Voedselverspilling, energietransitie en wateropgave. Drie maatschappelijke trends die zowel voor de creatieve als niet-creatieve sector in de schijnwerpers staan. Steeds vaker bundelen de sectoren hun krachten, op zoek naar innovatieve oplossingen en mogelijkheden. Maar welke rol kan de kunstenaar nu precies spelen in deze maatschappelijke vraagstukken? En hoe wordt dit ervaren door de kunstenaar, de agrariër, en bkkc? Mestmag.nl ging in gesprek met Netty van de Kamp (energietransitie), Isaac Monté (voedselverspilling), Fien Dekker (water) en Juanita de Jonge (voedselverspilling), om de dialoog tussen maatschappelijke trends & kunst in beeld te brengen.
- Geschreven door Liza Voetman
Stel je allereerst eens voor: een kunstenaar, zwoegend op de akker. Meedenkend over de beleving van een parkeergarage, over het zonnepaneel op ons dak. Dat er een belangrijke waarde schuilt in de samenwerking tussen de creatieve en niet-creatieve sector wordt al lange tijd door bkkc ervaren. bkkc zoekt dan ook naar de mogelijke verbindingen tussen cultuur en andere domeinen uit de samenleving, zoals het onderwijs en het bedrijfsleven. Grenzen worden verlegd, bruggen worden gebouwd, handen worden meer en meer ineen geslagen. Zoals zij zelf op de website schrijven: “Kunst en cultuur bestaat niet uit een vacuüm, maar zijn permanent in dialoog met hun omgeving.” Nieuwsgierig breng ik een bezoek aan Netty van de Kamp, adviseur Kunst en Ruimte bij bkkc, om erachter te komen hoe zij kunstenaars en maatschappelijke organisaties aan elkaar verbinden.
Netty van de Kamp- bkkc
bkkc kent twee belangrijke pijlers: verbinden en versterken. Netty werkt voor de eerste, waar het verbinden van de culturele en niet-culturele sector een belangrijke dagtaak inneemt. Netty: “Eén van onze huidige opgaven is het vraagstuk energietransitie, maar ook zorg en voeding zijn belangrijke vraagstukken waar we ons mee bezig houden.
Om ideeën te verzamelen rondom het vraagstuk energietransitie heeft bkkc daarom een ideeënprijsvraag opgesteld, bedoeld voor kunstenaars, (landschaps)architecten en ontwerpers. “Wij hopen dat deze ideeën zo krachtig zijn, dat men zegt: ‘Oh, denken we hieraan!’ Je ziet nog steeds dat de niet-culturele sector bij kunst vaak aan een schilderij of beeld denkt. Wij willen met deze prijsvraag laten zien dat het veel breder is dan dat. En al zijn het speldenprikken en gaat het de wereld misschien niet veranderen, je kunt wel laten zien hoe het óók kan”, vertelt Netty. Het agenderen van energietransitie en het effect op onze leefomgeving is al erg belangrijk: “Door het project in fases op te delen, kom je ook dichterbij een mogelijke uitvoering. Dat is onze ambitie.”
”bkkc ontwikkelt projecten die deze maatschappelijke vraagstukken agenderen en tot andere denkscenario’s aanzetten. “We nemen hierin steeds een verschillende rol aan en maken gebruik van een breed scala aan instrumentaria. Met het energievraagstuk merken we bijvoorbeeld dat er al veel initiatieven en geplande projecten zijn, zoals het uitrollen van zonnevelden, maar dit heeft daarnaast ook een enorme impact op de leefomgeving zélf”, vertelt Netty. “Een zonneweide gaat namelijk fysiek veel van de openbare ruimte innemen, die volgens de huidige programmering niet meer voor andere functies gebruikt kan worden. “Er komt als het ware een nieuwe laag over het landschap heen te liggen. En wat wij vanuit bkkc doen, is nadenken over die nieuwe laag. Moet je die op een andere manier vorm gaan geven?"
"Op dit moment worden er al wel landschapsarchitecten betrokken in deze ontwikkeling, maar kunstenaars en ontwerpers zie je nog maar zelden”, legt Netty uit. En ondanks dat de kunstenaar niet direct bij kan dragen aan nog meer mega- of kilowatt, kan deze wel nadenken over de veranderende beleving van de openbare ruimte, die deze nieuwe ‘laag’ met zich meebrengt. “Maar dit is een lastig vraagstuk, want de wereld kent verschillende agenda’s en belangen en de vijf transitiepaden in de Energieagenda hebben uiteenlopende ruimtelijke impact”, aldus Netty. "Een heel belangrijk spanningsveld is de weerstand die het wijdverspreid worden van de energie-infrastructuur oproept bij de burger, want die wil niet in alle gevallen een windturbine in zijn achtertuin."
Voor FoodLab Food Heroes werd Isaac gekoppeld aan agrariër Jan van Lierop, die voornamelijk prei teelt. “Als een prei van het land komt, dan kan deze wel veertig, vijftig centimeter hoog zijn. In de winkel is de prei aanzienlijker kleiner, want dan is al het groen er al afgesneden. Met die bladeren wordt niks gedaan,” legt Isaac uit. Een biologische prei moet, net als alle andere biologische groenten, afzonderlijk worden verpakt om contaminatie met niet-biologische groenten te vermijden. “Op dit moment wordt er hiervoor biologisch afbreekbaar plastic gebruikt, maar dat staat niet op de verpakking. De klant weet dus niet dat het plastic afbreekbaar is en gooit het vervolgens op de gewone plastichoop. “Daarom heb ik van dat preiafval preipapier gemaakt. Door prei te verpakken in zijn eigen afval, en je de nerven van het preiblad gewoon in het inpakpapier kan zien, is het voor de consument meteen duidelijk dat het papier bij het groenafval terecht mag komen”, aldus Isaac.
Isaac heeft de coproductie met agrariër Jan als waardevol ervaren. “Er komen zo heel ongebruikelijke koppelingen en linken tussen landbouw en design tot stand, die belangrijk zijn voor het sociaal-ecologische vraagstuk. Maar wat ik vooral belangrijk vind, is dat je als ontwerper aan het grote publiek duidelijk kunt maken dat een ontwerper veel meer doet dan een mooie stoel ontwerpen”, legt Isaac uit. “En iets wat me altijd bij zal blijven, is dat Jan me vertelde dat de supermarkt niet per se kiest voor de goedkoopste aanbieder, maar dat ze kiezen voor de aanbieder met het beste verhaal. Het preipapier geeft ons die kans, om het verhaal van ambacht en van biologische groenten te vertellen.” Ondanks dat het preipapier niet direct een oplossing biedt voor Jan, is het een waardevol eindproduct voor de gebruiker en voor de supermarkt, dat zonder deze samenwerking zeker niet was ontstaan.
Isaac Monté – ontwerper
Eén van de projecten die bkkc initieert om de eigen denkkaders te verbreden en nieuwe oplossingen te ontwikkelen is FoodLab Food Heroes: een project waarbinnen agrariërs en kunstenaars zich in coproductie buigen over het vraagstuk voedselverspilling. Kunstenaar Isaac Monté is in zijn eigen beroepspraktijk alom gefascineerd door ‘afvalmateriaal’. “Ik zie dit niet als afval, maar als basisgrondstof om mee aan de slag te gaan”, zegt Isaac.
Fien Dekker – ontwerpster
Ook ontwerpster Fien levert als geen ander een belangrijke bijdrage aan de samenleving. Vanuit de ervaren regenwaterproblematiek ontstond Rain(a)Way: een urban design studio die zich focust op het klimaatbestendig maken van onze steden. Fien: “Wij willen de natuurlijke cyclus van regenwater terugbrengen in het stedelijke gebied, door te laten zien dat regenwater juist heel mooi kan zijn en ingezet kan worden voor het ontwerp van de inrichting van de openbare ruimte.” Rain(a)Way ontwikkelde daarom twee tegels die het regenwater in steden kunnen verplaatsen, bergen en infiltreren. Zonder de tegels van Rain(a)Way verplaatst het regenwater zich direct naar het riool, waar het water door klimaatverandering niet meer goed afgevoerd kan worden. “Door het water langer vast te houden en ervoor te zorgen dat het de grond van de stad in kan dringen, bied je enerzijds een oplossing voor de hevige regenval en anderzijds zorg je ervoor dat het kan afkoelen en dat de bodem niet uitdroogt”, vertelt Fien.
Samen met de betonindustrie werd het voor Rain(a)Way mogelijk om het product daadwerkelijk te ontwikkelen en te produceren. “Ik heb binnen deze niet-creatieve sector de juiste mensen gevonden om te kunnen innoveren. Als je je beseft voor welke opgave we staan, is die samenwerking zeker nodig. En die urgentie wordt gelukkig ook door hen ervaren, al is het soms wel even zoeken waar je elkaar in kan aanvullen en hoe je deze samenwerkingen precies aangaat. Maar als mensen je niet meteen begrijpen, is dat zeker niet iets waar je je als ontwerper door moet laten tegenhouden”, zegt Fien. "Je moet als ontwerper de juiste mensen proberen te vinden die met je mee zouden kunnen denken."En het werkt: de tegels van Rain(a)Way zijn in steeds meer steden zichtbaar, waaronder Tilburg, Amsterdam en Rotterdam. “De eerste reactie van mensen komt soms voort uit angst, omdat ze bang zijn over de tegels te struikelen. In de praktijk gebeurt dat natuurlijk niet, omdat de toepassing van de tegel in de openbare ruimte erg opvallend is en dus niet gevaarlijk. Ik heb ooit eens een lezing bijgewoond van iemand die sprak over de roltrap. Toen de roltrap voor het eerst werd toegepast, viel iedereen er nog vanaf, omdat niemand wist hoe je erop moest staan. Nu vinden we de roltrap allemaal heel normaal”, lacht Fien. De toepassing van nieuwe, innovatieve ideeën is daarmee iets waar je je voor open moet stellen, of je nu binnen de culturele of niet-culturele sector werkzaam bent, en dat vergt tijd.
Hier ontmoette Juanita kunstenares Lobke. “We hadden een perfect match. Lobke was namelijk geïnteresseerd in het ‘waarom’ en de andere kunstenaars wilden voornamelijk sap maken van mijn appels. Dus die keuze was snel gemaakt”, legt Juanita uit. In een samenwerking begonnen Lobke en Juanita zich daarom te focussen op wat de appel juist wél heeft: smaak. Vanuit deze constatering ontwikkelde Lobke het concept ‘PLUKgoed’: appels gerijpt aan de boom, waarbij de smaak van de appel centraal staat. “Het is lastig om deze appels ook daadwerkelijk bij de consument te krijgen, zeker omdat ze erg kwetsbaar zijn. Maar we hebben het project al eens gepresenteerd en we merken dat daar enthousiast op gereageerd wordt. Aankomende Dutch Design Week tonen we het weer”, vertelt Juanita enthousiast.
Juanita de Jonge – appel-peer-teler
Juanita blikt als appel-peer-teler afsluitend terug op haar samenwerking met beeldend kunstenares Lobke Meekes, wederom voor het project Foodlab Food Heroes. Zij en haar man stelden hun akker ter beschikking voor de kunsten, omdat de verkoop in de retail zich te sterk focust op het uiterlijk van de appel. Appels die niet voldoen aan deze uiterlijke kwaliteiten, komen niet in de supermarkten te liggen. Zonde: want niet iedere appel groeit perfect aan de boom. Tijdens de Dutch Design Week in 2016, waar de kunstenaars en agrariërs elkaar ontmoetten, was Juanita daarom van de partij: “Wij zitten hier zo in ons eigen wereldje, dat we dachten: misschien dat er wel iets moois uit deze samenwerking voort kan komen waar wij zelf absoluut niet aan zouden denken, wanneer een vers paar ogen naar onze situatie kijkt."
Naast het concept achter ‘PLUKgoed’ heeft de samenwerking met Lobke Juanita vooral erg wakker geschud. “Lobke heeft me op een gegeven moment de vraag gesteld: ‘Waar verwacht je dat jullie bedrijf over twintig jaar staat?’ Zonder belemmeringen, gewoon bedenken waar je zou willen zijn. Toen besefte ik me: we mogen gewoon een beetje dromen, met een positieve blik vooruit kijken”, aldus Juanita. Andersom heeft het werken op de akker ook kunstenares Lobke beïnvloed: volgens Juanita heeft zij nu de intentie om ‘boer’ te worden. “Door een samenwerking met iemand die je ogen opent word je op een nieuw spoor gezet en besef je je dat er veel meer mogelijk is dan dat je je in eerste instantie realiseert”, constateert Juanita. Zo werpt ook deze samenwerking haar vruchten af!
FoodLab FoodHeroes is een initiatief van bkkc en ZLTO. ZLTO heeft voor dit project een bijdrage ontvangen uit het impulsgeldenprogramma.
De projecten van Isaac Monté en Lobke Meekes maken onderdeel uit van FoodLab Food Heroes en zijn te zien tijdens de DDW in de Embassy of Food op het Ketelhuisplein.