Met Pasen in het vooruitzicht, aandacht voor drie Brabantse makers, Toeac, Stijn van der Loo en Margriet Luyten. Over aangeraakt worden door God, het Grote Wonder en een mantel van Hoop en Troost.
Geschreven door: Ton van der Linden
Kracht van een duo
Renée Bekkers en Pieternel Berkers vormen het accordeonduo Toeac. Ze kennen elkaar uit hun Gemertse muziekschooltijd. Beiden studeerden aan het Fontys Conservatorium in Tilburg, waar Toeac ontstond, en aan de RDAM (The Royal Danish Academy of Music) in Kopenhagen. In september 2015 rondde Toeac daar de ’solistenopleiding’ af. Beiden zijn nu docent aan het Tilburgse conservatorium. En Bekkers is sinds september 2021 zakelijk leider van De Link in Tilburg. Dit jaar viert het duo het 20-jarig jubileum. In een gesprek met Marjolein Sengers van het Eindhovens Dagblad zegt Renée Bekkers op de vraag waar de kracht van de twee muzikanten zit: ‘Ik denk in het feit dat wij altijd proberen een verhaal op meerdere manieren te vertellen. Onze optredens zijn meer dan een concert. Ze gáán ergens over, de artistieke inhoud is leidend in alles. En natuurlijk is het de accordeon zelf, die we in al haar verschillende facetten laten horen’.
Bloedkoraal
Onlangs sloot Toeac de tour van Bloedkoraal met acteur Jack Wouterse af. Deze muziekvoorstelling, die vorig jaar in première ging op November Music, is een initiatief van Toeac zelf. Gelukkig wordt deze eigenzinnige vertolking van de Orpheusmythe (muziek Anthony Fiumara, tekst Peer Wittenbols, regie Ria Marks) binnenkort geprolongeerd. Annette Embrechts schreef: ‘Beide accordeonisten zijn zo goed op elkaar ingespeeld dat ze zigzaggend door het simpele decor de stervende Tuur door zijn delier gidsen. Soms snerpen hun instrumenten als loeiende sirenes of zuigen ze zich vol als beademingsmachines. Dan weer brommen ze van vertwijfeling of bubbelen ze een luchtig liefdeslied: “Hé, lieve dikke man, die zo grappig dansen kan, pak me dan."'
Aanraking God
De basis van Toeac is en blijft de klassieke muziek. Muziek uit alle tijden is door en voor hen bewerkt. Eigentijdse componisten schreven nieuw werk voor ze. Erg verguld zijn ze met hun vierde cd ‘Ben bij Bach’, waarmee een lang gekoesterde wens tot vervulling komt. Een belangrijk werk voor het duo is de Passacaglia en Fuga in C mineur van Johann Sebastian Bach. Deze compositie spelen zij al sinds jaar en dag en is één van hun favoriete stukken. ‘We hebben dit werk al heel vaak gespeeld, en steeds, op het hoogtepunt … het voelt als een aanraking met God.’
Kleine helden
Stijn van der Loo is teruggekeerd naar Noord-Brabant. De geboren Eindhovenaar woont nu in Haaren. Hij is de laatste jaren vooral bekend als literair auteur. Zijn debuut ‘De Galvano’ stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs en won de Schrijversprijs én de Publieksprijs der Brabantse Letteren. In deze novelle voert hij een ogenschijnlijk heel eenvoudige man op, geen held, geen antiheld, maar een kleurloze arbeider met vuurvaste handen, Moz genaamd, die zijn dagen slijt in een galvaniseerfabriek tegen de achtergrond van het opkomende antisemitisme en de crisis van de jaren dertig. ‘De laconieke toon waarop hier drie dramatische, door mysteries omgeven sterfgevallen, en eigenlijk een heel leven worden afgehandeld, is tekenend voor de stijl van Intermezzo-zanger Stijn van der Loo’, schreef Judith Janssen in De Volkskrant. Voor ‘De held Jacob Mulle’ ontving hij de Halewijnprijs. Daarna volgden ‘Slopers’ en ‘Kleine helden zijn wij’. In mei wordt zijn vijfde roman ‘De Wilde Binnenvaart’ verwacht. Wederom een verhaal over harde werkers.
De berg opzoeken
Maar Van der Loo begon zijn carrière als liedschrijver/componist. Hij werd bekend met a-capellagroep Intermezzo. Vaak werkt hij gelijktijdig aan allerlei projecten (hij werkt ook aan theaterproducties en maakt filmdocumentaires). ‘Het is woekeren met tijd en energie, maar het voelt nooit of er een berg op me afkomt. Ik zoek de berg zelf wel op’, zo lacht hij. ‘Inspiratie is er altijd wel: doen is de weg voor mij, waardoor de focus als vanzelf ontstaat.’
Het Grote Wonder
‘Ik zag vissen die een vlieg vanuit het water van zijn tak kunnen spugen’, is de titel van het recent verschenen lees- en luisterboek met een dubbel-cd. De teksten (velen van hem zelf, maar ook van Huub Oosterhuis, met wie hij al jarenlang samenwerkt), zijn een lofzang op de Schepper en zijn creatie. Op de vraag of hij zelf zo gelovig is, antwoordt Van der Loo: ‘Nou, ik heb niets met de kerk als instituut en de dogma’s, of de folkloristische wierookuitingen daarbij. Maar ik zie mezelf wel als spiritueel en muziek is mijn spirituele uiting. Ik word gegrepen door het amper te bevatten, almachtige Grote Wonder van de natuur. Ik vind het denken in termen van ‘de natuur beheersen’ ook potsierlijk. Die natuur is zoveel groter dan wij. Ik geloof wél in het goede en de verwondering staat altijd voorop. Soms moet je gewoon accepteren dat je niet alles weet.’
Mantel van Hoop en Troost
Tijdens de coronatijd staken velen in de Mariakapel in de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch kaarsjes aan om geliefden te herdenken of te ondersteunen. Plebaan Vincent Blom: ‘Net zoals Maria in vroeger tijden tijdens de pestepidemie werd aangeroepen, was ze in coronatijd voor velen hét symbool van troost, bescherming en hoop.’ Hij voegt daaraan toe: ‘Om haar rol in deze periode te gedenken, is er een nieuwe mantel voor haar gemaakt: de Mantel van Hoop en Troost.’ Beeldend kunstenaar Margriet Luyten ontwierp de mantel en liet zich inspireren door fluitenkruid. ‘Zoals zoveel mensen ging ik tijdens de lockdown de natuur in om te wandelen. Daar zag ik vooral veel fluitenkruid. Ik heb er foto’s van gemaakt en verwerkt in de mantel.’
Bid voor ons zondaars
Luyten heeft in de mantel de zin ‘ora pro nobis’ (bid voor ons zondaars) gebruikt. ‘De tekst is aan de buitenzijde in spiegelbeeld te lezen. Het is alleen aan de binnenkant gewoon leesbaar. Dat is bedoeld voor degenen die symbolisch beschutting zoeken onder de mantel.’ De stof werd door haar ontwikkeld en werd geweven in het TextielLab in Tilburg. Op 30 april, bij de opening van de Maria meimaand, wordt de mantel om de schouders van de Zoete Lieve Vrouw gehangen.
Wat is tijd
Margriet Luyten ging in de jaren tachtig naar de kunstacademie in ’s-Hertogenbosch en koos de richting plastische vormgeving. In haar werk houdt Luyten zich intensief bezig met tijd. Wat is tijd met betrekking tot de mens en zijn (sterfelijk) lichaam? Gedurende haar academietijd maakte ze een serie Bedden, sculpturen, variërend in formaat. ‘Een plek waar we een belangrijk deel van ons leven in doorbrengen. Je wordt er geboren, je bedrijft er de liefde en je gaat er dood. Het bed moet een plek zijn waar je je thuis voelt, anders val je niet in slaap.’ Toen haar moeder hulpbehoevend werd, besloot Luyten haar te gaan verzorgen. Ze kon toen niet vaak meer naar haar atelier, maar nam wel een fotocamera mee. Ze legde met haar camera de laatste jaren van haar moeder vast tot deze overleed. Het project ‘Ella’ kwam hieruit voort; detailopnamen van de oude, gerimpelde huid drukte ze af in gomdruktechniek. Omdat gomdruk een een-op-een afdruk van een negatief is, is het formaat beperkt. Ze gaat experimenteren met digitale weeftechnieken uit de behoefte om met textiel te werken. Luyten maakte ook twee films, een over kunstenaars in de laatste fase van hun werkzame leven en een over kunstbemiddelaars op leeftijd. Ze ontving in 2020 de Will en Jan van Hoof Kunstprijs Noord-Brabant.
Maandelijkse column
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) signaleert in zijn maandelijkse column actuele ontwikkelingen bij Brabantse makers.
Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.