Vanaf dit jaar ontvangen minder Brabantse organisaties meerjarige subsidie vanuit het Rijk. De meerjarige subsidie gaat vooral naar organisaties die zijn gevestigd in de Brabantse stedendriehoek. Wie krijgen deze subsidies? En welke veranderingen zien we ten opzichte van de vorige planperiode? Wij zetten het bij de start van de nieuwe planperiode 2025-2028 voor je op een rij.
Een toelichting op de cijfers
Voor dit artikel maakten wij een analyse van de beoordeling van de Raad van cultuur voor de culturele basisinfrastructuur (bis) en de toekenningen van de meerjarige regelingen van de zes rijkscultuurfondsen (Fonds Podiumkunsten, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Mondriaan Fonds, Nederlands Filmfonds, Nederlands Letterenfonds en Fonds voor Cultuurparticipatie). Naast deze meerjarige regelingen verstrekken de rijksfondsen via vele andere regelingen kortlopende subsidies. De meerjarenregeling Cultuureducatie met Kwaliteit, uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie, is niet meegenomen in de analyse. Alle Brabantse gemeenten hebben een intentieverklaring afgegeven mee te doen met deze regeling.
Met 2,65 miljoen inwoners is Brabant in inwonertal de derde provincie van het land, na Zuid- en Noord-Holland. Bijna 15% van de Nederlands woont in Brabant. Uit de Waarde van cultuur weten we dat de provincie daarentegen in de middenmoot stond bij de verdeling rijksgelden voor cultuur in de planperiode 2021-2024.
Minder Brabantse instellingen in de culturele basisinfrastructuur (bis)
Het landelijke culturele subsidiestelsel heet de culturele basisinfrastructuur (bis). In de periode 2025-2028 ontvangen twaalf Brabantse culturele instellingen financiering vanuit bis. Landelijk is er een lichte toename van het aantal gehonoreerde aanvragen, van 115 naar 119 instellingen. Het aantal Brabantse bis-instellingen is in vergelijking met de voorgaande periode gedaald van dertien naar twaalf. Daaronder is één nieuwkomer, Next-Nature Network. Twee organisaties zijn hun financiering vanuit de bis kwijtgeraakt (Bioart Labaratories en de Stilte).
De Brabantse instellingen ontvangen vanuit het Rijk jaarlijks ruim 18 miljoen euro, een stijging van 3 miljoen euro in vergelijking met 2021-2024. Deze stijging van 20% is lager dan de landelijke stijging in beschikbare middelen van 35%. De landelijke middelen zijn verhoogd vanwege onder meer de investering in eerlijke beloning (fair pay) en de gebruikelijke compensatie voor inflatie en kostenstijgingen.
Binnen de Brabantse bis-instellingen zijn de disciplines beeldende kunst, ontwerp en ontwikkelfuncties goed vertegenwoordigd. Daarentegen zien we geen toekenningen voor bijvoorbeeld dansgezelschappen, muziekensembles en koren en film- en letterenorganisaties. Alle bis-instellingen bevinden zich in het centrum van de provincie, met vijf instellingen in Eindhoven, vier in ’s-Hertogenbosch, twee in Tilburg en één in Oisterwijk.
Een daling van de ondersteuning van Brabantse instellingen vanuit de rijkscultuurfondsen
Naast de culturele basisinfrastructuur ontvangen Brabantse culturele organisaties ook ondersteuning van zes rijkscultuurfondsen. Deze fondsen ondersteunen verschillende culturele disciplines: architectuur, digitale cultuur en vormgeving, beeldende kunst, erfgoed, film, letteren, podiumkunsten en cultuurparticipatie en -educatie.
In de periode 2025-2028 ontvangen 31 Brabantse culturele organisaties een meerjarige subsidie van de rijkscultuurfondsen (het Prinses Christina Concours is niet meegerekend, aangezien deze organisatie middelen ontvangt via een aparte opdracht). Het aantal toekenningen is gedaald bij het Fonds Podiumkunsten, het Fonds voor Cultuurparticipatie en bij het Mondriaanfonds. Er zijn geen veranderingen bij de toekenningen van het Letterenfonds en het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie. Vanuit het Nederlands Filmfonds komen, net als in de vorige planperiode, geen meerjarige middelen naar Brabant. We lichten de veranderingen per fonds hieronder verder toe.
Minder organisaties ontvangen meerjarige subsidies van het Fonds Podiumkunsten (FPK)
Het aantal Brabantse organisaties dat een meerjarige subsidie van het FPK ontvangt (productie- en festivalsubsidies) is gedaald, van 24 organisaties in de periode 2021-2024 naar 21 organisaties in de periode 2025-2028. Ook landelijk is het aantal honoreringen afgenomen vanwege een verhoging van de aan te vragen bedragen en een budgetverschuiving. Vijftien organisaties ontvangen een meerjarige productiesubsidie, de overige zes organisaties zijn festivals. Het subsidiebedrag voor de Brabantse organisaties is gestegen van €3,4 miljoen per jaar in de periode 2021-2024 naar bijna €5 miljoen per jaar in de periode 2025-2028. Dit past bij het landelijke beeld van een stijging in de beschikbare middelen.
De organisaties zijn gevestigd in de grote vier Brabantse steden, met name in ’s-Hertogenbosch (8) en Tilburg (7). De zes Brabantse nieuwkomers zijn Berlage Saxophone Quartet, Body of Art, Minoux, Oortwolk, Paradox Jazz Orchestra, WArd/waRD en Wildpark.
Beperkte spreiding van de meerjarige middelen van het Fonds voor cultuurparticipatie (FCP)
Vijf organisaties krijgen steun binnen de Meerjarenregelingen Talentontwikkeling en Co-creatie van het FCP. In de vorige periode waren dit nog zes organisaties (zeven inclusief het Prinses Christina Concours). Met een bedrag van €30,5 miljoen ondersteunt het FCP in de periode 2025-2028 47 instellingen in heel het Koninkrijk, in de periode 2021-2024 werden landelijk nog 54 instellingen meerjarig ondersteund met een totaalbedrag van €16,9 miljoen.
Van de ruim €30 miljoen euro gaat een bedrag van bijna €1 miljoen naar Brabant, verdeeld over drie Eindhovense instellingen (Eindhoven Museum, Sample Culture, Strijp STRP), één instelling uit ’s-Hertogenbosch (Social Label) en één uit Tilburg (Speels Collectief). Dit bedrag is hoger dan in de periode 2021-2024, toen er ruim €0,4 miljoen naar de provincie ging (exclusief de middelen voor het Prinses Christina Concours).
Tilt en Watershed blijven de middelen van het Nederlands Letterenfonds ontvangen
Bij de meerjarige organisatiesubsidie van het Nederlands Letterenfonds zijn in Brabant geen verschuivingen. Zowel Tilt uit Tilburg als Watershed uit Eindhoven krijgen, net als in de vorige planperiode, deze middelen. Het subsidiebedrag stijgt van €105.840 naar €130.625, waarbij Tilt €65.000 en Watershed €65.625 ontvangen. Het totale budget voor de regeling bedraagt €1,8 miljoen per jaar. Subsidies voor literair-educatieve organisaties landen niet in Brabant.
Wijzigingen in meerjarige regeling Programma’s Kunstpodia van het Mondriaanfonds
Het Mondriaanfonds heeft wijzigingen aangebracht in hun meerjarige regeling Programma’s Kunstpodia, wat het vergelijken met de vorige periode lastig maakt. Kunstpodium T uit Tilburg en Onomatopee uit Eindhoven ontvangen in de periode 2025-2028 elk vier jaar lang een bedrag van €225.000 per jaar. Landelijk krijgen 37 instellingen zo’n toekenning. In de periode 2022-2023 ontvingen drie Brabantse kunstpodia meerjarige middelen van het Mondriaanfonds, terwijl dit er in de periode 2021-2022 vier waren.
Playgrounds blijft de enige Brabantse instelling met een instellingssubsidie voor de creatieve industrie
Tenslotte ontvangt Playgrounds uit Eindhoven, net als in de afgelopen periode, de komende vier jaar een instellingssubsidie van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Playgrounds is opgenomen in categorie I, de categorie voor culturele instellingen die – op een schaalniveau vergelijkbaar met de instellingen in de bis – een omvangrijk nationaal toonaangevend activiteitenprogramma van internationale betekenis uitvoeren binnen de creatieve industrie. Het bedrag is verhoogd van €350.000,- in 2021-2024 naar €475.000,- in 2025-2028.
De Waarde van cultuur: Brabant in vergelijking met andere provincies
In de Waarde van cultuur wordt de positie van Brabant vergeleken met die van andere provincies. Deze vergelijking bestrijkt de planperiodes 2017-2020 en 2021-2024. Vanwege de recente start van de huidige planperiode is een vergelijking in de Waarde van cultuur met 2025-2028 nog niet gemaakt. De provincie wordt in de Waarde van cultuur op meerdere indicatoren gebenchmarkt. We kijken hier specifiek naar de meerjarige subsidies vanuit de bis en de rijksfondsen.
In de periode 2021-2024 zijn dertien Brabantse organisaties opgenomen in de culturele basisinfrastructuur (bis) met een totaal aan 16 miljoen euro subsidie in 2021 (6,4 euro per hoofd van de bevolking). Brabant staat hiermee op plek zeven in vergelijking met de andere provincies. Tussen 2017 en 2020 waren dit nog vier Brabantse culturele instellingen, die in 2017 samen 10 miljoen euro (4,0 euro per hoofd van de bevolking) aan ondersteuning ontvingen. Hierdoor steeg de positie van Brabant met twee plaatsen: van plek negen naar plek zeven.
Ook de hoogte van de structurele subsidies van de rijkscultuurfondsen in Brabant steeg tussen 2017-2020 en 2021-2024: van 2,9 miljoen euro in 2019 (1,1 euro per hoofd van de bevolking) naar 5,4 miljoen euro in 2022 (2,1 euro per hoofd van de bevolking). In vergelijking met andere provincies steeg de provincie daarmee van plek tien naar plek acht.
Overzicht van subsidiemogelijkheden
Naast de meerjarige subsidies, zijn er ontzettend veel andere subsidiemogelijkheden en fondsen voor de ondersteuning van culturele activiteiten en projecten. Al deze subsidieregelingen en fondsen hebben hun eigen doelstellingen en functie. Op onze website vind je een opsomming van de zes Rijksfondsen, de subsidieregelingen van de provincie Noord-Brabant & de vijf grootste steden in Brabant en de belangrijkste particuliere fondsen.
Heb je vragen over de meerjarige subsidies?
Neem contact met ons op.