Lisa Ruskus, zelf docent geweest aan het ROC Tilburg, houdt een pleidooi voor de MBO'er die volgens haar ook kunstenaar moet kunnen worden.
Geschreven door Lisa Ruskus
Opnieuw staan mbo-kunstopleidingen onder vuur. Een brief van FNV Kiem beticht mbo Artiest van arbeidsmarktverdringing. Eerder riep minister Bussemaker van Onderwijs dat ze af wil van pretopleidingen, mbo-opleidingen die niet opleiden tot een beroepenveld met een (grote) arbeidsmarkt (NOS, 15 april 2013). Mbo-kunstopleidingen zoals artiest en grafisch vormgever worden vaak als voorbeeld genoemd van zo'n pretopleiding. Een opleiding voor studenten die van een hobby hun beroep willen maken en na hun opleiding weinig tot geen baangarantie hebben. Volgens velen is het niet nodig kunstopleidingen op mbo-niveau aan te bieden. Want wat voegt dat toe? Maar is het niet een beetje onethisch om 60% van de Nederlandse scholieren uit te sluiten van kunstonderwijs? Mbo-kunstopleidingen hebben wel degelijk bestaansrecht!
Het is onethisch mbo-studenten uit te sluiten van de culturele sector en kunstonderwijs. Door enkel op hbo- en wo-niveau kunst- en cultuuropleidingen aan te bieden, wordt een groot aantal van de Nederlandse scholieren uitgesloten van een opleiding binnen die sector. Van de Nederlandse scholieren zit zo'n zestig procent op het vmbo (CBS). Een zeer groot aantal van deze studenten stroomt door naar het mbo. Door zo'n groot percentage van de Nederlandse scholieren uit te sluiten van kunsteducatie binnen een vervolgopleiding, krijgt veel talent niet de kans zich te ontwikkelen.
Daarnaast is het zo dat het karakter van mbo-kunstopleidingen anders is dan het karakter van mbo-opleidingen die bijvoorbeeld opleiden tot administratief medewerker of onderwijsassistent. De vakken die gegeven worden op een opleiding als Artiest vereisen creativiteit, samenwerking en openheid van de student. Wanneer je wordt opgeleid tot artiest ben je je eigen instrument, dat vraagt kwetsbaarheid en zelf kennis. In praktijk levert dat sociale, mensgerichte, spontane studenten op. Mbo-kunstopleidingen hebben een sterk vormend karakter en zijn juist om die reden zeer geschikt voor studenten die van het vmbo komen.
Tien jaar geleden is mbo-kunst in het leven geroepen om het gat tussen het vmbo en het hbo te dichten. Wordt dat nu weer over boord gegooid? Arbeidsmarktverdringing, dat is wat het mbo in de schoenen wordt geschoven. Maar Artiesten vullen het gat dat het hbo laat vallen. Entertainment in een pretpark of op een camping behoort niet tot het gedroomde arbeidsperspectief van hbo-theaterstudenten maar het is wl een onderdeel van de arbeidsmarkt. Entertainment is een verplicht onderdeel van de opleiding Artiest aan ROC Tilburg in de vorm van een stage. Studenten leren meters maken, hard te werken en sommigen vinden daar hun passie. Ook in het zorgveld, waar theater en maatschappelijke (en gezondsheids)zorg elkaar raken, vullen mbo'ers een belangrijk gat dat het hbo laat liggen.
ROC Tilburg levert elkaar schooljaar een aantal studenten aan Fontys Academie voor Theater. Er is niets mis mee om mbo Artiest als een vooropleiding te zien van het hbo. Studenten die iets langer, in feite maar twee jaar, en iets meer/andere ontwikkeling nodig hebben dan een havist kunnen zich op het hbo als net zo sterke theatermakers/acteurs, regisseurs en docenten ontwikkelen.
Nu zult u zich afvragen, waarom zullen we nog meer kunstenaars opleiden als hoogopgeleide kunstenaars al niet aan de bak komen? En heb je voor het maken van kunst juist niet een grote mate van intellect nodig? Het antwoord is nee. Het culturele veld is groot en reikt van filosofische composities uitgevoerd door het Metropole Orkest tot een musical als Hairspray. Het culturele veld zit niet enkel te wachten op denkers, mensen die van alles vinden over kunst maar ook op doeners. Mensen die kunnen spelen, maken, dansen. Die hebben geleerd hard te werken en breed inzetbaar zijn; mbo-kunstopleidingen leiden op tot doeners.
Het culturele veld zit niet enkel te wachten op denkers, mensen die van alles vinden over kunst maar ook op doeners. Mensen die kunnen spelen, maken, dansen.
Samenvattend kan gesteld worden dat mbo-kunstopleidingen een verrijking zijn voor het culturele veld. Het vormend karakter van de opleiding is goed voor het slag student dat er naartoe gaat en levert ambitieuze en sociale mensen af die breed inzetbaar zijn in het culturele veld. Daarnaast is het onethisch om meer dan de helft van naar schoolgaand Nederland uit te sluiten van een kunstopleiding. Kunst moet naar de mensen toe, en deze opleidingen dragen daar meer dan zeker aan bij.
Met veel dank aan Peter van der Linden.