Ierland start een proef met het basisinkomen voor mensen in de cultuursector. Een middel in nood, voor herstel na de coronacrisis, of kan het verder reiken?
Geschreven door: Ton van der Linden
Vertrouwen in mensen
“Het basisinkomen is een onvoorwaardelijk inkomen. Het is geld waar je altijd recht op hebt, ongeacht je vermogen of je inkomsten.” Zo formuleerde Oxfam Novib enige jaren geleden het basisinkomen op haar website. Het basisinkomen is volgens de organisatie het middel in de strijd om armoede te verslaan. Deze NGO, die ervoor vecht dat iedereen een zelfstandig bestaan zonder armoede kan opbouwen, verwijst op deze pagina, waarin de voor- en nadelen van het basisinkomen kort worden besproken, naar Rutger Bregman, die in 2014 in Maastricht een Ted Talk hield over dit onderwerp.
Hij publiceerde in 2014 ‘Gratis Geld voor Iedereen en nog vijf grote ideeën die de wereld kunnen veranderen’, waarin hij o.m. pleitte voor het basisinkomen. Het boek dat veel lof ontving, in binnen – en buitenland werd een bestseller. Bregman werd veelvuldig gevraagd op mondiale fora. In 2019 werd een herziene uitgave uitgebracht onder de titel ‘Gratis geld voor iedereen - Hoe utopische ideeën de wereld veranderen’. Opvallend is dat hij zowel bij linkse als rechtse denkers medestanders vond en vindt voor het idee. De grote tegenstanders zijn de machthebbers. In een aflevering van VPRO Tegenlicht vertelt Bregman dat we als samenleving rijk genoeg zijn om het ‘burgerschapsdividend’ in te voeren, maar dat de machthebbers eigenlijk nog de ideeën van de Zonnekoning omarmen, die uitgaat van de propositie dat mensen niet deugen. Zijn ideeën zijn dus gestoeld op vertrouwen in mensen, die van hun leven iets willen maken.
Kop koffie
In 2018 studeerde Martina Huynh af aan de Design Academy Eindhoven met het ‘Basic Income Café’, een installatie waarop ze toegankelijke en originele manier de werking van het basisinkomen verbeeldde. De installatie werd genomineerd voor de ‘Dutch Design Awards 2019’ in de categorie Design Research 2019. In het bijbehorende manifest lezen we: “We zijn ervan overtuigd dat we inkomsten moeten veiligstellen, geen banen. Daarom zou iedereen het recht moeten hebben op een onvoorwaardelijk basisinkomen – of in dit geval: een gratis kop koffie, voldoende energie om je dag een kickstart te geven. Bekijk het als volgt: als je niet eerst koffie drinkt, hoe kan je dan werken?”
Creativiteit op de eerste plaats
In een artikel op dit platform in 2018 stelt Felix Rietbergen, verwijzend naar Bregman en Wijbrand Schaap, dat het basisinkomen ervoor zou kunnen zorgen dat makers zich weer volledig kunnen richten op hun creatieve talenten. Het invoeren van het basisinkomen kan een manier zijn om de huidige financiële situatie in de sector te verbeteren. En het neemt negativiteit, onzekerheid en onrust bij de makers weg. Financiële zorgen gaan een veel minder belangrijke plek in hun leven nemen. “De creativiteit kan hierdoor weer op de eerste plek komen te staan, dat is heel wat waard.” Invoering in Nederland zou ook nog eens betekenen dat de subsidies substantieel omlaag kunnen, volgens Schaap.
Noodsituaties
Oxfam Novib geeft op de eerder aangehaalde pagina het voorbeeld van de Somalische veehoudster Chinow die door de droogte al haar vee verloor – en daarmee haar inkomen. Het basisinkomen helpt haar en haar gezin verder. Het stelt haar in staat om het leven weer op te pakken.
In het najaar van 2021 kondigde de Ierse regering een proef aan met een basisinkomen voor mensen die werken in de kunstsector. Daarmee kwam de regering tegemoet aan de wens van de ‘Arts and Culture Recovery Taskforce’, die enthousiast reageerde op het nieuws: ‘Iedereen die werkzaam is binnen de kunsten heeft tijdens de pandemie opmerkelijke veerkracht en compassie getoond. Het is van vitaal belang dat we sector steunen nu die weer langzaam opkrabbelt. Het zal ons ook helpen ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk mensen blijven bereiken met kunst.” In april jl. werd duidelijk dat de Ierse overheid een basisloon zal betalen aan ongeveer 2.000 mensen die werkzaam zijn in de cultuursector, en dat gedurende drie jaar. De artiesten worden op een willekeurige basis geselecteerd. Cultuurminister Catherine Martin zei dat de regeling “de weerspiegeling vormt van een erkenning van de intrinsieke waarde van de artistieke praktijk”, en niet als sociale steun mag worden bestempeld. Overigens heeft de huidige Ierse regering zich geëngageerd om gedurende haar ambtsperiode proefprojecten voor een universeel basisinkomen (UBI) op te zetten.
In maart 2020 pleitte de Akademie van Kunsten in Nederland voor een experiment met het basisinkomen: “Voor een proefperiode van drie à vier maanden zou het basisinkomen als noodfonds de onmiddellijke nood van zzp’ers en flexwerkers kunnen opvangen. Bovendien biedt het de mogelijkheid om tot een fundamentele verbetering te komen voor de inrichting van de arbeidsmarkt voor alle werkenden. Waar het om draait is: bestaanszekerheid.”
Meer dan een noodmaatregel
De Akademie van Kunsten organiseerde in juni 2020 een serie van vier webinars over het basisinkomen. De 4 webinars zijn online terug te zien. In augustus 2021 verscheen ‘Ongelijke gedachten over precariteit: radicale, nieuwsgierige, ongemakkelijke, kritische en verstandige visies voor de toekomst’. Met bijdragen van kunstenaars en wetenschappers over een land van vrije, sociaal gelijkwaardige burgers met een streven naar een bruto nationaal geluk voor iedereen. Met perspectieven die kunnen helpen voorkomen “dat we na elke crisis terugvallen op onze oude systemen van productie.” Het basisinkomen wordt in deze publicatie in een breder perspectief geplaatst.
Drie problemen
Interessant is ook het artikel van Robrecht Vanderbeeken, vakbondsverantwoordelijke voor de Vlaamse ABVV-ACOD Cultuur, in juni 2020 over de voors en tegens van het basisinkomen exclusief voor kunstenaars. Hij noemt een drietal problemen, het legitimatieprobleem, het praktische probleem en het ideologisch probleem. Wat dat laatste betreft, merkt hij op: “Het basisinkomen biedt dan wel een oplossing voor het tekort aan cultuursubsidies of voor kunstenaars die niet commercieel willen werken, het is ook een vrijgeleide om het kunstenaarschap niet meer als een beroep te moeten verdedigen. Het biedt een kans om aan deze hele discussie te ontsnappen. Zo wordt het helaas nog moeilijker om te bepleiten dat artiesten een verloning verdienen (en dat ze dat ook moeten vragen). Onbezoldigd werken schept misschien een deugdzaam aura of een return in zichtbaarheid. Maar hoe kan je verwachten dat anderen jouw kunstenaarschap als job serieus nemen en er ook voor willen betalen als je zelf andere signalen uitstuurt?”
Proeftuin
Cor Wijn, adviseur bij Berenschot, publiceert in maart 2021 een artikel waarin hij een vier voostellen doet om de culturele sector te versterken. Een ervan is een proeftuin met het basisinkomen. De creatieve sector is hiervoor bij uitstek geschikt. Het basisinkomen zou ook beter passen bij de sterke voorkeur van de sector voor een lossere leefstijl, “hard werken leidt tot resultaat, is hun overtuiging en dat manifesteert zich vooral in persoonlijke ontwikkeling en afwisselend werk en niet (alleen) in financiële termen.” Hij pleit voor een experiment van vijf of zeven jaar, “met vooraf gedefinieerde succesfactoren op basis waarvan de politiek na afloop kan beslissen of het is geslaagd en of uitbreiding voor een langere periode en naar andere groepen wenselijk is.” (…) “Het basisinkomen voor creatieven kan op ca. 70 procent van de bijstandsuitkering worden gelegd. Lager dan het sociaal minimum, maar de regeling heeft voor de startende ondernemer twee voordelen: hij hoeft niet te solliciteren en bovendien mag het met eigen inkomsten worden aangevuld. “
Beweging in het bestel
De Raad voor Cultuur overhandigde op 1 april jl. de notitie: "Beweging in het bestel - verkenning naar een nieuw advies over het cultuurbestel" aan staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media. De Raad voor Cultuur stelt vast dat er een unieke kans ligt om de culturele en creatieve sector weerbaarder en wendbaarder te maken én gelijktijdig in te zetten op ruimte voor herstel van de sector na corona.
De structurele knelpunten zijn volgens de raad niet alleen op te lossen binnen het bestaande subsidiestelsel, de Culturele basisinfrastructuur (BIS). “Subsidie” ziet de Raad voor Cultuur, “nadrukkelijk niet als het enige beleidsinstrument om tot een weerbaardere en wendbaardere sector te komen. Om de structurele knelpunten aan te pakken wil de raad een visie ontwikkelen op het gehele cultuurbestel in 2035 en een pad uitstippelen over hoe daar te komen.” Het basisinkomen wordt in de notitie echter niet genoemd.
There Will Be Light
There will be light is de naam van het project van kunstenaar en theatermaker Julian Hetzel. Het project bevraagt de precaire economie van hoop. Hetzel geeft, tijdens het Spring festival in Utrecht, 15.000 euro, het equivalent van een basisinkomen, weg aan een willekeurige Utrechter. Het geld, uit eigen culturele fondsenwerving van Studio Julian Hetzel, is ‘een uitnodiging om te ontsnappen aan de wereld van behoeften en in plaats daarvan de wereld van verlangens en mogelijkheden binnen te stappen’. Een panel van ‘alternatieve deskundigen’, bestaande uit daklozen, interviewt gedurende een week de kandidaten en kiest uiteindelijk de gelukkige winnaar. Het publiek kan het gehele proces volgen. “Als we mensen de vrijheid geven om te experimenteren, kan dat voor verandering zorgen. We geven iemand ademruimte. Armoede is nog steeds een groot probleem, maar in Nederland blijft het verborgen. Ook in Utrecht wonen meer mensen op straat dan de meesten van ons denken. Daklozen zeggen vaak dat ze worden genegeerd. We vroegen ons af: kunnen we niet een deel van onze financiering op tafel leggen en zo iemands leven veranderen? We gebruiken geld als artistiek materiaal. Ik vond het een fascinerend idee.”
Stemming
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) peilt in zijn maandelijkse column aan de hand van de actualiteit de stemming in kunst en samenleving. Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.