- Kennis & inspiratie
- Ongezouten mening geven voor educatief aanbod Brabantse musea: vmbo-leerlingen aan zet
- Inspiratie;
- Cultuureducatie
- Instellingen
- Vervolgonderwijs
Aangemaakt op: do 25 nov. 2021
Hoe sluiten we bij een museumbezoek beter aan bij de belevingswereld van vmbo-leerlingen? En hoe spreken we meer tot hun verbeelding? Met die vragen gaan Het Noordbrabants Museum, Design Museum Den Bosch en 3 andere Brabantse musea de komende tijd in een meerjarig educatieproject aan de slag. Leerlingen komen op een interactieve manier meedenken over het educatieve aanbod en geven hun mening over kunst, design en erfgoed. Op basis daarvan ontwikkelen de musea educatief lesmateriaal voor deze doelgroep.
Geschreven door: Simone Vos
Artistieke meting
“Ik vind kunst maar saai om naar te kijken. Pas als ik het verhaal erachter weet of ik zelf iets mag doen, is het interessant”, zegt Maja Kops (12) van het d’Oultremontcollege uit Drunen. Ze is met haar klasgenoten in het Design Museum om voor dit project hun ongezouten mening te geven over het museum en de exposities.
Haar klas is onderdeel van de zogenoemde A-meting. “We noemen het een A-meting, van ‘Artistieke meting’. Het is geen 0-meting, omdat we geen enquêtes uitdelen, maar echt met de leerlingen in gesprek gaan over kunst, design en erfgoed en wat voor hen belangrijk is”, vertelt Eline Zwart, Medewerker Publieksverbreding bij Het Noordbrabants Museum.
Behoeftes van leerlingen
“Voor we beginnen met het ontwikkelen van nieuw materiaal, willen we weten waar leerlingen behoefte aan hebben. We zetten in op interactie en opdrachten, zodat de leerling centraal staat. Meestal sparren we met docenten en nu dus echt met de leerling. Welk aanbod eruit komt, weten wij ook nog niet”, zegt Eline. Het project start in de Bossche musea en in een volgende fase werken het Stedelijk Museum Breda, Van Abbemuseum Eindhoven en Museum Helmond met scholen samen om het aanbod passender te maken. Tussen 4 en 19 november bezochten vmbo-leerlingen van 5 scholen in de regio Het Noordbrabants Museum of het Design Museum Den Bosch.
See, think, wonder
De leerlingen die er op 19 november zijn, krijgen een rondleiding door ‘GOTH - Designing Darkness’. Museumdocent Sabina Timmermans neemt de brugklassers mee naar de expo en blijft staan voor twee foto’s uit de serie Wilder mann van Charles Fréger. Alle kinderen moeten het kunstwerk goed kunnen zien, want ze doen hier de ‘See, think, wonder’- opdracht. “Allereerst wil ik van jullie weten wat je ziet. Steek je vinger maar op als je iets wilt noemen”, zegt Sabina. “Ik zie een voet”, zegt de ene leerling. “Ik zie blauwe bloemen op het kleed’, zegt de ander.
Leuk of niet?
‘En wat denk je bij dit werk?”, vraagt Sabina. Meteen schieten de vingers omhoog. “Ik denk dat het een mens is, verkleed als hert”, roept een leerling. “Ik denk dat een feestbeest is!”, zegt degene naast haar. Na de opdracht vertelt Sabina wat de foto écht betekent en mogen de leerlingen aangeven of ze vragen en opdrachten leuk vonden. Ze krijgen allemaal een pingpongbatje in hun handen en mogen aangeven of ze het ‘zwart’ vonden (leuk) of ‘rood’ (niet leuk).
Fantasie de vrije loop
Ook bij het gigantische werk Black Ice van Renie Spoelstra heeft de museumdocente een heel aantal vragen voor de kinderen. Ze zitten allemaal op de grond en hebben een vel papier om op te schrijven voor zich. ‘Doe alsof je ín dit schilderij staat. Alsof je een acteur in een film bent. Dan stel ik je vragen, die jij als de persoon in het landschap moet beantwoorden”, zegt Sabina. “‘Hou oud ben je? En hoe voel je je? Wat gebeurt er hierna?’”. De leerlingen schrijven driftig mee, maar giechelen ook wat onderling. Een paar kinderen lezen voor wat ze hebben geschreven. Eentje vertelt: “Ik ben -13 jaar, ik zie dikke, vette, grote stenen en ik hoop dat er een frietkraam langskomt.” Een ander zegt: “Ik woon in Spanje en het is hier saai en donker. Ik voel me alleen.”
Tot slot mogen de leerlingen een selfie maken met het gevoel dat ze hebben bij het werk. Dat zorgt voor een hoop gegiebel en gefluister. De meiden drommen bij elkaar, de jongens doen wat poses. Maar die selfies komen er.
Verandering in aanpak
Ruim een meerderheid van de middelbare scholieren gaat naar het vmbo, maar veel van hen komen zelden tot nooit in een museum. Daar willen de musea verandering in brengen en die verandering trekken ze dus door naar andere musea in Brabantse steden. Uiteindelijk is het de bedoeling om ook andere Brabantse musea met vmbo-scholen in de regio te betrekken bij het project. In eerste instantie komt er nieuw lesaanbod voor Het Noordbrabants Museum, Design Museum Den Bosch en een gecombineerd programma voor beide musea samen.
Niet stil zijn in het museum
Om goed aan te sluiten op de beleving van de vmbo-leerlingen, krijgt de klas van het d’Oultremontcollege, nog een opdrachtenvel met vragen ter afsluiting van de ochtend. “We willen echt weten wat jullie vinden. Dus schrijf dat op”, benadrukt Sabina nog eens. “Ik vind het niet leuk dat we stil moeten zijn in een museum”, zegt Rivaya Alladin (12). “Kinderen willen alles aanraken en dat mag hier niet. We kunnen misschien één muur maken waarop je alles mag tekenen en schilderen wat je wilt.” Daar is haar klasgenootje Maja het mee eens. “Het zou leuk zijn als je bijvoorbeeld eerst op een trampoline moet springen om zo het kunstwerk te kunnen zien dat achter een muur hangt.”
Basis gelegd
De ideeën en meningen van deze klas en van de vier andere scholen, zijn de basis voor vervolggesprekken met leerlingen, docenten en museumdocenten. In december volgt er een ‘denktank’ met twee leerlingen en een docent per school en op basis van die informatie, maken de musea de eerste prototypes van het aanbod. In februari komen de scholen terug om dat aanbod te testen en wederom hun mening te geven.
Over het project
Het meerjarige vmbo-project wordt mogelijk gemaakt door subsidies van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Provincie Noord-Brabant. De vijf vmbo-scholen De Bossche Vakschool, Sint-Janslyceum, Walewyc Mavo, Yuverta vmbo Den Bosch en d’Oultremontcollege nemen deel aan de pilot van het project.