Hoe geef je als museum gehoor aan alle verschillende perspectieven, verhalen en geluiden die de maatschappij rijk is? Musea Bekennen Kleur is een landelijk initiatief voor meer diversiteit en inclusie binnen de museale wereld. Sinds de aftrap begin 2020 hebben al meer dan dertig instellingen zich aangesloten. Daaronder bevinden zich drie Brabantse musea: De Pont in Tilburg, het Van Abbemuseum in Eindhoven en Stedelijk Museum Breda.
Geschreven door: Elmay Claassen
Het initiatief
Het initiatief werd gelanceerd tijdens de opening van tentoonstelling HIER. Zwart in Rembrandts Tijd, in het Rembrandthuis in Amsterdam. Deze tentoonstelling bevat historische portretten van zwarte mensen waarin zij geen ondergeschikte rol hebben, maar juist het centrale onderwerp van het kunstwerk zijn. Een mooi voorbeeld van de vele tentoonstellingen die verbonden zijn aan Musea Bekennen Kleur. De deelnemende musea komen met indrukwekkende tentoonstellingen en lesprogramma’s over bijvoorbeeld kolonialisme, migratie of het slavernijverleden.
Een gezamenlijke missie
Naast het publieke aspect is duurzame organisatieverandering ook onderdeel van het initiatief. In het gezamenlijke manifest van Musea Bekennen Kleur wordt erkend dat de eigen organisatiestructuren niet vrij zijn van institutioneel racisme. “Het ligt besloten in de collecties die musea beheren, het is herkenbaar in de wijze waarop onze organisaties van oudsher zijn ingericht, de kennis die centraal is gesteld, het daaraan gerelateerde personeel en partnerschappen,” zo luidt het manifest op de website. Om daar iets aan te doen, gaan de verschillende musea diepgaand met elkaar in gesprek. Met behulp van deskundigen wordt gereflecteerd op de eigen organisatiestructuren.
Van Abbemuseum
Het Van Abbemuseum is vanaf het eerste uur aangesloten bij Musea Bekennen Kleur. Aan het museum is onder andere de tentoonstelling 1525 van Victor Sonna verbonden: een reflectie op het slavernijverleden van Nederland, Afrika en Suriname. De titel verwijst naar het jaartal 1525, het jaar dat de trans-Atlantische slavenhandel aanving. De betrokken conservator en kunsthistoricus, Steven ten Thije, houdt zich al langere tijd bezig met diversiteit en inclusie. In 2016 schreef hij het essay Het Geëmancipeerde Museum over hoe kunstmusea onderdeel kunnen worden van een nieuwe emancipatiebeweging. “Toen het Rijksmuseum in 2020 een grote tentoonstelling rondom slavernij aankondigde, ontstond het idee om diversiteit en inclusie sector breed op te pakken. We zijn toen met twaalf instellingen van start gegaan,” vertelt hij.
Diversiteit en inclusie
Als individuele instelling is het lastig om écht een verschil te maken als het aankomt op diversiteit en inclusie. Steven: “Het grootste deel van de museumbezoekers is wit, hoogopgeleid en welvarend. Maar het is niet alleen dat het museum niet inclusief is, het gaat vooral om het hele systeem daar omheen. De hele economie rondom zo’n museum, dus waar medewerkers, financiering en publiek geworven worden, dat is een hele witte homogene club. Maar ook de opleidingen op kunstacademies, welke kunstenaars gepromoot worden in het onderwijs, alles hangt met elkaar samen. Wil je daar uit komen, wordt het als instelling alleen heel lastig. Daarom is het zo goed dat we nu samen optrekken.”
Kleine en grote successen
Het Van Abbemuseum heeft al mooie stappen kunnen zetten. “In ons team zit nu meer diversiteit verweven en het afgelopen jaar hebben we veel kunstenaars getoond met een niet-westerse achtergrond. Maar ook proberen we een inclusiever verhaal te vertellen. Hoe kan het dat het verhaal over westerse kunst zo lang is verkocht als hét verhaal over de kunstgeschiedenis? Wat is het positieve deel daarvan dat je wilt behouden en wat wil je gaan veranderen?” aldus Steven.
De Pont en Stedelijk Museum Breda
Ondanks het coronavirus en alle bijkomende gevolgen voor de sector, is Musea Bekennen Kleur ongekend populair. Inmiddels hebben meer dan 26 musea een verzoek tot deelname ingediend en is er een wachtlijst van 16 kleinere musea. De Pont en Stedelijk Museum Breda zijn onlangs van start gegaan met het traject. Martijn van Nieuwenhuyzen, directeur bij De Pont: “Wij hebben niet het idee dat we in een paar maanden klaar zijn. Het gaat om een verandering van mindset. Naast Musea Bekennen Kleur zijn we ook met een eigen traject begonnen. We stellen een klankbordgroep samen met stakeholders uit de stad, waardoor we ook van lokale groepen en individuen kunnen leren.” In De Pont is ‘The Things I Used To Do’ van Hans Broek te zien: een serie schilderijen over architectuur als stille getuige van het Nederlandse slavernijverleden. Vanwege de huidige lockdown is de tentoonstelling verlengd tot begin september. Martijn: “Rondom Keti Koti op 1 juli zullen we ook activiteiten gaan organiseren en er staat nu alvast een podcast online waarin Hans Broek en Richard Kofi met elkaar in gesprek gaan.”
Meer over Musea Bekennen Kleur
Meer lezen over Musea Bekennen Kleur en de betrokken instellingen? Klik hier.