‘Samen blijven we investeren in kunst, cultuur en creativiteit.’ ‘Dat is de kracht van Brabant.’ Het was de boodschap in een advertentie die de Provincie vlak voor de Kerst in de Brabantse kranten publiceerde. In de advertentie werd verwezen naar de ondersteuning door Rijk, Provincie en de vijf grote Brabantse gemeenten om musea, (pop)podia en filmhuizen, zwaar getroffen door de coronacrisis, overeind te houden. Want: ‘Als we ooit hebben gezien hoeveel waarde cultuur heeft, is het wel in deze coronacrisis.’ De advertentie kwam kort na de bekendmaking dat de Provincie het budget voor het succesvolle impulsgeldenprogramma met ingang van 2021 halveert en na de publicatie van het Beleidskader Vrije Tijd, Cultuur en Sport 2021-2022 – concreet beleid en concrete beleidsvoornemens waarin, moeten we constateren, weinig zichtbaar wordt van het in de advertentie zo ronkend beleden geloof in de waarde van cultuur voor de Brabantse samenleving.
- De Provincie kiest voor een cultuurbeleid dat haaks staat op de economische ambities. Ze toont zich tevreden met een cultureel aanbod dat de braindrain waar Brabant vanouds mee kampt verder aanjaagt. Brabant wil regio zijn van kennis en innovatie en zou moeten kiezen voor een cultuurbeleid dat kenniswerkers uitnodigt en uitdaagt.
- Ondanks de geruststellende woorden bij de installatie van het huidige college wordt in het Beleidskader gekozen voor een beleid dat kunst en cultuur reduceert tot een vorm van vrijetijdsbesteding. Het Beleidskader heeft nauwelijks oog voor de economische betekenis van de creatieve sector en gaat voorbij aan het belang van kunst en cultuur voor creativiteit en innovatie. Voor open doel mist de Provincie hier de kans om, bijvoorbeeld door het impulsgeldenprogramma tot een programma te maken dat gedragen wordt door alle provinciale beleidsdomeinen, tot werkelijk integraal beleid te komen.
- In een poging vast te houden aan het financiële kader zoals het is afgesproken in het coalitieakkoord, zingt het Beleidskader zich volledig los van de actualiteit. Weliswaar wordt in de inleiding gewezen op de grote maatschappelijke, sociale en economische impact van de corona-uitbraak, maar op geen enkele wijze wil het Beleidskader zich verhouden tot de daarmee ontstane nieuwe werkelijkheid. Nergens biedt het aanknopingspunten voor een structurele aanpak van de problemen waarmee de onevenredig zwaar getroffen culturele sector zich als gevolg van de coronacrisis ziet geconfronteerd. De versterking van een provinciaal instrument als het impulsgeldenprogramma zou ook hier een belangrijke rol kunnen spelen.
- Met het Beleidskader beoogt de Provincie focus in het beleid aan te brengen en de eigen rolneming aan te scherpen. Maar vooralsnog kondigt de Provincie vooral verkenningen aan die tot die focus en aangescherpte rolneming moeten leiden. Waar zij, buiten het Beleidskader om, daarop voorsorteert en bezuinigingen aankondigt, bezondigt zij zich aan wensdenken over beleidswijzigingen bij het Rijk ten aanzien van cultuureducatie en cultuurparticipatie na 2024, waarvan niet duidelijk is hoe die bezuinigingen vóór 2024 kunnen faciliteren.
Impulsgelden
In mijn reactie op de halvering van het impulsgeldenprogramma stelde ik al vast dat de Provincie daarmee een belangrijk instrument heeft gekortwiekt dat de cultuursector had kunnen ondersteunen in de transities die na de coronacrisis noodzakelijk zijn. Met het verdwijnen van een groot deel van de programmatische middelen voor kunst en cultuur wordt de ruimte voor vernieuwing van het Brabantse cultuursysteem sterk ingeperkt. Die vernieuwing, de afgelopen tien jaar aangejaagd door gericht provinciaal beleid, heeft de Brabantse culturele sector versterkt en landelijk veel zichtbaarder gemaakt. Het betaalde zich uit in, vanaf dit jaar, een veel grotere bijdrage van het Rijk aan de Brabantse culturele infrastructuur: het aantal meerjarig gefinancierde Brabantse instellingen groeit, van 46 naar 73. Het bedrag dat voor die instellingen jaarlijks beschikbaar is, groeit, van € 26,5 miljoen naar € 34,6 miljoen. Wie het Beleidskader 2021-2022 leest kan niet anders dan constateren dat wat de Provincie betreft dit succes zo niet ongewenst, dan toch in ieder geval eenmalig is geweest.
bron: https://www.kunstlocbrabant.nl/nieuws/impulsgelden2-12273
Lees verder
De volledige reactie van Chris van Koppen lees je hieronder.