Er is een kentering gaande in de gezondheidszorg. Wetenschapsjournalist Mark Mieras merkt dat in de medische wereld de interesse voor de zachte kant van gezondheid - via onder andere kunst en cultuur - groeit. En dat is een goede ontwikkeling, wat hem betreft: “Kunst en cultuur kunnen mensen in een kwetsbare positie helpen om uit hun passiviteit te komen. Het geeft ze een gereedschap in handen waardoor ze uiteindelijk minder snel naar de huisarts gaan.”
Mieras (wetenschapsjournalist & natuurkundige, gespecialiseerd in hersenonderzoek) vertelde vorig jaar zomer op een conferentie voor huisartsen in Friesland over het nut van kunst en cultuur voor deze beroepsgroep. “In plaats van een pil zouden meer huisartsen een theaterabonnement aan hun patiënten moeten voorschrijven.”
Van een pil weet de huisarts het effect op een klacht of ziekte redelijk zeker. Hoe zit dat met het effect van kunst en cultuur?
“Dat effect komt helder uit onderzoek naar voren: mensen die aan cultuur doen gaan minder vaak naar de huisarts, hebben minder vaak medische klachten en ze zijn minder vaak angstig of zwaarmoedig. Ook na correctie voor leeftijd en opleidingsniveau blijft dit effect aanwezig.”
Hoe komt dat?
“Volgens onderzoekster en arts Machteld Huber is je gezond voelen afhankelijk van de regie die iemand over leven en gezondheid heeft. Dat is een principe dat ik onderschrijf. Kunst en cultuur zorgen ervoor dat je die regie kunt pakken, doordat het je helpt om je verhaal te vertellen: wie je bent, wat je belangrijk vindt, met wie of wat je je wel of juist niet identificeert. Daarnaast versterken kunst en cultuur je sociale netwerk. Wanneer je samen met anderen naar een toneelstuk kijkt bijvoorbeeld, voel je je gemakkelijker met elkaar verbonden. Sociale cohesie is een belangrijk ingrediënt voor de ervaren en de objectieve gezondheid. Mensen die eenzaam raken hebben een verhoogde kans op een hele waslijst aan kwalen.”
Dat tweede effect - het gevoel van verbondenheid - is er ook wanneer je naar een voetbalwedstrijd gaat. of is er een verschil?
“Bij een voetbalwedstrijd heb je inderdaad deels hetzelfde effect, zeker. Maar dan moet je wel van voetbal houden. Wat ik jammer vind aan de sport: het gaat daar vaak meer om winnen dan om het spel. Dat vertel ik ook aan trainers: leer de kinderen niet winnen maar leer ze genieten van het spel. Dat brengt mensen verder.
Bij cultuur draait het om de verbondenheid, de gemeenschappelijke ervaring en het spel. Een kunstenaar, danser of acteur brengt je voortdurend in een toestand waarbij je openstaat voor verrassing, voor iets nieuws. Verrassing kan bedreigend zijn, maar dat is het binnen de cultuur nooit. Daar is het uitdagend. Doordat cultuur prikkelt, op ongemakken inspeelt en nieuwe deuren opent leert het mensen om flexibel met ongemakkelijke of onverwachte situaties om te gaan, óók in het dagelijks leven. Kunstenaars hebben geleerd hoe ze mensen in de speelse toestand krijgen die daarvoor nodig is. Kunstenaars leren om ons om verrassingen niet met angst, maar met een brede glimlach tegemoet te treden.”
En daarom zouden huisartsen er beter aan doen in plaats van een pil vaker cultuur voor te schrijven?
“Die pillen kunnen een redmiddel zijn, maar ze scheppen ook een afhankelijkheid en dat is niet fijn. Je neemt mensen de regie uit handen en dat verlaagt het gevoel van gezondheid. Neem antidepressiva: met deze medicatie worden klachten vaak relatief snel afgezwakt, maar onderliggende problemen worden er natuurlijk niet mee opgelost. Worden mensen door antidepressiva gelukkiger, of worden ze minder ongelukkig?
Bij plezierige activiteiten zoals kunst en cultuur is dat anders: door de positieve invloed op de levenskwaliteit die mensen ervaren, is het effect niet alleen duurzamer maar voelt het ook als meer van henzelf. Het maakt trots. En ook dat helpt mensen om zich gezonder te gedragen. Wat je ziet is dat mensen die een muziekinstrument bespelen of regelmatig naar het theater gaan minder vaak een beroep doen op gezondheidszorg. Ze hebben weinig kwalen en ze lijden minder onder de kwalen die ze wel hebben. Die zijn voor hen minder verstorend, doen minder pijn, geven niet zoveel ellende. Kunst helpt mensen beter regie te voeren over hun eigen gezondheid.”
Kunst en cultuur komen ook steeds vaker terug in de tweedelijnszorg - dus onder meer in de ggz en in ziekenhuis. Is dat zinvol?
“In een ziekenhuis zijn patiënten de grip op hun eigen leven even kwijt. Er wordt over hen beschikt, ze hebben daar geen controle over. De zieke is er overgeleverd aan de kennis en kunde van de dokter. Je kunt je afvragen of dat controleverlies uiteindelijk bijdraagt aan de gezondheid en het herstel. Wat doet dat met jou als je weer uit het ziekenhuis komt? Uit een situatie waar het niet om jou gaat, maar om de ziekte waar je mee kampt? Ik denk dat erg wordt onderschat hoe traumatisch dit is voor patiënten.
Kunst en cultuur zetten de mens achter de patiënt weer even in het centrum van de aandacht. Ik vind de Cliniclows wel een mooi voorbeeld. Lijkt een vreemd element in het ziekenhuis, maar die clown zorgt ervoor dat de patiëntjes in het ziekenhuis weer even kind mogen zijn. Dat ze hun eigen verhaal kunnen vormgeven: ze zijn weer even de baas over hun eigen leven.
Kunst brengt mensen in een andere toestand. Dat merk je in de concertzaal of in de schouwburg, maar in het ziekenhuis werkt het net zo. Dus kunst heeft een helende werking: in het ziekenhuis, maar ook daarbuiten als mensen weer naar huis gaan.”
Kun je dat uitleggen?
“Mensen die een ernstige ziekte hebben of een ingrijpende operatie ondergaan ervaren een enorme kwetsbaarheid, kijken de dood even in de ogen. Wanneer zoiets gebeurt, moet je het vertrouwen in jezelf en in je eigen lichaam zien te herwinnen. En daarnaast verandert vaak je zelfbeeld, en je kijk op het leven. Van mensen die een ingrijpende gebeurtenis meemaken, hoor je regelmatig dat relaties op de klippen lopen en dat ze vrienden kwijtraken. Je vraagt je af: wie ben ik nog en hoe kan ik straks weer met mijn leven verder gaan? Medisch ben je opgekalefaterd, maar sociaal loopt het spaak. En dat is ingrijpend.
En daar komt kunst om de hoek kijken, want kunst gaat over het verhaal. Het verhaal dat je over jezelf vertelt. Daar zitten allerlei elementen in die ervoor zorgen dat jij hanteerbaar wordt voor je vrienden: dat ze weten wat ze aan je hebben. Vrienden vertellen elkaar veel over zichzelf: waar kom je vandaan, waar heb je in je leven gedaan, wat vind je lastig, wanneer ben je onredelijk? Zo ontstaat een duurzame band, waardoor je altijd kunt terugvallen op je vrienden. Dat is waar kunst voor een groot deel over gaat.”
Hoe ziet de gezondheidszorg - met het oog op integratie van kunst en cultuur - er wat jou betreft in de toekomst uit?
“Het effect van kunst en cultuur, daar moet meer erkenning voor komen. Op dit moment investeren zorgverzekeraars met name in curatieve zorg en dat is ook begrijpelijk. Sinds de invoering van de zorgverzekeringswet kunnen hun verzekerden jaarlijks switchen. Er is geen langetermijn relatie meer. Waarom zou je dan investeren in preventie, als je het risico loopt dat je concullega de vruchten van die investeringen plukt?
De oplopende zorgkosten zullen ons dwingen om een andere weg in te slaan, daar ben ik van overtuigd. De zelfredzaamheid moet terug. Kunst en cultuur verdienen een vaste plek in het ziekenhuis en in de spreekkamer van de huisarts.”
Dit artikel is geschreven door Iris van den Boezem en verscheen eerder in Zorgmagazine We Care!.
Meer weten over kunst en zorg?
Neem contact met mij op.