- Inspiratie;
- Cultureel ondernemerschap
- Impulsgelden
- Makers
Aangemaakt op: do 23 jul. 2020
Voor makers in de culturele sector is het steeds meer een trend geworden om zelf een magazine te maken. Zo zijn ze niet alleen bezig met de artistieke inhoud, maar ook met ondernemerschap en zakelijke competenties. Hoe halen deze Brabantse makers het beste uit hun werk op artistiek én zakelijk gebied? Waarom kiezen ze voor een tijdschrift als uitgangspunt? Drie hoofdredacteuren van magazines uit Brabant delen hun verhaal.
Blank Space Magazine
Designer Mats Horbach is de hoofdredacteur van Blank space magazine, een tijdschrift waarin ontwerpers met élkaar praten. De ene ontwerper interviewt de ander. “Als een designer wordt geïnterviewd door een journalist, zie je vaak dat designers in hun antwoorden uitleggeven voor de ‘leek’ over wat design is. Nu ze met elkaar praten, gaat het sneller de diepte in. Je zit zelf in die wereld, dus komen er hele andere onderwerpen naar voren”, aldus Mats. “Het gaat veel meer over waarom ontwerpers doen wat ze doen, wat hun rol in de maatschappij is en je krijgt een inkijkje in hun wereld.”
Wobby
Marjolein Schalk, hoofdredacteur van Wobby: “We laten werk zien van kunstenaars die aan de randen schuren van diverse disciplines. Die werk maken dat experimenteel, onderscheidend, authentiek, grensverleggend en humoristisch is. Daarbij is de techniek waarmee we het tijdschrift drukken, belangrijk. De risoprinttechniek staat veel in de belangstelling, omdat het een Do it Yourself-methode is. Ik druk het magazine zelf, daardoor zijn we totaal onafhankelijk. Met Jeroen de Leijer en Steppie Lloyd Trumpstein ben ik het magazine in 2015 gestart en het verschijnt vier keer per jaar.”
Kont Magazine
Hoofdredacteur van KONT magazine is Griet Menschaert. “Ik heb het tijdschrift opgericht omdat ik de concrete uitwisselingen miste die in het magazine naar voren komen. Kunstenaars en andere artiesten praten wel over wát ze doen, maar minder over het waaróm. Ik woon in Eindhoven en vind hier de verhouding tussen designers en kunstenaars spannend. Ik zoek de verbondenheid. Ik ben juist heel nieuwsgierig naar waarom mensen doen wat ze doen”, aldus Griet.
Cultureel ondernemerschap?
Het magazine is voor Griet duidelijk een vorm van cultureel ondernemerschap. “We beginnen nu aan het vijfde nummer. Het magazine is een diamant in een beweging die groter is geworden. Ik werk veel samen en moet investeren om het magazine draaiende te houden. Ik communiceer met de makers, zorg voor de verkoop van advertenties en van tijdschriften in onze webshop en in winkels. Ik doe de boekhouding en schrijf subsidieaanvragen. Gelukkig is er inmiddels een clubje rondom KONT ontstaan, maar ik houd de hele winkel draaiende.”
Voor Mats zit het cultureel ondernemerschap in de ontastbare waarde van een netwerk uitbouwen en jezelf ontwikkelen. “Binnen ontwerpopdrachten heb je niet altijd de ruimte om te experimenteren. Daarom vind ik ons tijdschrift zo tof, hierin kunnen we experimenteren en onszelf ontwikkelen. Ik wilde altijd al een magazine maken, want ik ben fan van tijdschriften en spaar ze. We doen het niet voor het geld, maar ik zie het als een middel om een platform te bieden voor designers.”
“Elk jaar maken we een nieuw issue en ontwerpers komen naar ons toe omdat ze in gesprek willen gaan met elkaar. Zo’n platform bestond nog niet en ik had er zelf behoefte aan. De waarde zit in het feit dat het tastbaar is. Ik kies ervoor om de verhalen te printen, dan heb je het in je handen en heeft het ineens meer waarde. Daarnaast verspreiden we een deel van de tijdschriften (oplage 1000) ook onder instellingen en plekken waarvan wij denken dat die interessant zijn.”
Charmant initiatief
“Mensen doen mee aan Wobby omdat ze het een charmant initiatief vinden en de risotechniek interessant is. We zijn het magazine gestart met onze eigen middelen. Vanaf 2020 betalen we iedereen die meewerkt, dankzij de subsidies. De waarde zit in het bieden van een platform”, vertelt Marjolein. “Wobby is voor de meewerkende kunstenaars en illustratoren een visitekaartje van wat ze doen. Ze hebben vrijheid in het maken van een spread. Ze krijgen alleen het thema en het gebruik van maximaal twee kleuren (doordat het risoprints zijn) mee als restrictie. Autonome illustraties noem ik ze. Dat maakt het magazine uniek, ook internationaal gezien.”
Contacten leggen
“Door de afwijkende kleurstellingen heeft het een eigen look, dus in de winkels valt het magazine op. Art directors die naar magazines op zoek zijn, zien zo weer nieuwe illustratoren. Met Wobby leggen we verbindingen. We zijn gestart met het magazine en dat is uitgegroeid tot een platform voor makers in de grafische kunsten, waarbinnen ze kunnen experimenteren. Ik leg makkelijk contacten met andere organisaties en zoek samenwerkingspartners en ben verantwoordelijk voor alle onderdelen. Van cureren, drukken, verkoop in de webshop, distributie tot aan social media en websites onderhouden. Ook cureer en organiseer ik de projecten.”
“Ik ben altijd ondernemend geweest. We investeerden in het begin veel geld en tijd in Wobby en dat betaalt zich nu terug. Ons publiek groeit en we kunnen aanspraak maken op subsidies. Het belangrijkst is dat we het magazine zijn begonnen, omdat we dat graag wilden. Niet als een zakelijk plan.”
Ook bij Mats is de intrinsieke motivatie de grootste drijfveer om het magazine te maken: “Niemand heeft ons gevraagd dit te gaan doen, we halen zelf de financiële middelen binnen om het magazine te kunnen maken. We dekken de kosten met sponsoren, we zoeken organisaties die bij het magazine passen. De Dutch Design Foundation en Voordekunst bijvoorbeeld. Dat wij ons ontwikkelen is belangrijk en we bieden een podium aan ontwerpers. Het tijdschrift an sich genereert dus een nieuw netwerk.”
Dichtbij de mensen
Griet vertelt: “KONT magazine is een vrij eclectisch blad, spannend en superleuk. En nodig in deze tijd. Grenzen opzoeken mag. Ik wil een veilige omgeving creëren waarin mensen iets kunnen laten ontstaan wat ze anders niet hadden gemaakt. Daarom werken we voor het tijdschrift in die teams. Je moet meteen vertellen aan de ander hoe je werkt en veel bespreken. Ik vind een magazine een mooie vorm, omdat iedereen het begrijpt. Ook niet-kunstenaars. Het komt veel dichterbij het publiek dan bijvoorbeeld kunst in een museum. Het tijdschrift is anders, dat kun je individueel lezen, zelfs op de wc. Het komt bij het publiek in huis.”
Communicatiemiddel
Mats ziet het magazine als een manier om te communiceren. “Voor mij is design een communicatiemiddel. Taal zorgt vaak voor misverstanden, we denken vaak dat we anderen begrijpen, maar vaak gaat dat mis. Design kan empathischer zijn en ik zet het in om elkaar beter te begrijpen. Dat doe ik ook in mijn andere projecten als social designer, ik werk veelal in het sociale domein en nu in zorginstellingen. Hoe zorg je dat mensen die geen stem hebben, een stem krijgen? Daar houd ik me mee bezig”, aldus Mats. “In Blank space geef ik ontwerpers een podium.”
Springplank
Voor Marjolein is het magazine een podium voor illustratoren, een vorm van talentontwikkeling en een platform om werk te laten dat de moeite waard is. “We hebben niet alleen het magazine, maar ook beurzen (Art Book Fair) en exposities. Zo brengen we het publiek in contact met kunstenaars. Het magazine is het startpunt en in de andere projecten, betrek ik de meewerkende kunstenaars. Nu we de komende vier jaar weer subsidie krijgen uit de gemeente en provincie kunnen we mooie, nieuwe projecten organiseren. Het belangrijkste is dat we veel kunstenaars mogen laten zien aan de buitenwereld, dat is een fijne erkenning.”
De magazines bestel je online op de websites van Wobby, Blank space magazine en KONT magazine. Wobby heeft meerjarige ondersteuning van gemeente Tilburg en provincie ontvangen. KONT magazine ontvangt dit jaar een subsidiebijdrage uit de impulsgelden. Vanaf 18 augustus is in Museum De Pont de expositie ‘De route wordt opnieuw berekend’ te zien, waarvan Wobby.club een onderdeel is. Tien kunstenaars die aan Wobby meewerkten, exposeren in het museum.