Om kunst te zien hoeven we niet altijd naar een museum. We kunnen op straat genoeg opmerken of in openbare gebouwen oog hebben voor wat die plek bijzonder maakt. Monumentale kunst komen we in het alledaagse tegen, maar is niet vanzelfsprekend. Zeker niet nu er zoveel verdwijnt.
Geschreven door Karien Verhappen, foto's van Erfgoedvereniging Heemschut
De verlevendiging van toen: nu ten dode opgeschreven?
Het was 1951. Nederland werd opnieuw opgebouwd. De regering stimuleerde de verlevendiging van alles dat gebouwd werd en stelde dat 1,5% van de bouwbegroting voor kunst bestemd moest zijn. Hierdoor ontstond er veel monumentale kunst , zowel architectuurgebonden als in de vrije ruimte. Meer dan 65 jaar later bouwen we weer massaal, maar vernietigen we ook wat er stond. Inclusief de wederopbouwkunst.
“Weet jij wat een sgraffito is?”
Willem Heijbroek van werkgroep Monumentale kunst van Erfgoedvereniging Heemschut : “Met het verwijderen van bijvoorbeeld mozaïeken en wandschilderingen ontstaat er een gat in de kunst. Kunst welke in die periode is gemaakt door een specifieke groep kunstenaars. Denk aan Peter Struycken, Louis van Roode en Wally Elenbaas. Maar niet alleen veel kunstwerken, ook complete kunstvormen uit die tijd verdwijnen. Weet jij bijvoorbeeld wat sgraffiti zijn?”
Ontdek de schatten van Brabant
Een sgraffito ontstaat door te krassen in verschillend gekleurde pleisterlagen, zodat figuren in verschillende kleuren tevoorschijn komen. Voorbeelden zijn ‘De vijf wijze en de vijf dwaze maagden’ van Jan Vaes in Tilburg en het werk van Joop Sjollema in Klundert, waarover in februari werd bericht dat het behouden blijft. Andere voorbeelden van monumentale kunst zijn het glas-in-beton raam van Louis van Roode in Eindhoven en het gesloopte baksteenplastiek van Berend Hendriks in Waalwijk.
Kunst in de schaduw
Je zou zeggen dat kunst in de openbare ruimte zeer zichtbaar is. Toch wisten we er lang weinig over. “De laatste jaren zijn het Nederlands Instituut voor Kunsthistorie RKD en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed flink aan het inventariseren.” Met die kennis kan de waardering groeien, want die is lang niet zo groot als bij verplaatsbare kunst. “Het is een kunstvorm die weinig belangstelling kent. Het monumentale werk van kunstenaars wordt veel minder gewaardeerd dan het werk van diezelfde kunstenaar in het museum.”
Monumentale kunst krijgt een breder draagvlak
Toch is een verandering in gang gezet. Willem: “Erfgoed was altijd een zaak van mensen met pensioengerechtigde leeftijd. Dat verandert: in de groep van 30 tot 50 jaar vinden we nu meer steun voor erfgoed. Zij vragen zich steeds meer af waar hun roots liggen.” Willem vertelt ( en schreef) over een wijkvereniging in Breda die bij de werkgroep aan de bel trok. Mensen daar voelen binding met de wederopbouwkunst in hun wijk. “Ze lopen er altijd langs, vertelden ze.” Die opmerking illustreert de waarde van de werken van bijvoorbeeld Piet Buys en Fons Neyens in relatie tot de omgeving waarin ze staan.
Wat is het (ons) waard?
Over waarde gesproken: hoe bepaal je die? Het RCE maakte een stappenplan dat onderscheid maakt tussen cultuurhistorische waarde, sociaal maatschappelijke waarde en gebruikswaarde. Dit stappenplan is ook uitgewerkt voor collectiewaardering. Een kunstwerk is bijvoorbeeld van cultuurhistorische waarde als het getuigt van een historische periode of een bepaalde stijl en door een bekende kunstenaar is gemaakt. Bij de maatschappelijke waarde gaat het om beleving. De gebruikswaarde gaat over de museale en economische aspecten. Wordt het werk genoemd in publicaties? Staan de kosten voor herplaatsing of restauratie in verhouding tot de betekenis?
Alle neuzen dezelfde kant op
De werkgroep bepaalt de waarde en zoekt daarna met de gemeente en projectontwikkelaar naar een oplossing. Niet eenvoudig: de jurisprudentie is onduidelijk en het ligt politiek gevoelig. “Wanneer het niet strookt met het beleid of het gaat in tegen belangen wordt het ingewikkeld. Maar er zijn steden die het goed oppakken en projectontwikkelaars die enthousiast zijn. Een keer had een architect het idee om een glaskunstwerk in het plafond van een nieuwe lobby te plaatsen. Daar hadden wij onze bedenkingen bij, maar het pakte heel goed uit.”
Dit is wat jij en ik kunnen doen
Het herbestemmen van monumentale kunst lukt steeds vaker. Maar wat kunnen jij en ik hierin betekenen? “Zo vroeg mogelijk melding maken als je ziet dat iets bedreigd wordt. Enkele jaren geleden zeiden ze in Leiden dat we tien dagen de tijd kregen om een sgraffito van twaalf meter hoog uit een instituut van de universiteit te halen. Dat is vrijwel onmogelijk, maar toch gelukt met hulp van een gespecialiseerd sloopbedrijf. Binnen korte tijd was het kunstwerk er via het dak uitgetakeld en in depot geplaatst. Daarna begint de zoektocht naar een goede herbestemming en dat kan jaren duren.”
Vroeg melding maken dus: in operatie ‘Red de monumentale kunst’ is dat onze taak. Melding maken kan door Johanna Jacobs te mailen of te bellen op telefoonnummer 06-22548910.
Credits headerbeeld: glas-in-beton raam van Louis van Roode in het voormalige bankgebouw aan de Wal 15 in Eindhoven.