Er klinkt (nu helaas vanuit de eigen huiskamers) muziek in Brabant. Er is een mooie traditie van koren en muziekverenigingen, maar het voortbestaan hiervan is geen vanzelfsprekendheid. De Brabantse Bond voor Muziekverenigingen (BBM), Korenveld, Maestro, en Brabant Koor zetten zich met meerjarige ondersteuning van de provincie Noord-Brabant in voor de vitaliteit van het muziekleven. Wat heeft de provinciale steun hen gebracht? In deze serie op MEST belichten we de komende weken verschillende disciplines in de Brabantse amateurkunst.
Hoe gaat het met het muziekleven in Brabant?
Joop van de Meulenreek (BBM): “Brabant is natuurlijk een echte harmonie- en fanfareprovincie. Dit maakt Brabant zo uniek en divers. Muziekverenigingen zijn per definitie warme verenigingen waar sociaal, gezellig en op z’n Brabants met elkaar wordt omgegaan. Veel verenigingen bestaan al lang, soms wel 200 jaar en zij nemen muziek maken heel serieus. De Brabantse cultuur is hierin ontzettend belangrijk.”
Ramon van den Boom (Maestro & Korenveld): “Als je kijkt naar de landelijke cijfers zie je dat ruim 10% van de Nederlanders zingt in koorverband. Ruim de helft daarvan zingt in verenigingen. Als je dat vertaalt naar Brabant zijn er 150.000 Brabanders die aan koorzingen doen. Dat is een flinke groep.”
Frans Koevoets (Brabant Koor): “Je merkt dat in de koormuziek het zingen van het ‘ijzeren repertoire’ afneemt. Bij Brabant Koor zien we aan de kleinere instroom van nieuwe zangers dat zingen nog altijd populair is, maar dat door de teloorgang van het verenigingsleven ook een stukje cultuur verloren gaat.
Joop van de Meulenreek: “Het is vaak moeilijk voor verenigingen om jeugdige leden te vinden én te binden. Dit heeft denk ik te maken met een veranderende maatschappij. Dat houd je niet tegen, dus je zult moet meebewegen. Mensen hebben minder tijd om zich voor een langere tijd te binden aan iets. De vereniging is wat dat betreft echt een afspiegeling van de maatschappij.”
Ramon van den Boom: “Maar er ontstaan veel nieuwe initiatieven, vooral op het gebied van ‘licht vocaal’ en het sociale domein. Je ziet ook steeds verrassendere uitvoeringsvormen, en er wordt meer met andere kunstdisciplines samengewerkt.”
Wat voor uitvoeringen en samenwerkingen hebben we het dan over?
Ramon van den Boom: “De afgelopen jaren speelt het denken en werken vanuit een netwerkorganisatie een steeds grotere rol. Korenveld is in 2016 opgericht als overlegplatform om elkaar te ontmoeten. Van daaruit ontstaan ideeën voor activiteiten die we gezamenlijk opzetten. Een van de grootste activiteiten die uit Korenveld is voortgekomen is Brabant Luidkeels. Hier kwamen zo’n 400 zangers op af. Ze konden deelnemen aan verschillende zangworkshops en er waren optredens van koren uit de provincie. Aan het einde van de dag was er een grote slotuitvoering ondersteund door Brabant Koor. Het was een ontzettend succesvolle en leuke dag.”
Ramon van den Boom: “Met Maestro zijn we recent gestart met een andere succesvolle activiteit, namelijk een community of practice voor koordirigenten. Dit is een zelfsturende leergemeenschap, wat betekent dat mensen elkaar vanuit eenzelfde beroepsachtergrond of interesse opzoeken om van elkaar en met elkaar te leren. Koordirigent is namelijk best een eenzaam beroep, er is een grote behoefte om elkaar op te zoeken. Momenteel zijn hier 18 koordirigenten bij aangesloten en ontmoeten we elkaar een keer in de twee maanden.”
Joop van de Meulenreek: “De BBM heeft ook dirigentenworkshops opgezet. Deze zijn moeilijk te organiseren omdat je een volledig orkest nodig hebt. Dankzij de ondersteuning kunnen we mensen en een ruimte inhuren. Zo werken we nu samen met Alex Schillings. Hij is een zeer ervaren dirigent die erom bekend staat dat hij met zijn ogen kan dirigeren. Het orkest studeert een muziekwerk in en de jonge dirigenten mogen dan dirigeren, onder toezicht van Alex, andere cursisten en toeschouwers. Dit is ontzettend leuk en leerzaam voor alle betrokken partijen.”
Joop van de Meulenreek: “Voorheen waren wij financieel afhankelijk van de contributie van verenigingen. Hier gingen we altijd met grote zuinigheid mee om. Door de extra toef slagroom van de provincie hebben we grote stappen kunnen zetten, we kunnen dingen nu beter en professioneler aanpakken.
Ramon van den Boom: “Als je vier jaar lang kunt rekenen op ondersteuning, dan betekent dat dat je tijd en energie kunt steken in het veld waar je je sterk voor maakt. Daarnaast biedt een bepaalde zekerheid waardoor je net iets flexibeler bent. Neem bijvoorbeeld de voorbereiding van de eerste editie van Brabant Luidkeels. Deze nam van idee tot realisatie ruim 1,5 jaar in beslag. Als je dan ieder jaar opnieuw moet afwachten of je subsidie krijgt, wordt zo’n traject heel onzeker. Ondersteuning biedt ruimte om structurele samenwerkingen aan te gaan.”
Joop van de Meulenreek: “We zijn een warme muzikale provincie, en die warmte in de clubs wil ik erin houden. Muziek is het voegwerk tussen de stenen die cultuur zijn. Dankzij de provinciale steun kunnen we deze bewustwording kweken.”
Wat was de rol van Kunstloc Brabant bij deze ontwikkelingen?
Frank de Jong (Kunstloc Brabant): “Kunstloc heeft een grote adviserende en sturende rol in het culturele werkveld. Waar vraag naar is, daar spelen wij op in. De achterban van de koren en muziekverenigingen is ontzettend groot, het is echt een netwerk door samenwerking. Hier ligt de taak van Kunstloc binnen de amateursector. Een van onze doelstellingen was om een grotere synergie te creëren. Met de oprichting van onder meer Korenveld in 2016 hebben we dit zeker bereikt, hier zitten nu zo’n 7 partijen in die samenwerken en elkaar goed weten te vinden. Dit is succesvol tot uiting gekomen in Brabant Luidkeels in 2019. Nu is het aan ons om dit verder uit te werken in de vorm van nog meer nieuwe projecten en activiteiten. Verder adviseert Kunstloc Brabant de provincie bij de totstandkoming en uitvoering van de regeling. Wij adviseren ook de amateurkunstorganisaties bij het doen van een aanvraag, en monitoren de amateurkunstorganisaties die een subsidie ontvangen.”