Ruim zeventig vertegenwoordigers van culturele instellingen en gezelschappen kwamen 27 november 2019 samen voor de presentatie van de Meerjarensubsidies Professionele Kunsten. Door de samenwerking in Regioprofiel-verband zijn er nu vijf op elkaar afgestemde regelingen: van de Provincie, Breda, Eindhoven, ’s‑Hertogenbosch en Tilburg, die alle op 3 december worden opengesteld.
Martin van Ginkel presenteerde namens de taskforce Regioprofiel Cultuur BrabantStad de wijzigingen die na de input- en informatiesessie #2 van 12 september in de regelingen zijn doorgevoerd. De op elkaar afgestemde regelingen van de Provincie, Breda, Eindhoven, ’s‑Hertogenbosch en Tilburg zijn de afgelopen periode vastgesteld door respectievelijk Gedeputeerde Staten en de raden en colleges van desbetreffende gemeenten.
De aanvraagprocedure
Door het op elkaar afstemmen van de vijf regelingen beperken we voor aanvragers de administratieve rompslomp. Die hoeven hierdoor niet vijf compleet verschillende processen te doorlopen, maar kunnen bij Breda, ’s‑Hertogenbosch en Tilburg op dezelfde manier aanvragen. Eindhoven heeft een eigen regeling, maar hanteert wel dezelfde criteria en termijnen. Provincie en gemeenten geven allemaal subsidie voor vier jaar en ook de inschrijvingstermijn zijn gelijk. Alle aanvragen gaan via één loket en worden beoordeeld door een adviescommissie. Aanvragen kan van 3 december aanstaande tot 31 januari 2020.
Tijdens de informatiesessie gaf Elma Meuken van Provincie Noord-Brabant een toelichting op het online aanvraagformulier, de modellen voor begroting en dekkingsplan en voor het activiteitenplan. Het gebruik van de modellen is verplicht. Het format voor begroting en dekkingsplan sluit grotendeels aan bij het format van OCW en het format van Fonds Podiumkunsten.
Stand van zaken adviescommissie
De werving voor de adviescommissie – bestaande uit een voorzitter en zestien leden – loopt; deze maand worden de laatste gesprekken met kandidaat-leden gevoerd. Bij de selectie worden behalve inhoudelijke kennis en deskundigheid ook het lokale én regionale belang geborgd.
Vragen van deelnemers
Tijdens de bijeenkomst was veel ruimte voor vraag en antwoord. We noemen er hier een aantal.
- Het aanvraagformulier en de modellen die verplicht zijn gesteld, worden als erg rigide ervaren. (Beeldend) kunstenaars zouden de mogelijkheid tot eigen vormgeving van de aanvraag, of toch tenminste het activiteitenplan, hebben gewaardeerd.
- De deadline van aanvragen (30 januari 2020), die gelijkgeschakeld is met de regeling van OCW, wordt als krap ervaren aangezien de Meerjarensubsidies van BrabantStad pas op 3 december 2019 opengaan. Het was fijn geweest als voor de organisaties die bij een rijksfonds aanvragen de deadline van 1 maart 2020 was aangehouden. Dis is onmogelijk, gezien de integrale beoordeling die bij BrabantStad plaats vindt.
- Er leven zorgen of het eigen vermogen van instellingen zal worden gezien als bewijs van gezonde bedrijfsvoering, zoals dat bij het Mondriaan Fonds het geval is of dat het vormen van eigen vermogen juist verboden is of beperkt wordt.
- Er wordt de zorg geuit dat met het voorsorteren van bepaalde functies, organisaties die niet specifiek benoemd worden in de regeling minder kans hebben bij het rijk of de rijksfondsen. In de regeling wordt nu onterecht zowel financieel als inhoudelijk te veel nadruk op de A- categorie gelegd ten opzichte van de B‑categorie.
- Er wordt gevraagd waarom de Provincie geen richtlijn heeft geformuleerd met betrekking tot uurtarieven in het kader van fair practice. De taskforce antwoordt dat richtlijnen voor bij voorbeeld uurlonen om te voldoen aan de nieuwe Fair Practice Code uit de sector zelf moeten komen in plaats van dat ze van bovenaf vastgesteld/opgelegd worden. Dit is namelijk ook discipline-afhankelijk.
In aanvulling op de gepubliceerde regelingen en de toelichtingen en de informatiebijeenkomst, heeft de werkgroep Harmonisatie van Regioprofiel Cultuur BrabantStad een document met antwoorden op veelgestelde vragen opgesteld.