Hall of Fame blijft rauwe plek waar mensen samen komen

In 2002 begon de Hall of Fame met een groep idealistische skateboarders, muzikanten, dansers en kunstenaars in een gekraakt zwembad. Zij misten een plek waar zij elkaar op een laagdrempelige manier konden ontmoeten. Onder het motto ‘dan creëren we het zelf wel’ ontstond zo de eerste versie van de Hall of Fame. Voor de oprichters, onder wie Bob Caarels, voelde het in het begin nog als een ‘clubje’. Maar dat clubje groeide al gauw uit naar een onderneming. “Dat ontstond heel organisch; taken werden verdeeld op basis van waar we goed in waren. Je rolt in een rol.”

Van zwembad naar skatepark

Het gekraakte zwembad werd verbouwd tot skatepark. Na verschillende verhuizingen kwam de Hall of Fame zo’n tien jaar geleden terecht op de Spoorzone, het gebied achter het Centraal Station in Tilburg. Een gebied dat volop in ontwikkeling is, maar nog altijd zijn rauwheid behoudt. Zo ook de Hall of Fame. Op de Spoorzone groeide het uit tot een warm bad voor jonge makers. Een plek waar je binnen mag wandelen, vallen en weer opstaan. Het laagdrempelige blijft, ook na de verbouwing.

Samen met gemeente Tilburg is er gewerkt aan een toekomstbestendig pand. Het resultaat: een groot nieuw skatepark, een grotere concertzaal, vijf repetitieruimtes, een skatecafé en een foyer met keuken. Nieuw qua uiterlijk, maar in de kern dus nog steeds die rauwe plek waar mensen samenkomen om op ontdekkingstocht te gaan. “Het gebouw is clean, maar dat betekent niet dat ons programma dat ook moet zijn.”

Kleurrijk en divers

“Onze doelgroep bestaat uit een kleurrijke groep mensen uit verschillende (sub)culturen en generaties. We werken continu aan een zo divers mogelijke programmering. Zo bieden we graag een podium voor artiesten die voor het eerst optreden, maar de grotere concertzaal biedt ook mogelijkheden voor grotere artiesten. Dat kan prima naast elkaar bestaan. Ook zijn we steeds vaker host voor evenementen als Popronde, Road Burn en Murf Murw. De verschillende culturele plekken in Tilburg werken zo op een prettige manier met elkaar.” 

Daarnaast werkt de Hall of Fame met zo’n 80 vrijwilligers met verschillende achtergronden en leeftijden. Sommigen voelden zich niet op hun plek in geijkte werkplekken, voelden zich (vroeger) niet thuis op school of krijgen een vorm van begeleiding in hun dagelijks leven. Het vrijwilligerswerk voor de Hall of Fame is een manier om hen zich thuis te laten voelen en op te laten bloeien. Hier komen zij tot hun recht. 

Dat is waar vrijwilligerscoördinator Mascha van Kleef zich mee bezig houdt. “De groep van vrijwilligers is als een vriendengroep of familie voor elkaar. We kijken naar elkaar om. Als zich conflicten voordoen, gaan we in gesprek, in plaats van dat we iemand afwijzen. De Hall of Fame is uiteindelijk hún plek. Zo heeft de Hall of Fame niet alleen een cultureel belang, maar vooral ook een menselijk belang.”

Het impulsgeldenprogramma van Provincie Noord-Brabant ondersteunt innovatieve, toekomstbestendige en aansprekende culturele projecten, zoals de Hall of Fame. Met een impulsbijdrage kunnen zij uitgroeien tot verankerde projecten waar we in Brabant trots op kunnen zijn. Voor de Hall of Fame is dat tweeledig.

“Enerzijds zien we dat cultureel ondernemerschap onder jongvolwassenen een belangrijke impuls nodig heeft. Onze voormalige foyer hebben we doorontwikkeld tot een multifunctionele ruimte onder de titel HALL90. Hier vervagen we de grenzen tussen maker en toeschouwer op het gebied van kunst, cultuur en consumptie. Zo krijgt een groep ROC-studenten er les voor het project BOOTS, is er binnenkort een lunch voor Oekraïense vluchtelingen, zijn er debatten over politieke onderwerpen en kunnen ouders er plaatsnemen als hun kinderen skateles krijgen. Er is altijd ruimte voor nieuwe ideeën en initiatieven, groot en klein. Bijvoorbeeld het uitproberen van een nieuw gerecht in de keuken, iets komen voordragen tijdens de lunch, het exposeren van kunst of je afstudeerscriptie. Meedenken zit in onze aard.”

Max de Beijer, Hoofd Programma bij de Hall of Fame licht verder toe: “Anderzijds zagen wij een gemis in het culturele palet van Brabant en Tilburg. De (muzikale) kunsten van diverse culturen in Nederland verdienen een vaste plek. Een toegankelijke plek waarin wereldse programmering structureel wordt aangeboden. In de culturele sector spreken we vaak van termen als diversiteit en inclusie, maar een sterk aanbod van programma binnen en vanuit verschillende culturen ontbreekt. Daarom is het tijd voor een muzikale wereldreis binnen de concertzaal van de Hall of Fame, gecureerd voor en door verschillende culturen.”