Kunstenaars spelen steeds vaker een rol bij het nemen van afscheid van dierbaren en bij rouw. Zo maken zij uitvaarten en herdenkingsplaatsen steeds persoonlijker. Wat kunnen kunstenaars in de uitvaartbranche betekenen? We spraken met Roel Stapper (directeur van uitvaartonderneming Zuylen), met Joyce Dunki Jacobs (curator bij DELA Kunstzaken) en met kunstenaars Noortje Haegens en Marius Boender.
- Geschreven door Iris van den Boezem
Kunst doet altijd iets
Joyce Dunki Jacobs is museoloog. Sinds ruim 10 jaar werkt ze als extern adviseur kunstzaken bij coöperatie DELA.
Joyce: “De kracht van kunst bij het nemen van afscheid hangt samen met het feit dat kunst prikkelt: goede kunst doet altijd iets - ongeacht of je het mooi vindt of niet. Kunst kan helpen je gedachten te verzetten en daardoor biedt het bezoekers van onze uitvaartcentra en crematoria soms troost, of een moment van reflectie en doorgeven.
DELA heeft crematoria en uitvaartcentra door het hele land. Dus toen ik ruim tien jaar geleden samen met een kunsthistoricus het kunstbeleid mocht inrichten, was dat een enorme uitdaging. Iedereen krijgt vroeg of laat te maken het verlies van een dierbare en moet dan afscheid nemen. Alle rangen en standen, kunstliefhebbers maar ook mensen die in eerste instantie niet zoveel met kunst hebben.
Elke ruimte in onze uitvaartcentra heeft een eigen sfeer. Wanneer mensen bijvoorbeeld bij een crematorium aankomen zijn ze vaak gespannen, zenuwachtig, net als familie en vrienden om hen heen. Een goed gekozen werk kan in zo’n ruimte zorgen voor gespreksstof: wat hangt daar nu? Of: wat zou dat betekenen? Maar het kan ook gewoon even afleiding bieden: een manier om je gedachten even op iets anders te richten. Bij de koffiekamer is dat weer helemaal anders: na afloop van de afscheidsdienst zijn mensen vaak opgelucht. Op één van onze locaties staat een enorme beer van kunstgras in de tuin net buiten de koffiekamer. Als mensen die beer zien, dan verschijnt er automatisch een glimlach op hun gezichten. Dat is het hè: er is na zo’n dienst weer ruimte om te ademen en misschien even te lachen. En een kunstwerk kan daar ruimte aan geven: het is oké dat je je zo voelt.
Bij de kunstwerken in onze gebouwen hangen nooit naamplaatjes van werk en kunstenaar. Toch nemen bezoekers soms de moeite om te achterhalen wie de kunstenaar is. Volgens mij toont dat al heel mooi aan dat het mensen soms enorm raakt, of helpt bij het verwerken van een verlies. En dat is precies waar wij het voor doen.”
Het gevoel dat het goed was zo
In 2016 werd een werk van Noortje Haegens aangekocht voor een DELA uitvaartcentrum in Utrecht. Noortje is ‘buitenkunstenaar’, die al wandelend het ondefinieerbare karakter van de natuur die ze aantreft in beeld probeert te vangen.
Noortje: “Bij DELA in Utrecht hangt mijn werk op een bijzondere plek: namelijk in de kleine afscheidsruimte, precies boven de kist. Mensen die daar samenkomen, zien mijn werk dus altijd.
Op een dag werd ik gebeld door een mevrouw die even daarvoor afscheid had genomen van haar man. Ze bedankte me. Het werk klopte zo perfect bij wie haar man was geweest, vertelde ze me. Mijn foto gaf haar het gevoel dat het goed was zo. Het gaf haar ruimte om verder te kijken. Nou, ik kan je vertellen: ik stond toen wel even met mijn mond vol tanden. Dat iemand die net een verlies voor haar kiezen heeft gekregen de moeite neemt om mijn naam en telefoonnummer te achterhalen omdat ze zó geraakt was door mijn werk - dat ontroert me enorm.”
Meerwaarde tijdens een uitvaartritueel
Roel Stapper is sinds twaalf jaar directeur van uitvaartonderneming Zuylen. Kunst en de samenwerking met kunstenaars is wat hem betreft niet weg te denken uit zijn branche.
Roel: “Een sterfgeval is de ultieme confrontatie met de eindigheid: door stil te staan bij het einde kijk je automatisch ook naar het leven. Fundamentele vragen borrelen op: wat betekent de dood en hoe wil ik zelf verder leven? Kunst gaat óók over dat soort vraagstukken: het geeft herkenning en erkenning, het zorgt voor reflectie en het brengt verwondering.
Toen ik hier net begon als directeur hing er nog een redelijk somber werk in de aula van het uitvaartcentrum. Omdat dat niet meer past bij de huidige tijd hebben we dat laten vervangen door een drieluik met paradijsvogels: heel licht en kleurig. De kunstenaar heeft dit speciaal voor onze aula gemaakt. Het werk is zo krachtig: het heeft echt meerwaarde tijdens een uitvaartritueel. Je ziet het gebeuren: bezoekers komen jachtig binnen, zo vanuit het hectische leven. Dit kunstwerk helpt hen dan de overgang van hectiek en snelheid naar overpeinzing en afscheid te maken.
Een paar jaar geleden nodigden we studenten van kunstacademie St. Joost uit om werken voor een aantal ruimtes te bedenken. Prachtige ideeën, stuk voor stuk. Eén student kwam bijvoorbeeld met een totempaal van hout - als verbeelding van een familie door de jaren heen. Zo mooi en toch zo simpel: ik stond ervan versteld.
Op dit moment staan we voor een nieuw vraagstuk waar we graag kunstenaars bij inschakelen. Sinds kort beschikken we over een enorme beeldpresentatie in één van onze aula’s (afmetingen: elf meter breed en drieënhalve meter hoog, red.). Het is een muur van led-schermen van acht bij twee meter met daaromheen beeldprojectie. Welke kansen zien kunstenaars voor onze afscheidsdiensten met deze techniek? Alle kaders liggen open: ik ben erg benieuwd naar hun plannen en ideeën.”
Nieuwe rituelen
Marius Boender werkt als conceptueel kunstenaar al zijn hele leven met de grote vragen des levens. Als een soort ‘beeldend filosoof’ gaat hij te werk. Voor uitvaartonderneming Zuylen maakte hij een landschapskunstwerk, een Tijdsequentie van bomen.
Marius: “Kunstwerken zijn voor mij een instrument om het denken over een onderwerp of gevoel vorm te geven. Zoals bij Tijdsequentie: een werk dat het voortschrijden van de tijd in beeld brengt. Er is een spiraal van bomen waar er ieder jaar een boompje bij wordt geplant. In het midden vormen ze één kruin. De jonge bomen maken zich hieruit los. Als mensen net afscheid hebben genomen en de as van hun geliefde hier hebben uitgestrooid, dan heeft de spiraal een bepaalde maat. Steeds wanneer ze terugkomen zijn de bomen weer een stukje verder gegroeid. En zijn er boompjes bij geplant.
Dit is voor mij een mooie, symbolische manier om verlies een plek te geven. De tijd schrijdt voort, de bomen groeien en er ontstaat nieuw leven. Het afscheid zelf hoort daar ook bij.
Ik zou graag binnen dit werk een nieuw ritueel willen maken. Door de as in het gras te harken, en daarover een dun laagje tuinaarde met graszaad verwerken. Zo blijft het gras zichtbaar. In de as en aarde kan weer nieuw gras groeien: de as is nu mooi toegedekt en toevertrouwd aan de aarde. Dat versterkt de symboliek.”