De 26e Conference of Parties (COP) van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) vindt van 1 tot 12 november 2021 plaats in Glasgow. Tijdens deze klimaattop proberen de deelnemende landen de afspraken uit het akkoord van Parijs verder uit te werken. Een zeer urgente conferentie waar de wereldleiders belangrijke beslissingen zullen moeten nemen. Begin augustus werd het rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties geopenbaard. Uit het rapport blijkt onder meer dat het klimaat ongekend snel verandert en dat de mens daarvan de oorzaak is. Ook de culturele sector kan een stuk duurzamer. Gelukkig komen er steeds meer goede voorbeelden op dit gebied. We nemen er een aantal onder de loep.
Geschreven door: Ton van der Linden
Duurzaam bouwen
Op 13 september opende aan de rand van Amersfoort het CollectieCentrum Nederland met daarin de collecties van vier Rijksinstellingen. Het gebouw is nagenoeg klimaatneutraal, mede dankzij 2.100 zonnepanelen op het dak. In het oude depot van het Rijksmuseum in Lelystad, dat oorspronkelijk werd gebruikt als opslagplaats voor euro’s, moest er in de zomer worden gekoeld en in de winter worden verwarmd. ‘Daar waren we altijd gas aan het stoken’, zegt Wim Hoeben van het Rijksmuseum, die de manager is van het CollectieCentrum.
Nog een recent voorbeeld van een duurzaam gebouw is het concert- en congresgebouw de Doelen in Rotterdam. Dat krijgt een groen, biodivers dak met waterberging. Het duurzame dak is één van de projecten van Life@Urban Roofs, onderdeel van het Europese LIFE-programma voor milieu- en klimaatactie, en draagt bij aan de ambities van de stad Rotterdam op het gebied van duurzaamheid, klimaatadaptatie, het realiseren van meer groen en herstel van biodiversiteit.
Agenderen
Culturele instellingen kunnen ook in hun programma aandacht geven aan de klimaatproblematiek. ‘Ik zie het museum van de toekomst als een inclusieve plek, met ruimte voor ontmoeting, dialoog en debat. En daarbij mag het museum ook actief iets uitdragen. Wij willen niet alleen mensen informeren en antwoorden geven, maar ze ook nieuwe inzichten bieden door ze zelf aan de slag te laten gaan.’ Dat zei Errol van de Werdt, directeur van het TextielMuseum, n.a.v. de expositie Long Live Fashion! die tot en met 27 maart in Tilburg te zien is. De mode-industrie is na de olie-industrie de meest vervuilende industrie ter wereld.
Duurzaamheidsexpert Jasmien Wynants: ‘De mode-industrie is voor een groot deel gebaseerd op snel wisselende trends met overconsumptie aan de basis. Dit heeft grote gevolgen voor mens en planeet. Enorme volumes aan niet-hernieuwbare grondstoffen worden gebruikt om kleding te produceren die slechts kortstondig wordt gedragen – om die daarna te storten of verbranden. Tijdens dit proces wordt een enorme hoeveelheid water verbruikt. Er komt heel wat vervuiling kijken en de complexe productieketens staan bekend om uitbuiting in de producerende landen.” Het TextielMuseum presenteert tijdens Long Live Fashion! in samenwerking met ontwerpers Christien Meindertsma en Harm Rensink en textielrecyclingsbedrijf Wolkat, een interactieve expositie die op positieve wijze prikkelt om duurzamer met onze kleding om te gaan.
Activisme
Talloze makers proberen in hun werk en/of met hun werkwijze aandacht te vragen voor duurzaamheid. Neem bijvoorbeeld ontwerper Claudy Jongstra, die in een werkgemeenschap zelf natuurlijk gekleurde wol voor haar ontwerpen produceert. En met de voorstelling ‘De zaak Shell’ namen Anoek Nuyens en Rebekka de Wit een voorschot op de rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell. Hun voorstelling was geen activistisch, anti-Shell-pamflet. Nuyens: ‘Tijdens onze research constateerden wij dat de klimaatcrisis eigenlijk een verantwoordelijkheidscrisis is. Ons gaat het niet zozeer om de schuldvraag, maar om: wie draagt waar verantwoordelijkheid voor?’ (Op 26 mei jl. won Milieudefensie. De rechter oordeelde dat Shell zijn CO2-uitstoot in 2030 teruggebracht moet hebben met 45%. Shell gaat overigens tegen deze beslissing in hoger beroep).
De acties van Fossil Free Culture NL tegen de (sponsor)verbindingen van culturele instellingen met de fossiele industrie, hadden daarentegen wel een activistisch karakter. Tim Kliphuis schreef in opdracht van de NTR ZaterdagMatinee, Phoenix Reborn, het tripelconcert voor viool, cello, piano en orkest, vanuit het idee dat de mens een vorm vinden moet om een minder heftige impact op de aarde te hebben.
Groene rider in de muziekindustrie
Ook in de muziekindustrie speelt het thema. Poppodia en festivals zijn al jaren bezig met vergroenen. Er zijn orkesten die gastmusici dringend verzoeken zo min mogelijk met het vliegtuig te komen. De Britse triphopband Massive Attack kwam met een uitgebreid plan om touren duurzamer te maken. Onlangs startte een internationaal initiatief: Music Declares Emergency. Dit initiatief omvat een groep artiesten, professionals uit de muziekindustrie en organisaties die samen een klimaat- en ecologische noodsituatie afkondigen en oproepen tot een onmiddellijke actie door overheden.
Groene energie
Onder hen de Duitse pianist Martin Kohlstedt. In een interview verklaart hij zijn betrokkenheid en vertelt hij waarom hij bomen plant in een stuk bos dat hij jaren geleden kocht. Begin 2021 werd in Nederland de Groene Rider gelanceerd, een initiatief van UIMA (United Independent Music Agencies). De Groene Rider wil inzetten op een forse vermindering van de ecologische footprint, door minder te vliegen, anders te eten, minder afval te genereren en het gebruik van groene energie.
Dichters luiden noodklok
Ook in de literatuur is het klimaat een thema geworden. 'Veel romanschrijvers zien de opwarming van de aarde als onderwerp of decor voor hun boek. Alleen al in Nederland komen er dit najaar tientallen titels uit over dit onderwerp. Een nieuw genre is aan een opmars begonnen', meent Annephine van Uchelen: de klimaatroman. In 2020 gebeurde dit overigens al in de poëzie. Naar het voorbeeld van Poets for the Planet kwamen de klimaatdichters met een manifest. De klimaatdichters is een beweging van bijna 200 Vlaamse en Nederlandse woordkunstenaars, die allen met poëzie in al haar verschijningsvormen strijden voor een klimaatvriendelijke wereld. Jeroen Dera, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, neemt in zijn boek 'Poëzie als alternatief' afstand van het hyperindividuele sensitieve dat velen met poëzie associëren. Hij laat zien hoe de hedendaagse Nederlandstalige poëzie de maatschappij een kritische spiegel voorhoudt.
In gedichten luiden dichters bijvoorbeeld de noodklok over het klimaat. De dichters hebben niet een rechtstreeks retorisch doel. Volgens Dera laten ze de lezer ‘reflecteren’ over de situatie. ‘Het is een van de paradoxen van de taal: ze heeft de magische kracht om de wereld te veranderen, in ieder geval door onze kijk op die wereld te kantelen. Toch zijn er ook grenzen aan en je zou kunnen zeggen dat de taal steeds machtelozer is geworden, zeker als het gaat over kwesties als economie en klimaat.’ (…) ‘Wat niet betekent dat de mens er dus over moet zwijgen’ – en Dera laat overtuigend zien dat dichters ook vastbesloten zijn dat niet te doen, aldus recensent Marc van Oostendorp.
Boekman Extra
Kortom, te veel om in dit korte bestek te noemen. Voor meer informatie over de verduurzaming van de cultuursector verwijs ik naar een Boekman Extra van afgelopen juni, met daarin tools, gidsen en organisaties om te komen tot een duurzame cultuursector.
Stemming
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) peilt in zijn maandelijkse column aan de hand van de actualiteit de stemming in kunst en samenleving. Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.