Bestaat er zoiets als een vrouwelijke blik? Beperkte de positie van vrouwen hun rol in de cultuurgeschiedenis en wordt het belang ervan in ons huidige tijdgewricht eindelijk gewaardeerd? Welk perspectief biedt dit ons en wat is het belang van gendergelijkheid?
Geschreven door: Ton van der Linden
Institutionele barrières
Recent schreef Wieteke van Zeil dat er sinds enige jaren steeds vaker werk van vrouwen tezamen wordt getoond in exposities of beschreven in boeken, waarbij ze opmerkt dat dit niet altijd met een helder inhoudelijk doel gebeurt. Ze heeft het over het boek ‘Spiegel en palet’, en ‘Close Up’, een expositie in Basel. Van Zeil is blij met de aandacht voor vrouwelijke kunstenaars, een inhaalslag. Deze inhaalslag is begonnen met een essay van de Amerikaanse kunstcritica Linda Nochlin, uit 1971: ‘Why Have There Been No Great Women Artists?’ Dit essay stelt de institutionele barrières voor de beeldende kunsten, waarmee vrouwen in de westerse traditie historisch gezien werden geconfronteerd, aan de orde.
Vrouwelijke kunstenaars
De belangstelling voor vrouwelijke kunstenaars is door het feminisme en recentelijk door #MeToo toegenomen. Musea opteren voor meer gendergelijkheid in aankopen en exposities, ook in Nederland. Zelfs veilinghuizen komen met veilingen waarin alleen kunst van vrouwen te koop is. In mei had Sotheby’s de primeur hiervan. Overigens, maar 2% van de gehele veilingomzet komt van kunst die door vrouwen is gemaakt en bijna de helft van die omzet komt van slechts vijf vrouwen. In Nederlandse museumcollecties is op dit moment maar 13 à 14% kunst van vrouwen te vinden, veelal in de depots. De toekomst ziet er anders uit, zo’n 70% van de kunststudenten is vrouw.Onlangs werd ook bekend dat het RKD en de Universiteit van Amsterdam, samen met musea, onderzoek gaan doen naar de inzet van vrouwen voor museale collecties in Nederland in de periode 1780-1980.
Andere waarden en metaforen tonen
Terug naar Van Zeil. Ze concludeert dat het niet een vermeende inherente eigenschap of kwaliteit is die belichte kunstenaars bindt. 'En zeker geen ‘feminiene’ stijl of materiaalbehandeling’. Ze delen hun ongekozen positie als vrouw in een wereld die van oudsher een systeem heeft opgebouwd om vrouwen kleiner te maken. Deze kunstenaars verhouden zich tot de mannelijke conventies van het zelfportret, maar tonen andere waarden en andere metaforen. Dat kan gezien en herkend worden door alle genders, en kan de norm uiteindelijk veranderen.
Vrouwelijke rolmodellen creëren
‘Vrouwelijke ontwerpers en architecten zijn historisch sterk in de minderheid. Ze waren er wel, ook in de bureaus van moderne iconen zoals Frank Lloyd Wright en Le Corbusier, maar ze hebben minder in de schijnwerpers gestaan. En zijn slechts beperkt opgenomen in de historische canon’, aldus Lara Schrijver, hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen. Ze schrijft over het project Wiki Women Design van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi), dat wil bijdragen aan het zichtbaar maken van vrouwelijke ontwerpers uit België.
Het project wil daarnaast vrouwelijke rolmodellen creëren. Sluitstuk van het project was een conferentie, waarin een sessie werd gewijd aan 'Feminist, decolonial and queer approaches to heritage.' Het vrouwenperspectief wordt in een intersectionele context geplaatst. Een oproep om 'de volledige diversiteit van de samenleving te omarmen – voortbouwend op generositeit in plaats van op rivaliteit en overheersing.’
Noodzaak voor andere perspectieven
Schrijver verwijst in haar artikel naar een gesprek met Reinier de Graaf van architectebureau OMA: ‘Ons beroep is niet genereus en moedigt ook geen solidariteit aan; architecten proberen elkaar voortdurend te ondermijnen.’ Schrijver is overtuigd van de noodzaak van verschillende aanvliegroutes; vanuit het vrouwelijke, het postkoloniale, en de queer studies. Ze brengen meervoudige verhaallijnen achter, onder en naast onze werkelijkheid aan de oppervlakte en bieden een opening naar een ‘anti-disciplinaire’ werkmodus. Deze kernwaarde van een anti-discipline ontleent ze aan De Graaf. En Schrijver ziet een bovenliggend doel. ’De noodzaak om de rol van architectuur en design te heroverwegen, wordt steeds urgenter als een vorm van zorg, niet alleen voor de menselijke samenleving, maar ook voor de planeet.’
Onderbelichte vrouwelijke bouwkundigen?
Op 4 juli 2018 organiseerde de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) de eerste Inclusieve Rondetafel met vrouwelijke architecten. In 2018 zijn 77% van de ingeschreven architecten in Nederland, mannen. Slechts 23% is vrouw volgens de Stichting Fonds Architectenbureaus. Ondanks de groei in het aantal vrouwelijke architectuurstudenten – de verdeling is inmiddels vrijwel 50/50 – blijft het aandeel vrouwelijke architecten in de branche zelf tot nu toe beperkt. Merel Pit schreef het boek ‘Mevrouw De Architect’, waarin ze zich af vraagt hoe het komt dat het werk van vrouwelijke bouwkundigen stelselmatig onderbelicht wordt. Toen ze aan het boek begon, bleek dat er weerzin was om eraan mee te werken. Men leek zich te schamen voor het stempel ‘vrouwelijke architect’.
Filmwereld
Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw ‘vermannelijkte’ het filmberoep. Er ontstonden mannenclubs waar vrouwen niet welkom waren. De creatieve vrijheid nam af, naarmate de financiële belangen toenamen. ‘Mannelijke’ eigenschappen als ‘natuurlijke autoriteit’ en ‘financiële kennis’ werden belangrijker geacht dan ‘vrouwelijke’ eigenschappen als ‘intuïtie’ en ‘emotie’, aldus Anke Brouwers in haar boek ‘Mooi zijn en zwijgen’.
In de ambitieuze documentaire Women Make Film van Mark Cousins wordt het (vergeten) aandeel van 183 vrouwen uit vijf continenten in dertien decennia filmgeschiedenis behandeld. Hij herinnert er ons aan dat de filmcanon veel te weinig films bevat die zijn gemaakt door vrouwelijke regisseurs. Op de vraag hoe dit komt, zegt ook Cousins: ’Vrouwen werden weerhouden van het maken van films en als ze dit toch deden werden hun films ondergewaardeerd, waardoor een standaard werd ontwikkeld die te mannelijk is.’ Met zijn project wil hij aan een jonge generatie vrouwelijke makers laten zien dat er wel degelijk een erfgoed is.
Andere kijk op beeld
Sacha Gertsik merkt op dat de hoofdstukken in de documentaire die gaan over het in beeld brengen van lichamen en seks, meer emotioneren dan andere. ’Is het omdat vrouwen dit anders in beeld brengen dan mannen? Nooit benoemt Cousins dat expliciet, maar je kunt het wel voelen. Juist op dit soort momenten maakt het je furieus dat veel van de filmmakers in deze film onbekend zijn gebleven. Wat hadden we allemaal nog meer van hen kunnen leren, over het maken van film en over de wereld?’
Gelukkig lijken de tijden te veranderen, maar volgens Gertsik is het belangrijk dat de manier waarop we naar film kijken en film onderwijzen, moet veranderen. 'Zolang de filmcanon voornamelijk bestaat uit mannelijke (en witte) filmmakers, zal de filmindustrie daar een afspiegeling van blijven.’
Verandering is nodig
Tijdens het vorige Nederlands Film Festival werden de eerste resultaten van het onderzoek ‘Beter is nog niet goed’ naar genderongelijkheid in Nederlandse televisie- en filmindustrie, gepresenteerd. Daaruit blijkt onder meer dat bij de functies productie, regie en scenario de genderverhouding ongeveer een derde vrouw /twee derde man is.
Opvallend is dat de onderzoeksresultaten veel overeenstemmen met soortgelijke onderzoeken. Zoals dat van de European Audiovisual Observatory over de Europese feature film tussen 2015 en 2019 en een recent Amerikaans onderzoek van het Center for the Study of Women in Television and Film. Opmerkelijk is dat uit alle onderzoeken blijkt dat er meer vrouwen in de filmdocumentaire-sector dan in de fictiefilmsector werken.
Stemming
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) peilt in zijn maandelijkse column aan de hand van de actualiteit de stemming in kunst en samenleving. Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.