Of het nou in een garage is, in een wijk of op straat: kunst kan overal. Ook in Brabant maken kunstenaars gebruik van de ruimte in hun werk. Vloeistof doet dat met dans, Paleis voor Volksvlijt met theater en Pop Up Cinema met film.
Geschreven door: Marel van Andel
Een nieuw publiek
De oprichters van Vloeistof wilden vooral één ding bereiken: de dansbubbel doorbreken en een ander publiek bereiken dan normaal. De oplossing daarvoor? Naar het publiek toe. “Wij zijn veel te vinden in Tilburg en wij doen onze dansvoorstellingen in de openbare ruimte, op straat”, vertelt artistiek directeur van Vloeistof, Anja Reinhardt. “Op die manier staan wij midden in de samenleving en worden we geconfronteerd met een heel ander soort publiek dan normaal bijvoorbeeld in een theater te vinden is.”
Datzelfde geldt voor theatergezelschap Paleis voor Volksvlijt. “Doordat wij de wijk intrekken voor onze voorstellingen en er zowel beroeps- als vrije tijdsspelers bij betrekken, komt het verhaal veel dichter bij de bewoners van die wijk”, zegt artistiek leider Vincent van den Elshout. “In plaats van dat mensen naar een theater moeten, kunnen ze gewoon in hun eigen wijk komen kijken wat er gebeurt. Dat is veel laagdrempeliger. In de voorstelling ONS over een wijkfeest doen we dat bijvoorbeeld.”
Laagdrempeligheid
Van die laagdrempeligheid maakte ook Pop Up Cinema de afgelopen jaren gebruik. “Door een bijzondere film te kiezen en die te laten zien op bijzondere locaties, maken we het voor het publiek makkelijk om te komen kijken”, legt Maureen Prins uit, oprichter van Pop Up Cinema en Solar Cinema, een mobiele bioscoop op zonne-energie. “Het vertonen van een film in bijvoorbeeld Club Smederij, een uitgaansgelegenheid in Tilburg, zorgt ervoor dat jongeren de film zien omdat ze al bekend zijn met de club. En juist de vaak oudere filmliefhebbers komen naar een nieuwe omgeving, doordat ze zich aangetrokken voelen door de film. Zo hebben we twee doelgroepen door elkaar zitten die elkaar normaal niet zo snel tegenkomen. En door de film altijd te omlijsten met een nagesprek, komt iedereen ook nog eens met elkaar in gesprek.”
Spelen met de omgeving
Daarnaast kan dan de film aansluiten op de omgeving. “In Club Smederij lieten we de documentaire Raving Iran zien, over een DJ gevlucht uit Iran. Maar zo lieten we ook Coffee & Cigarettes zien in een koffiecafé, of Wild at Heart van David Lynch in een autogarage”, zegt Maureen.
Paleis voor Volksvlijt maakt eveneens graag gebruik van de omgeving, omdat die bij kan dragen aan de beleving van de voorstelling. “Mensen voelen zich vrijer en opener dan wanneer ze in een theater zitten”, vertelt Vincent. “Je merkt dat daardoor veel meer interactie met het publiek mogelijk is. We betrekken ze in de voorstelling. Bij de voorstelling Ons Moeder bijvoorbeeld door ze aan de afwas te zetten in onze keuken, wanneer ze al direct binnenkomen met een grote mond. Door de locatie en dat soort contact voelt het publiek zich vrij genoeg om dingen te roepen of een gesprek aan te gaan.”
Vloeistof speelt vooral met de ruimte door middel van improvisatie. “In de stad weet je nooit van tevoren wat er gaat gebeuren. Er kan elk moment een onverwachte schaduw vallen, een vogel langs vliegen of een auto parkeren die veel herrie met zich meebrengt. Dat zijn allemaal dingen die de dansers mee kunnen nemen in de voorstelling door de dans erop aan te passen”, zegt Anja. “We werken niet heel afgekaderd met een vaste choreografie, maar hebben juist veel ruimte voor improvisatie. Dit vereist speciale skills van de dansers. Als dit lukt, wordt de omgeving een onderdeel van de voorstelling.”
Een nieuwe blik
En daardoor gaan mensen anders kijken naar hun eigen omgeving. Anja vertelt: “Mensen die naar onze voorstelling komen kijken, wonen vaak zelf in de buurt. De wijk of straat waar we zijn, is dan zo bekend voor mensen, dat ze niet goed meer om hun heen kijken en zich niet meer bewust zijn van hun eigen omgeving. Daar spelen wij op in. Bij onze voorstelling Welkom in de buitenwereld plaatsen we het publiek bijvoorbeeld met vijf mensen in een auto. Van daaruit kijken ze naar de stad. Iedereen die ze zien zou dan een performer kunnen zijn, of gewoon een toevallige voorbijganger. Datzelfde gebeurt ook bij de voorstelling Straatwild, waarbij het publiek met silentdisco koptelefoons naar de stad kijkt. Op die manier analyseert het publiek het stadsgedrag en haar eigen vooroordelen daarover. Zo kijken ze met een hele andere blik naar hun omgeving.”
Vincent merkt dat ook de theatervoorstellingen van Paleis voor Volksvlijt kunnen helpen anders naar de omgeving te kijken. “We bieden naast voorstellingen op vaste plaatsen ook stadswandelingen aan. Dit helpt niet alleen mensen in beweging te krijgen, maar geeft ze daarnaast een nieuwe blik op hun eigen stad. Bijvoorbeeld de Sint-Jan in Den Bosch valt bij veel Bosschenaren helemaal niet meer in het oog, maar met zo’n wandeling dwingen we ze er weer naar te kijken en hun omgeving weer toe te laten eigenen. Het is mooi dat wij dat kunnen bereiken.”