestemming gaat ook de ruimtevaart over een politiek gevecht. Amerika had ook een wereldvlag op de maan kunnen planten. Moet Breda een eigen stempel drukken wanneer zij haar kunstenaars in het Wilde Westen van de kunstwereld lanceert?
“De stad moet eerst zelf bewust worden van haar eigen potentieel. Het is niet vanzelfsprekend dat je zo veel goede kunstenaars om je heen hebt die elke dag bezig zijn met werk maken. Dat moet energie geven om jezelf te manifesteren in de wereld en te zeggen: dit zijn wij.”Met Raketstart zet het Stedelijk Museum daar een eerste kleine grote stap in, door het werk van 37 eigen kunstenaars te presenteren in en aan haar stad. Daarmee is de vlag geplant. Kom jij hem bezoeken?