Met het nieuwe bestuursakkoord “Samen maken we Brabant” richt de coalitie van VVD, PvdA, GroenLinks, SP, D66 en Lokaal Brabant de blik op de toekomst. De opgaven zijn niet gering en de partijen onderkennen dat we niet door kunnen gaan op de ingeslagen weg. Maar voor het cultuurbeleid lijkt dat niet op te gaan. Cultuur gaat - met erfgoed, sport en vrijetijd - verder op de eerder ingeslagen weg: het beleidskader Levendig Brabant 2030. Dat doet misschien vermoeden dat er ook geen nieuwe financiering nodig is. Maar niets is minder het geval. Sommige belangrijke besluiten over aanvullende financiering van de culturele sector kunnen zelfs niet wachten tot het voorjaar van 2024.
Toekomstgericht cultuurbeleid
Het bestuursakkoord onderschrijft de rol die cultuur speelt in de Brabantse samenleving en biedt tal van aanknopingspunten om cultuur op de Brabantse bodem te laten opbloeien. Naast het geluk en de levendigheid die cultuurervaringen opleveren, gaat het ook over zingeving en sociale binding. En voor de (complexe) maatschappelijke opgaven erkent de coalitie een belangrijke rol van kunstenaars om “creatief mee te denken over oplossingen”. Daarmee duidt het bestuursakkoord de potentie van de culturele sector in zijn bijdrage aan de brede welvaart en de kwaliteit van leven in Brabant.
Maar het ontbreken van een financiële paragraaf laat veel onduidelijk over de haalbaarheid van de ambities uit het bestuursakkoord en beleidskader Levendig Brabant 2030. Het voornemen om het bestuursakkoord verder uit te werken in de loop van 2024, laat die onduidelijkheid voorlopig bestaan. Een aantal dossiers in het cultuurbeleid kan daar echter niet op wachten en moet al bij behandeling van de begroting 2024 van financiering voorzien worden.
Wat niet kan wachten: 4 urgente dossiers
- De ambitie uit het bestuursakkoord: “We vinden het belangrijk dat kunst en cultuur van jongs af aan gestimuleerd worden. We voeren een actieve lobby richting het Rijk voor meer cultuuronderwijs in het basis- en voortgezet onderwijs.”
Het ministerie van OCW heeft inmiddels besloten het Rijksprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit voor nog een periode van 4 jaar (2025-2029) te ondersteunen met Rijksmiddelen. Dat gebeurt op voorwaarde van matching door provincie en/of gemeenten. In Brabant werkt de provincie hierin samen met de BrabantStad-partners en doen inmiddels vrijwel alle Brabantse gemeenten mee. De aanvraagperiode voor die nieuwe periode loopt van 1 december 2023 tot 1 april 2024. Het Rijk draagt in Brabant jaarlijks zo’n 1,6 miljoen bij. De provinciale matching bedraagt momenteel € 480.000 per jaar. Dit vraagt voor 1 december een besluit over voortzetting van de provinciale matching na 2024.
- De ambitie uit het bestuursakkoord: “We gaan door met de samenwerking met BrabantStad voor de professionele kunsten. We spannen ons samen met de BrabantStad-steden actief in om meer Rijksmiddelen voor de Basisinfrastructuur (BIS) en de instellingen in de Rijksfondsen naar Brabant te krijgen. Bij een topregio hoort immers een hogere rijksbijdrage.”
We publiceerden eerder de mogelijke gevolgen van het uitblijven van aanvullende financiering in de meerjarenregelingen. Om rekening houdend met inflatie en de Fair Practice Code tot voldoende goede aanvragen te komen, is een aanvulling van 1,25 miljoen per jaar nodig. Mocht dat besluit uitblijven dan voorzien we dat de ambitie om meer Rijksmiddelen naar Brabant te krijgen niet langer realistisch is. De professionele kunsten kunnen de aanvragen voor de kunstenplanperiode 2025-2029 indienen vanaf 1 december 2023 tot 1 februari 2024.
- De ambitie uit het bestuursakkoord: “De philharmonie zuidnederland blijft verbonden met Brabant en krijgt – zoals opgenomen in het beleidskader – een gelijkwaardige positie ten opzichte van de instellingen die vallen onder de Culturele Basisinfrastructuur zonder dat dit ten koste gaat van de bestaande instellingen.”
Omdat ook de philharmonie zuidnederland een aanvraag zal doen voor de BIS, zal ook over dit voornemen voor 1 december 2023 een besluit genomen moeten worden. En omdat dit niet ten koste mag gaan van bestaande instellingen, is ook hiervoor een besluit over ophoging van de beschikbare structurele middelen noodzakelijk. Op basis van de huidige bijdrage gaat het dan om een bedrag van 6 miljoen over de gehele planperiode nodig (1,5 miljoen/jaar).
- Een ambitie uit het beleidskader Levendig Brabant die ook in het bestuursakkoord wordt bevestigd: “We passen onze uitvoeringsinstrumenten – en regelingen aan op het beleidskader ‘Levendig Brabant 2030”.
In relatie tot deze ambitie is begin van dit jaar door de provincie gecommuniceerd dat de huidige, succesvolle, Impulsgeldenregeling na 10 jaar wordt beëindigd. Maar daarbij is een nieuwe regeling in het vooruitzicht gesteld die halverwege 2024 opengesteld zal worden. Het maakt uit voor het ontwerp van die regeling en het bereik van de gewenste effecten, welk budget daarvoor beschikbaar komt. Met alleen zicht op het huidige structurele budget van 1,2 miljoen is de impact op de doelen om kunstenaars in hun kwaliteit te versterken, hen meer te betrekken bij realisatie van de maatschappelijke opgaven en om het publiek voor kunst en cultuur te verbreden, op voorhand beperkt. Het negeert ook het eerder uitgebrachte advies van Berenschot voor behoud van een effectieve regeling.
Het bestuursakkoord kondigt al aan om vooruitlopend op de (financiële) uitwerking van het bestuursakkoord, bij de begroting 2024 voorstellen te doen om extra middelen beschikbaar te stellen ter overbrugging van enkele knelpunten (pag. 53). Genoemd worden de indexatie openbaar vervoer, taakuitvoering Omgevingsdiensten en verlenging tijdelijke capaciteit. Daaraan kunnen bovenstaande knelpunten worden toegevoegd.
De cultuursector als partner bij maatschappelijke opgaven
We weten dat via cultuur mensen zin kunnen geven aan hun leven en aan hun plaats in een samenleving, dat het bijdraagt aan de mentale gezondheid. Juist daarom valt het op dat cultuur in hoofdstuk 3 “Zicht op een welvarend, gezond en gelukkig Brabant” geen enkele keer genoemd wordt.
Op dit moment lopen er diverse pilots bij de provincie om creatieven te verbinden aan maatschappelijke opgaven. En ook Brabant C zet hierop in met “matching impact projecten”.
Kunstloc Brabant werkt programmatisch aan deze verbinding met onder andere “Kunst en gezondheid” en “Kunst en klimaat”. Deze programma’s leggen structurele verbindingen tussen de creatieve sector en maatschappelijke opgaven via samenwerking in triple helix-verband: samen met universiteiten, kennisinstellingen, bedrijfsleven en andere overheden. Toch ontbreken deze programma’s bij “kennis en innovatie”.
Tot slot
Om het vaker betrekken van kunstenaars kracht bij te zetten adviseren we om de innovatiecoalities (bestuursakkoord pag. 11) te verrijken met kunstenaars. Zij kunnen – vanuit een provinciale opdracht – oplossingsrichtingen ontwikkelen die sectoren overstijgen, verbindingen leggen tussen belangen, tussen de korte en lange termijn en tussen steden en het ommeland. Ze kunnen een gids zijn om - met draagvlak - zicht te houden op de maatschappelijke opgaven en brede welvaartseffecten. En dit sluit tevens aan op de reeds lopende pilots in 2023 vanuit het beleidskader Levendig Brabant.
Als Kunstloc Brabant nemen we de handschoen op. We werken volop samen om de culturele sector te versterken en bij te laten dragen aan de maatschappelijke opgaven. Want samen maken we Brabant en samen maken we cultuur. Cultuur voor en van iedereen.
Wil je meer weten over deze reactie?
Neem contact met mij op.