Afgelopen zomer sloeg het kersverse klimaatrapport ons weer even genadeloos om de oren. Op zich stond er niets in wat we niet al wisten, toch? Maar confronterend was het wel. Het moet anders. En net als elke andere stukje van de realiteit, heeft ook de filmsector hier een verantwoordelijkheid in. Het kan en moet duurzamer, groener, bewuster. Een goed voornemen voor dit nieuwe jaar. Maar hoe dan?
Geschreven door: Janneke van Laar
Groen verteld, maar niet groen gemaakt
Groene verhalen vertellen, dat lukt de filmsector al zeker. In toenemende mate. In optimistische en vaak ook confronterende films die recent in de filmtheaters uitkwamen zoals The Biggest Little Farm en Gunda (en het meer pessimistische Don’t Look Up). En via Netflix-producties die het verhaal - soms subtiel, maar vaak ook bombastisch - vertellen, zoals in Minimalism, A Life on our Planet en Cowspiracy.
Maar hoe groen worden deze verhalen eigenlijk geproduceerd en verspreid? Kortgezegd: niet zo groen. De filmindustrie draagt flink bij aan milieuvervuiling. Van alle industrietakken in California heeft Hollywood de tweede grootste ecologische voetafdruk, vlak na de olie-industrie. Deze voetafdruk komt voort uit alles wat komt kijken bij het maken van een film, zoals transport, catering, elektriciteit, make-up en decorontwerp, belichting en de verwerking van afval. “De logistiek van een filmset verdringt ecologie vaak naar de achtergrond. Maar artistieke vrijheid is geen excuus om duurzaamheid te negeren,” zegt Chloé Guilhem van het Franse Secoya, een adviesbureau dat via praktische tips de toestand op filmsets wil verbeteren (bron). Maar ook als de film af is: hoe wordt deze verspreid en vertoond? De toename van Netflix en consorten hebben een enorme impact op het CO2-uitstoot. Om een idee te krijgen: video-gerelateerd internet – waarvan 34% vanuit video-on-demand services – produceert grofweg evenveel CO2 als een land als Spanje. Filmproductie kan dus een flinke vervuiler zijn.
Nederlandse filmindustrie
Nu is de Nederlandse industrie wel van een hele andere schaal dan Hollywood, maar ook hier geen schone handen. Zo stoot de productie van een Nederlandse film gemiddeld 72,7 ton CO2 uit. Recentelijk hebben onderzoekers van de Universiteit van Utrecht onderzocht wat de obstakels zijn om in Nederland duurzamer te produceren. Het onderzoeksteam gaat nu in samenwerking met het Filmfonds bij zes Nederlandse filmproducties de ‘best practices’ implementeren en evalueren. Hiermee willen zij een adviesrapport opleveren waarmee filmprofessionals in Nederland aan de slag kunnen.
Maar waarom zou je groener willen produceren? In de eerste plaats natuurlijk: bijdragen aan een betere wereld. Alle kleine beetjes helpen. Ook draagt het bij aan een positiever imago van de filmsector. Daarnaast is de verwachting dat financiers hier ook meer en meer op zullen letten.
En hoewel green washing altijd op de loer ligt, gaat het in eerste plaats om bewustzijn. Gelukkig zien we dit op internationaal niveau de afgelopen jaren toenemen binnen de filmsector. Dit gebeurt er bijvoorbeeld al:
- In verschillende landen wordt er bij filmproducties gewerkt met een CO2-calculator. Deze wordt ingezet om impact van een productie te meten en is tegelijkertijd een bewustwordingstool. De calculator kijkt naar alle elementen binnen een productie die vervuilend zijn en waarbij je door wat aanpassingen een verschil kan maken. Deze tool gaat het onderzoeksteam van de Universiteit Utrecht ook in Nederland testen.
- Het Duitse KINO natürlich heeft als ambitie om de CO2-uitstoot van Duitse cinema’s te verlagen, en stimuleert hen om duurzamer te werken. Daarbij kun je denken schoonmaakmiddelen, het meubilair, recycling van afval en het aanbod in eten en drinken. Het initiatief stimuleert daarnaast om hun eigen uitstoot in kaart te brengen, omdat ze verwachten dat dit vanuit fondsen steeds meer gevraagd zal worden.
- Het Engelse cultuurhuis Home heeft een heus duurzaamheidsprogramma. Ze hebben onder meer een ‘groen’ inhoudelijk programma, een gebouw wat duurzaam is gebouwd en heuse bijen op het dak om bij te dragen aan de biodiversiteit (inclusief live bijen-cam!).
- Green Screen is een vijfjarig programma, ondersteund door de EU, dat ernaar streeft de milieu-impact van de filmindustrie zoveel mogelijk te verkleinen. Meerdere landen doen mee en geven hier op een eigen manier vorm aan. Denk aan het opstellen van een ‘groen handboek’, het toekennen van een eco-bonus, het uitreiken van groene certificaten of het aanstellen van een duurzaamheidscoördinator.
- Het VAF (de Belgische evenknie van het Nederlands Filmfonds) geeft duurzaamheids-lessen aan filmstudenten en is van mening dat, om bewustzijn te creëren, dit onderwerp standaard opgenomen zou moeten worden in het curriculum (bron).
Groener filmen
Dus, wat te doen? Er is niet een perfect recept; elke film en elk omstandigheid vraagt om maatregelen op maat. En een standaard agendapunt op elke vergadering. Hier al een paar kleine dingen waar je aan kan denken om ‘groener’ film te maken:
- Implementeer duurzaamheid al in het filmscript. Maak bewuste keuzes wat betreft transport en locaties, en overweeg een duurzame boodschap in de verhaallijn.
- Stel een crew-lid aan die als taak heeft om draagvlak en bewustwording te creëren voor een duurzame productie.
- Denk eraan om productiematerialen zoveel mogelijk te hergebruiken.
- Kies bij de catering zoveel mogelijk voor lokaal, biologisch en vegetarisch/veganistisch.
- Maak waar mogelijk gebruik van LED-verlichting en groene stroom.
- Kies voor herbruikbare bestek en servies in ditch plastic zoveel mogelijk.
- Zoek de samenwerking op met kringloopwinkels en eco-winkels.
- Bespaar papier en werk zo veel mogelijk digitaal.
Voorbeelden uit Brabant
De Tilburgse Maureen Prins tourde jarenlang binnen- en buitenland door met haar busje met zonnepanelen op het dak om films op locatie te vertonen met de kracht van zonne-energie. Ook inspireerde ze partijen wereldwijd om hiermee aan de slag te gaan via haar netwerk Solar World Cinema. Luister ook onze podcast-aflevering met Maureen terug.
‘Das Grune Kinohandbuch’ is gepubliceerd door de Duitse federale filmraad (FFA), een speciale handleiding voor het verduurzamen van bioscopen. Inmiddels hebben Rialto in Amsterdam en Cinecitta in Tilburg al het Duitse ‘Green Cinema Label’ ontvangen. De Tilburgse bios Cinecitta is een heel mooi voorbeeld van een duurzame aanpak. Een kwart van de stroom van Cinecitta wordt opgewekt met de zonnepanelen op het dak. De rest is groene stroom. De warmte van de digitale projectoren is aangesloten op het warmtenet, een techniek door Cinecitta zelf ontwikkeld. Hierdoor is in de projectieruimtes minder airconditioning nodig. Verder wordt er schoongemaakt met duurzaam schoonmaakmiddel en poetsdoekjes gemaakt van bamboe, het overgrote deel van de inrichting is tweedehands, al het drukwerk wordt op duurzaam papier gedrukt en zijn de schortjes van de hosts gemaakt van brandnetel. Ook wordt er gekookt op inductie en is alle verlichting LED. (bron: Green Filmmaking)
Het Eindhovense filmproductiebedrijf Second Sun heeft de afgelopen jaren ook steeds meer oog gekregen voor duurzaamheid binnen de eigen producties. Joey van Bree van Second Sun: “De afgelopen jaren is er veel meer bewustzijn gekomen over wat voor stempel de mens op de wereld heeft en dat we allemaal moeten bijdragen aan meer duurzaam leven. En buiten dat ik dat met mijn dieet doe, is het ook goed om dit in het werkgebied te implementeren. We moeten meer bewustzijn creëren bij makers en elkaar inspireren om dit onderwerp in het licht te zetten.” De film Schaduwlied, de meest recente productie van Second Sun samen met regisseur Aswin Baaijens, streeft er dan ook naar een duurzame productie te zijn. Dit betekent dat Second Sun zoveel mogelijk maatregelen neemt om de belasting van het project op de natuur te minimaliseren. Zo proberen ze waar mogelijk met LED te werken en bewust lampen aan te zetten enkel wanneer nodig is. De catering is altijd vegetarisch of veganistisch en ze carpoolen zoveel mogelijk. Verder werken ze zo papierloos mogelijk en scheiden ze afval op de set. Ook motiveren ze crew en cast om hun eigen drinkfles mee te nemen, en wanneer er toch plastic flesjes gebruikt worden, schrijven ze er namen op zodat ze worden hergebruikt. Verder proberen ze waar mogelijk zoveel mogelijk bewuste keuzes te maken om zo duurzaam mogelijk te produceren.
Handige links om zelf aan de slag te gaan
- Het Nederlandse initiatief Green Film Making biedt een handige toolkit aan.
- Meet (en certificeer) middels een internationaal waarderingssysteem hoe ‘groen’ je filmproductie is.
- Het Duitse ‘Green Film Shooting’ heeft een speciale handleiding voor het verduurzamen van bioscopen opgesteld. Deze is hier gratis te downloaden.
Wil je je verder verdiepen? Hier wat doorkliktips
- Podcast van KONKAV over de groene toekomst van de Nederlandse film met Judith Keilbach van Universiteit Utrecht
- Hoe maken we de Nederlandse filmindustrie een stukje groener? & Greening Media Industries
- Vegan food, recycled tuxedos – and billions of tonnes of CO2: can Hollywood ever go green?
- Sustainability in the Motion Picture Industry
- AR6 Climate Change 2021: The Physical Science Basis
De dreiging van de klimaatcrisis is groot. Maar hoe kan de cultuursector bijdragen aan een groenere wereld? De auteurs van Boekman laten zien dat cultuur bij uitstek geschikt is om mensen meer bewust te maken van duurzaamheid. Door culturele gebouwen en organisaties zo milieuvriendelijk mogelijk te maken, maar ook door publiek via kunst te inspireren.
Duurzaamheid is een van de drie belangrijke pijlers van het nieuwe Creative Europe programma (2021-2027). Om de Creative Europe aanvragers op de hoogte te brengen van mogelijkheden om duurzaamheid te verwerken in de subsidieaanvragen, worden er verschillende evenementen georganiseerd. Lees over de evenementen over vergroening van de filmindustrie die plaatsvonden in de afgelopen paar weken, ze zijn ook terug te kijken.