Er is al veel over het basisinkomen geschreven, vanuit verschillende perspectieven en voor verschillende doeleinden. Zo is er bijvoorbeeld veel gesproken over de vragen die bovenkomen wanneer het gaat over het basisinkomen, de urgentie van het basisinkomen voor het voortbestaan van de kunsten, maar ook over de kanttekeningen die horen bij het basisinkomen. De huidige financiële situatie in de kunst-en cultuursector is zorgwekkend. Het is daarom hoog tijd om uit te zoeken wat voor invloed het basisinkomen precies zou kunnen hebben op deze sector.
Geschreven door Felix Rietbergen
Verschillende vormen
Tijdens het verdiepen in het principe van basisinkomen, werd mij één ding in ieder geval duidelijk. Het is ingewikkelder dan simpelweg iedereen een zelfde bedrag per maand overmaken waar we van kunnen leven. Het roept vragen op, zoals: waar moet het geld vandaan gehaald worden? Hoe zit het met de mensen die op dit moment al ver boven de armoedegrens leven? Hoe gaat het in zijn werk met de belasting die je betaalt over je extra verdiensten (marginaal belastingtarief)? Meestal wordt er gesproken over twee verschillende vormen van het basisinkomen, die rekening houden met bovenstaande vragen: het universeel basisinkomen en een basisinkomen gericht op mensen die op de mensen die onder, of net boven, de armoedegrens leven.De meest bekende vorm is het Universeel Basisinkomen. Dit zou inhouden dat iedereen in Nederland maandelijks hetzelfde bedrag gestort krijgt op zijn of haar rekening. Dit staat dan volledig los van het salaris dat daarnaast verdiend wordt. Bij het invoeren van het universeel basisinkomen, zou elke persoon geld ontvangen, maar ook meer belasting gaan betalen. Het marginale belastingtarief, het bedrag dat je betaalt over wat je extra verdient, zou omhoog moeten. Dit neemt het risico met zich mee dat mensen minder in plaats van meer gaan werken. Een andere vorm is een basisinkomen dat gericht is op de mensen die onder, of net boven, de armoedegrens leven. Zij zouden in dit geval geen belasting betalen, maar juist geld ontvangen van de Belastingdienst. Het grootste verschil tussen deze twee vormen zit dus in de regelingen rondom het betalen van belasting.De laatstgenoemde variant, die zich richt op de mensen onder of net boven de armoedegrens, is het makkelijkst uitvoerbaar en kan toch het gewenste effect hebben. Er zijn dus maar kleine aanpassingen nodig binnen het huidige systeem om de mogelijkheid te creëren dat iedereen in Nederland boven de armoedegrens leeft. Rutger Bregman van de Correspondent schreef in dit artikel over de verschillen tussen de twee vormen van het basisinkomen. Daarnaast biedt het artikel meer inzicht in het kostenplaatje van het basisinkomen.
Loon naar werk
Een basisinkomen gericht op mensen die op of onder de armoedegrens leven zou al een grote invloed kunnen hebben op de kunst- en cultuursector. Op dit moment moeten beeldend kunstenaars in Nederland rondkomen van zo’n €14.000 netto per jaar. Daarnaast is de kans op werkloosheid in de sector twee keer zo groot vergeleken met andere sectoren. Dit blijkt uit de verkenning die is uitgevoerd door de Sociaal-Economische Raad samen met de Raad voor Cultuur. Het invoeren van het basisinkomen kan een manier zijn om de huidige financiële situatie in de sector te verbeteren.Eerder onderzocht ik de mogelijkheden rondom loon naar werk in de kunst- en cultuursector om het financiële probleem van de sector te verhelpen. Loon naar werk zou betekenen dat een slechts een deel van alle kunstenaars en makers rond zou kunnen komen, maar dit geldt lang niet voor iedereen. Een belangrijk probleem is namelijk dat er onvoldoende vraag bestaat voor het huidige aanbod binnen de kunst- en cultuursector. Het basisinkomen, of zoals Rutger Bregman het noemt: basiszekerheid, zou ervoor kunnen zorgen dat alle makers en kunstenaars zich weer volledig kunnen richten op hun creatieve talenten. Dit zou betekenen dat financiële zorgen een veel minder belangrijke plek innemen. De creativiteit kan hierdoor weer op de eerste plek komen te staan, dat is heel wat waard.
De invloed van geld op de sector
Een uitdaging die bijna iedere maker en kunstenaar ervaart, is het bepalen van het uurtarief. Dit komt mede doordat het lastig in te schatten is hoeveel uur er voor de opdracht nodig is, hoe de verschillende kosten erin verwerkt moeten worden en wat de klant bereid is ervoor te betalen. Het voortgedreven worden door passie, zorgt ervoor dat er vaak voor (te) lage lonen gewerkt wordt door kunstenaars, makers en werkenden in de creatieve industrie. De huidige druk in de sector zorgt voor veel negativiteit, onzekerheid en onrust bij de makers en kunstenaars. Met het invoeren van het basisinkomen, wordt onder andere dit probleem opgelost.Ook Wijbrand Schaap pleit in zijn artikel voor het Cultureel Persbureau voor het basisinkomen. Hij is van mening dat het invoeren van het basisinkomen een positief effect zal hebben op de kunst- en cultuursector. Zo geeft hij aan dat het invoeren van het basisinkomen ervoor zal zorgen dat de post personeelskosten zal slinken of verdwijnen, gezien het feit dat de focus niet meer ligt op het aantal gewerkte uren. De kosten van een kunstwerk zullen bestaan uit de gebruikte materialen. Dit maakt dat het terugverdienen van de gemaakte kosten voor de kunstenaar makkelijk wordt en dat het kunstwerk voor een lager bedrag kan worden aangeboden. Ook bij subsidieaanvragen zal het zorgen voor lagere bedragen, daar waar 50% van het aangevraagde geld nu gebruikt wordt voor het financieren van personeelskosten.
Burn-out door inkomensonzekerheid
De noodzaak van een basisinkomen blijkt ook uit een eerder gepubliceerd artikel op Mestmag.nl over burn-outs in de culturele sector. Niet alleen de makers en kunstenaars zelf, maar ook de mensen werkzaam in de cultuursector hebben last van de financiële onzekerheid die de sector met zich meebrengt. ‘Als er één ding is dat burn-outs in de hand werkt, dan is het wel inkomensonzekerheid.’ Zo werd beschreven in het artikel.Het basisinkomen, in de vorm van basiszekerheid, zorgt voor minder financiële druk in de kunst- en cultuursector. Het geeft de ruimte om vanuit intrinsieke motivatie te werken, om de creativiteit weer op één te zetten. Hiermee verkleinen we het risico op burn-outs en brengen we niet alleen de kunst- en cultuursector, maar de volledige maatschappij meer in evenwicht. Zou het niet mooi zijn als er meer onvoorwaardelijk gegeven en gemaakt kan worden?
Meer lezen?
Eerder schreef Felix al een artikel op Mestmag.nl over de invloed van loon naar werk voor de culturele sector. Ook schreef die voorafgaand aan dit artikel, puur op gevoel, een blog over dit onderwerp. De artikelen die hier genoemd worden, van Rutger Bregman en Wijbrand Schaap, geven een beeld van de bredere discussie rondom dit onderwerp. In augustus publiceerde Mestmag.nl een artikel over burn-outs in de culturele sector, waarin ook de invloed van inkomensonzekerheid besproken wordt.