Veel musea bieden rondleidingen voor het basisonderwijs aan: van onderbouw tot bovenbouw. Maar hoe reageert zo’n puberende groep achtste klassers nou eigenlijk op kunst? Wij volgden twee verschillende workshops voor het basisonderwijs, en zagen wat het praten over kunst met de kinderen deed.
- Geschreven door Iris van den Boezem
Themales: ‘Wat vind ik kunst en waardoor komt dat?’ - Van Abbemuseum (Eindhoven)
“Vragen stellen, de verwondering prikkelen. En - voor zover mogelijk natuurlijk - het voelen en aanraken van werken. Vooral om te laten zien dat kunst zoveel meer is dan alleen een schilderij aan de muur”, lacht Annebel Kuperus (museumdocent Van Abbemuseum Eindhoven) als ik haar vraag naar wat er in ieder geval in haar lessen moet terugkomen. “En bij zo’n bovenbouw-klas als vandaag gaat het ook over de vraag: hoe verhoud jij je nou eigenlijk ten opzichte van kunst?”
Voor schakelklas 7/8, met wie ik vandaag meeloop, start de museumles bij - of liever - op het kunstwerk Civilian Defence van de Amerikaanse kunstenaar Dan Peterman. “Wat vinden jullie”, vraagt Annebel als iedereen een plek heeft gevonden in de uit kleurrijke zandzakken opgebouwde kring. “Is dit nou kunst, of juist niet?” Een blonde jongen staat meteen stellig op: “Dit is geen kunstwerk, vind ik. Vroeger bouwde ik wel eens hutten met kussens en dekens en dat leek hierop. Daarom vind ik het geen kunst.” Zijn klasgenootje, een meisje met een lange staart, legt op aandringen van Annebel uit waarom zij het juist wél kunst vindt: “Er is veel kleur, het heeft een mooie vorm. En niemand heeft dit eerder gedaan, denk ik”, zegt ze, terwijl er een glimlach op haar gezicht verschijnt. Een andere jongen twijfelt: “Ik begrijp niet goed wat hiermee bedoeld wordt, wat het betekent”, legt hij uit. “Dus ik weet eigenlijk ook niet zo goed wat ik ervan vind.”
“Het gaat ons er niet om dat kinderen de kunstwerken mooi of lelijk vinden, maar dat ze erover leren nadenken”, legt collega-museumdocent Sabina Timmermans uit. “Dus: je vindt iets mooi, en waar komt dat dan door? Of: je vindt een werk saai, maar waar ligt dat dan aan? Wat past bij jou of juist niet, en hoe komt dat?” Bij een wat donker schilderij legt een jongen uit waarom het zijn favoriet is. “Ik vind het mooi, want het is 3D-achtig”, zegt hij. Op het werk zijn twee grote, naar buiten toe geopende ramen te zien. “En ik word er vrolijk van: op het schilderij zie je sneeuw. Dan denk ik aan kerstmis, en dat vind ik fijn.” Een meisje met donkere krullen: “Nou, dat vind ik niet. Die donkere bomen, ik word er verdrietig van.” Met een brede lach vervolgt ze: “Maar ik begrijp ook wel dat het jou aan kerst doet denken.” Halverwege de museumles, terwijl de leerlingen werken aan een tekenopdracht, schiet Annebel me aan. “Mooi hè, die reacties. Je ziet al meteen dat er in hun hoofden allerlei radertjes gaan draaien: er komen vragen, er komen emoties, ze reageren op elkaar. Als de leerlingen op één of andere manier verbinding vinden tussen hun eigen ervaringen en een kunstwerk, dan is er al iets bereikt.”
Workshop De Code Kunstshow, introductie bij leerlijn De Creatieve Code - MU
“De 21e eeuwse vaardigheden zijn niet meer weg te denken uit ons onderwijs. En daar hoort bijvoorbeeld ‘computational thinking’ - of het denken als een computer om een probleem op te lossen - ook bij”, zegt Gerrit de Jong, leerkracht in groep 8, na afloop van de Code Kunstshow op zijn school. “De Creatieve Code past daarom heel goed bij de richting die wij als school óók inslaan.” De Angelaschool in Boxtel werkt met De Creatieve Code - dat is een leerlijn over creatief programmeren van het Eindhovense MU. Via dit programma leren kinderen uit de bovenbouw van het basisonderwijs over de basisbeginselen van programmeren, computational thinking en kritisch omgaan met internet. En ze maken kennis met digitale vormen van kunst.
Anders dan je misschien zou verwachten bij een workshop over digitale kunst is er geen computer te bekennen. “Wat doe je allemaal zonder erbij na te denken?” vraagt workshopleider Joni Cousins. “Tanden poetsen!” roept een vrolijk blond meisje. “Ja, en knipperen met mijn ogen”, zegt een ander. Joni: “Heel goed. We zijn dus best wel voorgeprogrammeerd. Voor heel veel dingen hebben we zelf ook een soort code, net zoals een computer. Daardoor kunnen we ze doen zonder er echt bij na te denken.” Joni tovert een sheet met enen en nullen op het scherm - precies evenveel cijfers als dat er stoelen in een rij staan. Kinderen die in de zaal zitten moeten de code uitbeelden: ga staan als bij jouw stoel een één staat, blijf zitten als bij jouw stoel een nul staat. “Best moeilijk hè, om dat snel te doen. Een computer kan dat supersnel.
”Maar wat is dan de link naar kunst? Joni vraagt aan de kinderen of ze weten wat een ‘glitch’ is. Er klinkt wat gegiechel, en zo’n twintig kinderen steken enthousiast hun vinger in de lucht. “Als je game gaat haperen”, zegt een jongen. “Ja, en soms sta je dan ineens in een muur, en dat kan helemaal niet”, zegt zijn buurjongen breed glimlachend.” En dat is precies waar kunstenaars soms gebruik van maken, legt Joni uit. Sommige kunstenaars maken expres fouten in de code. “Maar het allerleukste aan digitale kunst vind ik zelf”, vervolgt ze, “dat kunstwerken interactief zijn. Je mag er zelf van alles mee doen. Dus nu heb ik vrijwilligers nodig.” De kinderen springen op: ik, ik, ik! De kinderen mogen zelf klikken in een digitaal kunstwerk van Rafaël Rozendaal. Als iedereen weer op z’n stoel zit vraagt Joni: “Maar van wie is dit kunstwerk nu?” “Van de mensen die de website hebben gemaakt!” klinkt het. En: “Van de kunstenaar.” “Nee hoor”, vindt een meisje dat net mocht klikken, “het kunstwerk is van ons!”
Leerkracht Gerrit, na afloop: “De Creatieve Code gaat in eerste instantie helemaal niet over de computer, en dat is wat het programma voor mij zo sterk maakt. Overal in je leven zijn namelijk regels, ritmes en regelmatigheden die je kunt proberen te begrijpen en analyseren of waar je mee kunt spelen.” Hij vertelt over het spel zonder regels - een opdracht die onderdeel is van De Creatieve Code - dat hij met zijn klas deed. “Het enige dat je weet is dat je hier begint en dat je daar, bij dat eindproduct uit moet komen. Maar de regels of variabelen die je nodig hebt om op dat punt uit te komen moet je zelf bedenken. Nou en dan moeten leerlingen echt hun creatieve vaardigheden aanboren”, lacht hij. En wat de kinderen ervan vonden? Na afloop van de workshop komt een meisje wat schoorvoetend naar Joni toe. Ze mocht net als vrijwilliger klikken in één van de digitale kunstwerken. “Heb je misschien de link voor mij? Ik wil er zo graag nog verder mee werken”, zegt ze met een verlegen glimlach.
Deze workshop - de Code Kunstshow - is onderdeel van de introductie tot leerlijn De Creatieve Code. Latere workshops gaan nog veel meer in op het echte programmeren en op het spelen met code. De Creatieve Code is ook geschikt voor onderbouw van het voortgezet onderwijs. MU biedt workshops en programma’s op school, maar er zijn ook educatieve programma’s bij de tentoonstellingen van MU. Zie de website van MU voor meer informatie.
MEST geeft culturele gezelschappen en instellingen die voorstellingen en projecten ontwikkelen voor Brabantse scholen via deze artikelenreeks een podium. Eerder verscheen in deze reeks al artikelen over Brabant Menu, over dansers Helma Melis en Batja ten Kortenaar, over De Pont en Design Museum Den Bosch en over Breda Photo. Makers of scholen die graag advies willen over cultuureducatie op scholen kunnen hiervoor terecht bij Olivier de Jong, adviseur cultuureducatie bij Kunstloc Brabant.