Kunstonderwijs blijft aantrekkelijk voor jongeren. Het vinden van werk of een carrière als kunstenaar is echter niet voor iedereen weggelegd. Maar wat er geleerd wordt kan ook buiten de cultuursector worden ingezet.
Geschreven door: Ton van der Linden
Vier jaar geleden, in de aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen, in februari 2017, kwam het nieuws naar buiten dat de VVD en ChristenUnie honderd miljoen euro wilden besparen door de instroom van studenten bij kunstopleidingen terug te dringen. In de verkiezingsprogramma’s van de partijen was hierover geen onderbouwing te vinden. “Dit is ouderwets denken”, aldus Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen.“Bovendien is er geen sprake van significante werkloosheid in de sector, zo blijkt uit de HBO-monitor”. De kunstopleidingen kwamen in verweer. Het bleek uiteindelijk een storm in een glas water.
Kansen op de arbeidsmarkt
In 2018 verscheen een advies van de Commissie-Marcodoelmatigheid mbo (CMMBO) over het arbeidsmarktperspectief en de doelmatigheid van creatieve mbo-opleidingen. Het aantal studenten van deze opleidingen is vanaf 2005 met 65% gegroeid tot bijna 60.000 studenten in 2016, terwijl de omvang van de arbeidsmarkt voor creatief opgeleiden hierbij is achtergebleven en de werkzaamheden complexer zijn geworden. In een brief aan de Tweede Kamer d.d. 22 februari 2019 informeerde minister van Engelshoven (OCW) over de maatregelen bij mbo-opleidingen in de creatieve sector.
Uiteindelijk committeerden alle mbo-scholen zich aan het plan om het aantal studenten terug te dringen, bleek in september 2019. Vanaf 2020 vindt bij de opleidingen een krimp van het aantal leerlingen plaats van ongeveer twintig procent. Het rapport was voor de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven aanleiding om een geheel nieuwe werkwijze macrodoelmatigheid te ontwikkelen. SBB houdt zo de vinger aan de pols over hoe de studentenaantallen zich verhouden tot de kansen op de arbeidsmarkt.
Minder studenten
Ik moest hieraan denken toen ik een opinie artikel van Rosalie Bouwman las. ‘’Als ik naar de bioscoop ga, scant een oud-klasgenoot met hbo-diploma cultureel erfgoed mijn kaartje. In winkels en musea tref ik oud-klasgenoten met masters in de cultuurwetenschappen achter de kassa. Ik ken twee mannen met conservatorium op zak: de ene is bezorger, de andere werkt in een fabriek.’’ Veel afgestudeerden in de richtingen kunst en cultuur kunnen moeilijk een passende baan vinden.
Bouwman pleit voor kleinere opleidingen met minder studenten. "Bescherm jongeren voor de totale deceptie die het leeuwendeel zal ondergaan. De opleiding tot kunstenaar is van groot belang voor de samenleving, maar alleen de getalenteerdste of gewiekste houdt een carrière als kunstenaar vol." Ze verwijt opleidingen dat zij de schijn ophouden dat hun studies aansluiten op de arbeidsmarkt.
Vaste baan
Uit de ranglijsten startpositie wo-opleidingen en hbo-opleidingen van het UWV (februari 2020) blijkt dat afgestudeerde masterstudenten letterkunde, archeologie en diverse culturele masterstudies lang nodig hebben om een behoorlijke baan te vinden. Eenmaal een baan gevonden, is het vaak tijdelijk werk en is het salaris laag. Na een hbo-opleiding dans, kunstacademie of muziek is het ook niet gemakkelijk om een goede plek te verwerven op de arbeidsmarkt. Afgestudeerden hebben er circa drie jaar voor nodig om een behoorlijke baan te vinden.
Slechts één op de zes afgestudeerden van hbo-dans heeft een vaste baan. Uit de HBO Monitor (april 2020) ‘De arbeidsmarktpositie van HBO-afgestudeerden’ blijkt dat onder afgestudeerden uit de sector kunst het aandeel vaste aanstelling het laagst is (42%). En afgestudeerden uit de sector kunst (en opmerkelijk genoeg economie) hebben relatief het minst vaak een baan in de eigen of verwante richting. De afgestudeerden uit de sectoren kunst en economie zijn het minst positief over de aansluiting (resp. 69 en 70 %) tussen opleiding en werk.
Kansen in de maatschappij
Choreograaf en producent van dans- en theatervoorstellingen Pieter de Ruiter reageerde op het artikel van Bouwman. Hij stelt dat het bij opleidingen in kunst en cultuur om zo veel meer dan een baan gaat. Hij gaat specifiek in op zijn ervaringen als choreografiecoach op de mbo-opleiding Creatief & Cultureel op het ROC Amsterdam. De studenten die naar deze mbo-opleiding komen hebben een enorme passie voor urban dance. Ze ontwikkelen discipline, leren wat het betekent ergens helemaal voor te gaan, om samen te werken, daar verantwoording voor te nemen, van niets iets te maken en wat ze begonnen zijn, af te maken. Door het volgen van de opleiding zijn hun kansen in de maatschappij wel degelijk vergroot. Leerlingen stroomden door naar het hbo. Anderen zijn terecht gekomen in de zorg of in de kinderopvang, werken met amateurgezelschappen of geven kinderen les in diverse stijlen urban dance. Weer anderen maakten de overstap naar een studie economie of techniek.
De site Kies-MBO geeft objectieve informatie over mogelijkheden van de opleidingen. Bijvoorbeeld dat van de acteurs die een MBO opleiding hebben gevolgd 69% anderhalf jaar na het behalen van het diploma werk heeft. Er wordt wel vermeld dat het lastig zal zijn een baan te vinden die bij je opleiding past. Voor een podium-en evenemententechnicus geldt dat, volgens de site, ook. Het landelijk percentage studenten dat 1,5 jaar na behalen van het diploma werk heeft is hier 89%.
Hefboomwerking van creativiteit
De Ruiter’s pleidooi zien we ook terug in een rapport van de Hogeschool Rotterdam: De betekenis van de creatief mbo-opgeleiden voor de Nederlandse economie en samenleving ligt vooral in de hefboomwerking van creativiteit naar economie en samenleving in den brede.' Dat wil zeggen dat mbo’ers niet als zodanig in de creatieve sector werken, maar creatieve beroepen uitoefenen bij ‘reguliere’ bedrijven en organisaties ondersteunen.
‘Kunst’ is een zeer selectieve sector binnen het hoger beroepsonderwijs, zegt de Vereniging Hogescholen. Studenten in het hbo-kunstonderwijs hebben een hoge motivatie. Het kunstonderwijs heeft de laagste uitval en het hoogste studiesucces van alle sectoren in het hbo. Uit recente cijfers van de Vereniging Hogescholen en Vereniging van Universiteiten blijkt een stijging van het aantal studenten t.o.v. 2019. Van de kleinere universitaire studies zijn taal en cultuur en onderwijsgerelateerde studies het hardst gegroeid. Laatstgenoemden kampten afgelopen jaar nog met een krimpend aantal studenten. Bij de hogescholen was de grootste instroom bij de sector sociale studies (+16,8%) en in de sector onderwijs (+16,3%). Bij de sector kunst was het 6,4%. Vorig jaar was er een daling van 2,4%.
Stemming
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) peilt in zijn maandelijkse column aan de hand van de actualiteit de stemming in kunst en samenleving.
Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.