Jongerentheater leeft: ondanks de economische crisis en bezuinigingen op cultuur vanaf 2008 wordt nog steeds nieuw aanbod ontwikkeld voor jeugd- en jongerentheater. Aanbod waardoor jeugd en jongeren zelf leren theater te maken, dus niet het kijken naar voorstellingen die voor jeugd en jongeren bedoeld zijn. Het LKCA en het platform Theater sloegen in 2015 de handen ineen om een stand van zaken omtrent jeugd- en jongerentheater in Nederland te laten zien. Daar kwam de publicatie ‘Theater Jong’ en de website informatie met cijfers ‘Theaterbeoefenaars in Nederland gemeten’ uit. Het lijkt erop dat Noord-Brabant koploper is wat betreft haar theaterscholingsaanbod. Of lijkt dat maar zo?
Eerst even dit
Voor beide publicaties hebben LKCA en het Platform Theater kwantitatief en journalistiek onderzoek gedaan. Deze combinatie van feiten, cijfers en verhalen geeft een ‘rond beeld’ van de betekenis van jeugd- en jongerentheater vanaf pakweg de eerste jeugdtheaterschool in 1980 tot aan 2015. Voor het onderzoek hebben beide organisaties de netwerken bij elkaar gevoegd. Dit resulteerde in een online enquête die door het LKCA is uitgezet en in columns, interviews en verhalen van toen en nu die hun weerslag kregen in de publicatie ‘Theater Jong’.
De enquête is uitgezet bij ongeveer 700 instellingen en individuen die met theater te maken hebben. De eerste selectie kwam er naar aanleiding van de vraag: “Heeft u een aanbod voor jeugd- of jongerentheater?” Aan de respondenten die een positief antwoord gaven op deze vraag werden de vervolgvragen gesteld. De respons is 124 volledig ingevulde vragenlijsten, dat was voldoende om iets te kunnen zeggen over Nederland. Minder eenvoudig is het om per provincie ‘harde’ uitspraken te doen over de theateraanbieders. Daarvoor zijn de aantallen respondenten te klein. De uitspraken in dit artikel over de situatie in Brabant moeten daarom vooral als indicatief en niet als representatief gezien worden.
De cijfers
Vier respondenten uit Brabant hebben de enquête ingevuld: mensen uit de gemeenten Rosmalen, Eindhoven, Terheijden en Oss. Uit eerdere gegevens van het Platform Theater -voorheen stichting jeugdtheaterscholen- zouden er zo’n 15 jeugd- en jongerentheateraanbieders in Brabant zijn. Dat zou betekenen dat de respons 27 procent is, dat is een prima resultaat. De vier respondenten zijn: één centrum voor de kunsten en drie zelfstandige aanbieders, te weten een jeugdtheaterschool. Twee van hen hebben zowel een binnen- als buitenschools aanbod, dus zowel tijdens schooltijden van kinderen en jongeren als in hun vrije tijd, twee alleen een buitenschools aanbod voor jeugdtheater. Van deze aanbieders is er 1 vóór 1980 begonnen met zijn aanbod en de overige drie na 2005, waarvan 1 in 2014. Het aanbod bestaat uit een workshop, cursus of theaterlessen en vindt doorgaans op de eigen locatie plaats. Het kunstencentrum bedient veel -in de tientallen- kinderen per jaar, de zelfstandige aanbieders minder - zo rond de 10. Zij hebben ook minder capaciteit aan artistieke begeleiding voorhanden. De leeftijdscategorie waarop de aanbieders zich richten is verschillend: de grote aanbieder is er voor 4-18 jarigen, de kleinere hebben ofwel alleen kinderen vanaf 12 jaar, of alleen de basisschoolleeftijd en 1 aanbieder heeft kinderen van de leeftijdsgroep tussen 8 en 18 jaar. Twee van de vier aanbieders geven aan dat de kinderen deelnemen aan een jeugdtheaterfestival, deze zijn 12-18 jaar, namelijk het festival Link in Tilburg en het Theaterfestival Breda.
Theaterscholen in Noord Brabant
Het Platform Theater heeft voor de publicatie ‘Theater Jong’ een plattegrond van Nederland gemaakt met de bij haar bekende aanbieders van jeugd- en jongerentheater gemaakt. De stipjes daarop laten zien waar de meeste en waar de minste aanbieders zijn. Noord-Brabant heeft met Noord- en Zuid-Holland de meeste aanbieders van jeugd- en jongerentheater, namelijk 15; deze zijn te vinden in Bergen op Zoom, Boxmeer /Cuijk /Bergen /Gennep /Mill/ Sint Anthonis, Breda (2x), Den Bosch, Drimmelen, Drunen, Eindhoven, Oosterhout, Oss (2x), Oss-Ravenstein, Roosendaal, Tilburg en Veghel. Aanvullend uit onze enquête komen daar aanbieders uit Rosmalen en Terheijden bij, daarmee komen we op 17 aanbieders jeugd en jongerentheater in Noord-Brabant. Op basis van onze gegevens kunnen we stellen dat Noord-Brabant koploper is geworden.
Bevolking 0-20 per provincie
We kunnen op twee manieren kijken naar het aanbod voor jongerentheater om de benchmark van Noord-Brabant qua aanbod voor jeugdtheater te maken: ten eerste naar de bevolkingsopbouw, zodat je ziet wat het relatieve aandeel van jongeren is per provincie en in heel Nederland. Ten tweede alleen jongeren onderling per provincie, dus hoe het totaal aantal jongeren verdeeld is over de provincies. Voor wat betreft de eerste manier van kijken zie je dat in 2012 Flevoland de ‘jongste’ provincie met een relatief groter aandeel 0-19 jarigen ten opzichte van andere leeftijden is. Maar daarmee kan je nog niet bepalen of het aanbod van 5 jeugdtheaterscholen relatief gering of relatief groot is, gezien de potentiele afnemers ervan. De verhouding jeugd tot 19 jaar in Brabant tot andere leeftijdscategorieën is vergelijkbaar met veel andere provincies. In figuur 1 zien we waar het jongerenaandeel per provincie boven of onder het gemiddelde voor heel Nederland zit.
Als we echter kijken naar waar nu de grootste aantallen jongeren in Nederland wonen, dus op de tweede manier, zien we een ander beeld. In Noord Brabant woont 14% van de jongeren tot 20 jaar, maar Zuid-Holland spant de kroon met 22%. Het theateraanbod tussen die twee provincies verschilt, uit ons onderzoek komen we op een aanbod van 17 in Noord-Brabant en 12 in Zuid-Holland. Als alle jongeren tot 20 jaar in beide provincies tegelijk met theater willen experimenteren, wordt het drukker in Zuid-Holland voor de huidige aanbieders die wij kennen dan in Noord-Brabant, er van uitgaande dat de scholen allemaal evenveel capaciteit hebben.
Brabant als koploper
Kortom: Zou het aanbod in Noord-Brabant nu de norm zijn waar je als provincie naar wilt streven en mogen andere provincies zich daaraan spiegelen, of is er iets anders aan de hand en ‘klopt’ het aanbod in overig Nederland bij de behoefte aan jongerentheaterscholing in die provincies? We vragen twee kenners van het jeugdtheater naar hun mening over Noord-Brabant als jeugdtheaterkoploper.
Guide Bosua - verschil tussen Brabantse jongeren en Randstadjongeren
Guido Bosua is coördinator van het Platform Theater. Hij deed de opleiding Dramadocent aan de Hogeschool Eindhoven en studeerde een jaar Theaterwetenschappen in Utrecht. Daarnaast geeft hij theaterlessen aan kinderen, jongeren en volwassenen.
“Als we aannemen dat Brabant koploper is, kan ik me voorstellen dat het komt door de geografische ligging van Brabantse steden; de spreiding van steden met een goed functionerend centrum voor de kunsten zorgt ervoor dat iedereen binnen een half uur bij een theaterlocatie kan zijn. Dat is bijvoorbeeld in Drenthe een ander verhaal. Daarnaast floreert het verenigingsleven in de zuidelijke Nederlanden traditioneel al langer; er zijn veel toneelverenigingen in Brabantse dorpen vergeleken bij de Randstad. En er is de Hogeschool Fontys met een theateropleiding wat ook effect kan hebben.
Volgens mij doet de provinciale kunstinstelling het ook goed: Kunstbalie is daar goed bezig met stimuleren van festivals, zoals het internationale 39 graden festival. Dus ik ben ook benieuwd of daar een provinciaal beleid achter zit. Je ziet in Zuid-Holland dat er sinds vier jaar geen cultuurbeleid meer is met gevolgen voor de jeugdtheaterhuizen.
Er blijft wel veel binnen de provincie; onderling is er veel contact en dat lijkt genoeg; bij Havenwerk (talentenfestival Havenwerk in Deventer, AD en IS) zijn er bijvoorbeeld nauwelijks Brabantse partijen die meedoen.
Er is best verschil tussen Brabantse jongeren en Randstadjongeren denk ik; de randstad is vluchtiger, je ziet daar meer zapp-gedrag qua cursussen. Brabant kent een van oudsher steviger verenigingsleven, dat is meer onderdeel van je sociale leven om bij de fanfare of de toneelclub te zitten. Daar is het ook iets van meer generaties en ingebed in de traditie. Ik denk dat er ook een katholieke link zit. In Zeeland, het zuiden van Zuid-Holland en de Veluwe loopt de ‘bible belt’; zingen mag daar nog wel, maar zeker geen theater of toneelspelen. In een katholieke omgeving is spelen gebruikelijker: denk aan de wagenspelen, het volkstheater en kerstspelen met de levende kerststallen.”
Evelien Wouters - er kan een ‘theater’vlammetje gaan branden
Evelien Wouters is senior adviseur Kunstbeoefening bij Kunstbalie, het provinciaal expertisecentrum voor kunsteducatie en kunstbeoefening in Noord Brabant. Ze studeerde Theaterwetenschappen in Utrecht met specialisatie Kunstbeleid- en Management.
‘Ik denk dat de structuren in Brabant zeer goed functioneren. Ik zie een keten van kennismaken, leren, doen en netwerken en kennisuitwisseling. Ik heb gekeken naar alle mogelijkheden die er zijn om in de provincie aan theater te doen, en welke doorgroeimogelijkheden er zijn. Bijna alle Brabantse schoolkinderen komen in aanraking met theater, onder meer door grote provinciale programma's als KunstSelect en De Cultuur Loper. Door deze programma’s kan er een ‘theater’vlammetje gaan branden bij kinderen en jongeren, waardoor zij op zoek gaan naar mogelijkheden om buiten school ook theater te gaan spelen/ maken.
Er zijn 318 toneelverenigingen in Brabant, en veel van hen hebben een jeugd- of jongerengroep. Blijkbaar is de aanwas van jongeren dus ook groot genoeg om zo’n groep te draaien binnen de vereniging.
Daarnaast zijn er natuurlijk de productiegroepen en lessen theater die bij de Centra voor de Kunsten en de jeugdtheaterscholen gevolgd kunnen worden.
Met al deze mogelijkheden tot spelen, is het ook goed om te zien dat er in Brabant meerdere mogelijkheden zijn om je kwaliteiten te tonen en naar elkaar te kijken. Het Link festival vindt al vele jaren aan het eind van het seizoen plaats. Daarnaast kunnen de jongeren meedoen aan Solo’s in Zuid, 39 graden festival en natuurlijk de Kunstbende.
In het Voortgezet Onderwijs wordt ook samengewerkt met Kunstbende. Er zijn ateliers die gevolgd kunnen worden ter voorbereiding op de deelname aan Kunstbende. Coaching is een onderdeel van de ateliers.
Andere mogelijkheden voor jongeren om actief in voorstellingen te spelen, zijn de vele openluchttheatervoorstellingen en de spektakel/ locatievoorstellingen. Brabant kent 15 openluchttheatergroepen en vele dorpen hebben jaarlijks een locatievoorstelling waarin gespeeld kan worden.
De samenwerking tussen profs en amateurs wordt gelegd door o.a. het Zuidelijk Toneel en Fabriek Magnifique. Zij zetten bij het maken van producties hun deuren open voor amateurs, waardoor talent ook kan doorgroeien.
Uit een recent onderzoek dat door &Concept is uitgevoerd naar de stand van het amateurtheater in Brabant, is gebleken dat het organisatievermogen en de zelfredzaamheid grote kwaliteiten zijn in Brabant. Dit gecombineerd met het feit dat er vele mogelijkheden zijn om actief aan theater te doen, lijkt mij het antwoord op de vraag of NoordBrabant koploper is in het aanbod van het jeugdtheater.’
Tot slot: een oproep
Het is voor ons interessant om te weten of ons onderzoek en wat we in dit artikel schetsen een adequaat beeld van de stand van het jeugd- en jongerentheater in Noord-Brabant weergeeft. Of zien we wat over het hoofd? Guido Bosua noemt het 39gradenfestival in Breda. Uit onze enquête komen het festival Link in Tilburg en het Theaterfestival in Breda voor. Daarnaast is er de Brabantse editie van Kunstbende. Ook in andere provincies zijn er festivals met grote aantrekkingskracht, zoals het ook genoemde Havenwerk. Festivals zijn trekkers van jonge makers en spelers, naast het publiek dat er graag komt kijken. Zijn er meer festivals van deze orde, lokaler, kleiner maar ook gericht op jong talent? Zijn er onder aanbieders zzp-ers die dat zijn geworden door bijvoorbeeld bezuinigingen bij jeugdtheaterscholen en centra voor de kunsten? Of juist vanuit hun ondernemerschap begonnen? Zicht op continuïteit van de scholen is van belang voor kinderen die graag theaterlessen volgen of aan voorstellingen meewerken, zeker in de kleinere plaatsen waar niet zonder meer een grote aanbieder aanwezig is. Als je informatie hebt waar jeugd- en jongeren in Noord Brabant nog meer aan theater kunnen doen, meld je dan aan bij het LKCA; ook als je zelf een aanbod voor jeugd- en jongerentheater hebt en hier niet tussen staat.
Amalia Deekman en Ingrid Smit (senior onderzoeker en medewerker cultuurparticipatie LKCA)