- Kennis & inspiratie
- Signalement: Drie Brabantse kunstenaars die ons laten kijken, aanraken en luisteren
Aandacht in dit Signalement voor drie Brabantse makers: een fotograaf, een schrijver, een componistenduo, die locaties zichtbaar, tastbaar, en hoorbaar maken.
Geschreven door: Ton van der Linden
Mensloze landschappen in de nacht
Mischa Keijser uit Breda is fotograaf. Hij werkt vrij en fotografeert in opdracht. In zijn vrije werk onderzoekt hij vaak de schurende verhouding tussen mens en natuur in Nederland. Hij maakt portretten, dierenportretten en landschappen, soms geschoten met een drone. Over zijn foto’s van plekken in de nacht, gaat het in een uitgebreid artikel in De Volkskrant waarin journalist Stefan Kuiper met de fotograaf op stap ging. ‘Keijser houdt van dingen die de sporen van de tijd dragen, hoewel het overgecultiveerde van ons landschap in zijn nachtfoto’s ook een terugkerend motief is.’
Mensen komen op die foto’s niet voor. Die weert Keijser bewust uit zijn landschappen. Hun aanwezigheid vindt hij te bepalend. Zien we er een, dan beginnen we te oordelen en dat wil Keijser niet. ‘Een mensloos landschap’, zegt de fotograaf, ‘geeft rust aan het kijken’. ‘En mensen beter laten kijken is wat hij met zijn nachtfoto’s voorstaat’, schrijft Kuiper in zijn mooie verslag. Enkele tientallen nachtopnamen zijn nog tot 26 september te zien in Museum Belvédère in het Friese Oranjewoud, onder de titel ‘Protoporphyria’, naar de zeldzame ziekte die ervoor zorgt dat mensen geen daglicht kunnen verdragen.
In 2008 bracht Keijser het boek ‘Insomnia‘ uit. PhotoQ noemt het beeldverhaal over het Nederlands landschap en de liefde. David Boelee reageert met een drietal gedichten op de beelden. De titel verwijst al naar zijn nachtelijke avonturen. "Dit is een foto van de parkeerplaats van de Gamma in Roosendaal. Daar kreeg ik de politie op m'n dak; wat ik er te zoeken had.", zei hij in BN DeStem.
Indrukwekkende sfeer
In 2018 verscheen ‘Maro’ met foto’s van zeelandschappen, waarvoor hij een succesvolle crowdfundactie voerde. Hij heeft altijd iets gehad met de nacht, vertelt hij Stefan Kuiper. Zijn stiefvader nam hem, toen hij kind was, mee naar de Rotterdamse haven. “Op een bankje zaten ze dan te kijken naar de schepen. Er gebeurde niets, en toch was het indrukwekkend, die nachtelijke haven met al zijn lichten en vreemde sfeer.”
Ongehoorden een stem geven
Marie Kessels debuteerde in 1991 bij De Bezige Bij met de roman ‘Boa’, over een jonge vrouw die zich gedurende een zomer opsluit in haar huis. Ze won er de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs mee. Later won ze onder meer de Multatuliprijs, de Anna Bijns Prijs en de Ferdinand Bordewijk Prijs. Kessels studeerde van 1974 tot 1979 aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in 's-Hertogenbosch en was vervolgens tekenares. Kessels schrijft boeken die zich in de geest van de hoofdpersoon afspelen. Vaak is dat een wispelturige geest, tot het uiterste bereid de eigen autonomie te verdedigen.
Joke Hermsen, filosoof en schrijver, in tijdschrift Mest, nr. 10, juni 2015: ‘Ze bekijkt dingen van alle kanten. Het is alsof ze driedimensionaal schrijft, in een beeldrijke, sensitieve en nauwkeurige stijl. Ze kruipt in de ervaring en voegt er iets aan toe. Het is geen kil observeren wat ze doet. Hoe ze de werkelijkheid beschrijft, verraadt ook iets van wat er in haar omgaat. De binnen- en buitenwereld lopen in elkaar over. Dat is een bevrijdende ervaring.’
Buiten haar romans om manifesteert Kessels zich nooit als schrijver, al dertig jaar is ze niet beschikbaar voor interviews of optredens. Behoudens een optreden ter gelegenheid van Wereld Parkinsondag in 2018. Het enige wat er over haar bekend is, is dat ze werkt (of werkte) bij de stationskiosk in ’s-Hertogenbosch. Onlangs verscheen haar nieuwe roman ‘Levenshonger’, waarin Elzbieta, een twintiger op zoek is naar haar plaats in de wereld. Ze is uit Polen naar Nederland gekomen en werkt voor een bedrijf in de vleesindustrie. We volgen Elzbieta één dag – een doodgewone dag waarop ze in een café haar Nederlandse taalles leert, haar oom bezoekt op zijn werk en een avondwandeling maakt door de stad. Het slachthuis is een metafoor voor het neoliberalisme, schrijft Bo van Houwelingen.
‘Je kunt ook te intiem deel worden van de grote kringloop van leven en dood: de varkens en de mensen, samengebracht in die ene lange verwerkingsketen’, laat Kessels Elzbieta concluderen. ‘Marie Kessels geeft met deze roman opnieuw met groot inlevingsvermogen aan ongehoorden een stem’, schrijft Thomas de Veen.
Muziek van het podium af
Jeroen Strijbos en Rob van Rijswijk werken al meer dan tien jaar samen. In de afgelopen jaren maakten ze een indrukwekkend oeuvre, variërend van landschapsopera's en walkscapes tot live performances in een meer 'klassieke' setting. Afgelopen augustus was tijdens het Oranjewoud Festival in Friesland het ‘Soprano Panorama’ te beleven. De bedoeling van de makers is dat landschap en klank een contemplatieve ruimte vormen voor de gedachten en gevoelens van de bezoekers.
'De muziek belichaamt uitgesproken gevoelens maar of daar een concreet narratief uit voortvloeit, hangt af van de wandelaar zelf. De muziek is geen autonoom gegeven. ‘Je loopt hier ook te midden van de klanken”, legt Rob van Rijswijk uit. ‘Dus bij elke stap doen zich veranderingen voor. De zon kan plots door het bladerdak breken, en weerkaatsen op zo’n oranje zangplaat of een opstekende wind laat – zoals nu – de stemmen verwaaien. Het groeit uit tot een ‘gesprek’ tussen het weidse en het intieme.’
Meer middel dan doel
In 2018 kreeg het duo van het Oerol festival een strook strand van een kilometer breed tot hun beschikking voor ‘Signaal bij schemerdonker’, een geluidswerk geïnspireerd op de klanken van land en zee. Overdag was dat kunstwerk te beluisteren, onder de titel ‘Signaal aan Zee’. Maar in de avond, vlak voordat de zon onderging lieten de geluidskunstenaars vier sopranen en het publiek dwalen over de strook rondom Strandpaal 9. Het was, zei een luisteraar, alsof de omgeving dit geluid zelf maakte.
Van Rijswijk: ‘Voor ons is muziek eerder een middel dan een doel. Op een podium kun je zeggen: het einddoel is het muziekstuk. Terwijl onze muziek een dialoog met het publiek op gang wil brengen. Slaagt dat, dan is het een mooi. En om dat te bereiken halen we de muziek van het podium af.’ Onlangs werd bekend dat het componistenduo van het Fonds Podiumkunsten een bijdrage ontvangt om een internationaal promotieplan te ontwikkelen en uit te voeren, over een periode van maximaal twee jaar.
Maandelijkse column
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) signaleert in zijn maandelijkse column actuele ontwikkelingen bij Brabantse makers.
Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.