Uitstellen, afgelasten, herplannen en weer van vooraf aan beginnen: al ruim een jaar zoeken programmeurs in de cultuursector naar manieren om de veelheid aan voorstellingen, tentoonstellingen en concerten een plek te geven in hun programma. Met het einde van de lockdown in zicht - waarin makers wel schrijven, repeteren en opnemen – dreigt er een tsunami van aanbod op ons af te komen. Hoe passen instellingen de stukjes van de programmapuzzel in elkaar? Mest Magazine sprak Simone Kort, programmeur van Theater de Kring in Roosendaal, Charles de Mooij, directeur van Het Noordbrabants Museum in Den Bosch, en Marco Roelofs, programmeur bij de Effenaar in Eindhoven, over programmeren in coronatijd.
Geschreven door: Renée Schmeetz
Theater De Kring
Met twee lockdowns in één jaar tijd en daartussen een periode met zeer beperkende maatregelen, is het aanbieden van cultuur op zijn zachts gezegd ingewikkeld. Waar instellingen aanvankelijk de focus op verplaatsing en verlenging legden, werd na een aantal maanden duidelijk dat ook annulering en alternatieve manieren van aanbod nodig zijn. Kort: ‘Op een geven moment dienden de voorstellingen van het nieuwe theaterseizoen zich aan. Ook die moesten verschoven worden, wat vaak ten koste ging van het oude aanbod.’ Gelukkig vond De Kring een uitweg met het openluchttheater Vrouwenhof, dat op 10 minuten loopafstand ligt: ‘Met een capaciteit van 850 zitplekken in een pre-corona situatie, passen hier evenveel mensen in als de grote zaal van ons theater. Tevens loopt het programma in de maanden juli en augustus door; een periode waarin voorheen een zomerstop ingelast werd.’ Daarmee komt het programma van De Kring redelijk op zijn pootjes terecht.
Het Noordbrabants Museum
Bij Het Noordbrabants Museum hebben de tentoonstellingen vaak een voorbereidingstijd van jaren. De onzekerheid van het twee weken-perspectief dat de persconferenties bieden, maakt plannen dan erg lastig. De Mooij: ‘Het kan zo maar zijn dat je toch open mag, dan moet je wel een expositie hebben staan voor je bezoekers. Op een gegeven moment hebben we twee tentoonstellingen samengesteld met werken uit eigen collectie. Daarbij zijn we niet afhankelijk van andere partijen voor bruikleen en planning. Daarnaast proberen we ook risico’s te verkleinen. Voor een tentoonstelling over Dalí die in juni opent, haalden we de werken al tijdig in huis. Mocht Spanje onverhoopt op slot gaan, dan hebben we in ieder geval geen transportprobleem.’
Poppodium De Effenaar
Ook bij de Effenaar is de dynamiek van het programmeren veranderd. Normaal gesproken boekt de popzaal een half jaar van tevoren zijn bands. Door de lockdown zijn veel concerten vooruitgeschoven en is een deel vervallen. Roelofs: ‘Onze planning voor 2022 is zo goed als vol, dat is voor onze sector echt nieuw. We hebben anderhalf jaar aan programma in een aantal maanden moeten passen. Er zijn later dit jaar periodes waarbij er zeven dagen in de week bands spelen. Voorheen concentreerden de concerten in de grote zaal zich rond het weekend, maar nu hebben we ook veel grote namen op de maandagen en dinsdagen gepland staan.’
Online
De lockdown dwong alle drie de instellingen het afgelopen jaar te zoeken naar andere manieren om in contact te blijven met publiek en tegelijk makers een plek te bieden. Roelofs: ‘Voor corona kwam, hadden we bij de Effenaar al het idee om optredens te streamen. Door de pandemie raakte dit in een stroomversnelling. Met The Isolation Sessions, in samenwerking met The Super Nova Studio, konden we het afgelopen jaar zo’n 223 acts ontvangen. Fysiek mochten daar vaak maar 30 mensen bij zijn, maar online hebben we inmiddels 1 miljoen views behaald.’
Digitale tours
Ook het Noordbrabants Museum zette in op online. In een aantal gratis digitale tours neemt presentator Lucas De Man de kijker mee langs de tentoonstellingen door de zalen van het museum. De Mooij: ‘Hiermee bereikten we het afgelopen jaar zo’n 60.000 mensen. Een behoorlijk aantal, als je bedenkt dat we in een normaal jaar 200.000 fysieke bezoekers hebben.’
Nieuw talent
Ondanks dat de cultuursector het afgelopen jaar voor een groot deel op slot zat, studeerde er aan de academies een nieuwe lichting makers af. Veel instellingen hebben echter hun programma van 2021 en 2022 grotendeels gevuld met het eerder gecancelde aanbod, waardoor het voor jong talent lastig is om door te stromen. De talentontwikkelingsprogramma’s van De Kring, die daarbij samenwerkt met Fontys Academy of Music & Performing Arts, en Het Noordbrabants Museum, die onder de noemer Brabantse Nieuwe met St. Joost (Avans) samenwerkt, liggen al een hele tijd stil.
Er wordt wel gezocht naar andere mogelijkheden. De Kring zet in op een kleinschalig theaterfestival voor jonge makers en Het Noordbrabants Museum organiseerde met het Grafisch Atelier opdrachten met een begeleidingstraject voor kunstenaars. Bij poppodia is er de laatste jaren een tendens waarbij grote namen hun eigen voorprogramma meenemen. Dat maakt het voor de podia moeilijk om lokale muzikanten een plek te geven. Met The Isolation Sessions kon de Effenaar toch een bijdrage leveren aan de infrastructuur voor jong talent. Roelofs: ‘Het afgelopen jaar boden we wekelijks beginnende bands een digitaal publiek en een vergoeding. Maar als straks het stuwmeer aan concerten komt, zal het voor kleine acts toch heel lastig zijn ertussen te komen.’
Nieuwe manier van werken
Bij Het Noordbrabants Museum is het vormgeven van tentoonstellingen veranderd. De Mooij: ‘Bij routing zorgen we dat de anderhalve meter afstand gewaarborgd kan worden en we investeerden in een coronaproof smartphone app die de touchscreens met informatie vervangt. Daarnaast hebben we een studio laten bouwen waar we webinars opnemen die we bijvoorbeeld voor educatie inzetten.’ De Effenaar heeft de wens om in zijn aanbod de digitale component aan de fysieke te blijven koppelen. Roelofs: ‘In de toekomst willen we voor artiesten die voor onze zalen te groot zijn naast de reguliere kaartverkoop ook streamingtickets aanbieden. Dit wordt een concertbeleving 2.0 waarbij de bezoeker kan kiezen voor bijvoorbeeld een digitale plek achter de drummer of tussen het publiek in de moshpit.’
Manier van programmeren
Na een jaar van anticiperen en aanpassen, voorzien de instellingen op sommige vlakken een blijvende verandering in de manier van programmeren. Theaters presenteren normaal gesproken elk jaar in mei de brochure met het programma van het volgende seizoen. Kort: ‘We weten nu dat een kortere programmeertijd met flexibiliteit ook kan. We hopen deze ruimte om nieuwe, lokale initiatieven op kortere termijn een plek te bieden in de toekomst te kunnen behouden. Voorheen was dat lastig omdat het programma voor het hele seizoen al aardig dichtgetimmerd zat.’