Wat is de rol van kunst in de openbare ruimte? En welke politieke en maatschappelijke doelen zitten erachter? In zijn Stemming onderzoekt Ton van der Linden deze kunstvorm.
Geschreven door: Ton van der Linden
Mijn favoriete buitenkunstwerk
De covid pandemie heeft ook goede dingen gebracht. Het aantal wandelaars is met 50 procent toegenomen en iedereen ondervond daarvan de voordelen, die verdergaan dan alleen beweegwinst. Aangezien ons jaarlijkse verblijf in het Verenigd Koninkrijk dit jaar niet door kon gaan, heb ik met fiets en te voet mijn onmiddellijke omgeving weer verkend en werd ik aangenaam verrast door een aantal kunstwerken langs de zogenoemde Halve Zolenpadroute. Voor fietsers en wandelaars is het kunstwerk een beetje uit zicht, maar wanneer je met de auto vanuit het Zuiden bij Heusden de Maas passeert, kun je het werk van Jan Goossen niet missen. Zijn ‘Maasbeeld’ uit 1994 bestaat uit 15 roestvrijstalen bollen, gevangen in een rechthoekige constructie. Hij is geplaatst ter gelegenheid van het gereedkomen van de nieuwe Tuibrug, die Heusden verbindt met het Land van Altena.
Publieksverkiezing
Recent dacht ik aan dit beeld, toen ik las over een publiekspoll die KRO-NCRV ('Laten we wat meer naar elkaar omkijken') heeft georganiseerd in een zoektocht naar het favoriete Buitenkunstwerk van Nederland. De uiteindelijke winnaar werd ‘Broden en vissen’ in Breskens, een muurschildering van de in Tilburg opgeleide Johnny Beerens. In 2011 heb ik het beeld van Goossen genomineerd voor de Brabantse Straatkunstprijs. Deze campagne bracht kunst in de openbare ruimte op een zelfde maar meer uitgebreide manier onder de aandacht. Bij die prijsvraag, die werd georganiseerd in onder meer Amsterdam, Groningen en Noord-Brabant, bepaalden de inwoners ook welke kunst in de openbare ruimte de moeite waard is. De uiteindelijke Brabantse winnaar was het kunstwerk Between You and Me van de Bredase kunstenaars Martin en Inge Riebeek.
Nieuwe vormen
De verkiezing van KRO-NCRV komt voort uit de coronatijd, omdat de musea hun deuren moesten sluiten en we binnen geen beeldende kunst konden zien. Dat was ook de motivatie van het Eindhovens Dagblad om de reeks Buitenbeelden te starten. ‘Min of meer verborgen kunst in de regio; tegen gevels, op begraafplaatsen, of verstopt in het bos.’ Journalisten Dieter van den Bergh en Rob Schoonen besloten hun artikelenreeks met een klein maar verontrustend onderzoek naar beelden die uit de openbare ruimte in de regio Eindhoven zijn verdwenen. Slechts een handjevol ligt in de opslag. Andere sculpturen of plastieken zijn weg en niemand weet waar ze zijn.
Kunst in de openbare ruimte, problematisch?
Kunstwerken in de openbare ruimte vergen blijvend aandacht. Met een kunstwerk van Willem Claassen in Biest-Houtakker ging het mis: het verkeerde in een deplorabele toestand. Het kunstwerk is eigendom van de gemeente Hilvarenbeek. Het is een cadeau van de Dienst Landelijk Gebied die als grondbedrijf van de overheid betrokken was bij de herinrichting van het landschap. Brabant Cultureel, die de staat van het kunstwerk meldde bij de gemeente, sprak erover met Kunstloc Brabant adviseur Bas Veldhuizen. Om te levensduur van een kunstwerk te bevorderen, suggereert Veldhuizen een aantal zaken: Onderhoudsplannen, het betrekken van bewoners bij het kunstwerk, de kunstenaar op de hoogte stellen bij problemen, zoals bij de verplaatsing en het documenteren van het werk. En niet elk kunstwerk is permanent bedoeld. Onlangs meldde Brabant Cultureel dat het kunstwerk hersteld is.
Verhoudingen op scherp
Ook bij kunstwerken in de openbare ruimte gaat het om smaak. Het oordeel van gemeenteraadslid Clasien de Regt van Leefbaar Etten-Leur over een werk van Tom Claassen: ‘Ik vind dit geen kunst. Niemand heeft er wat aan. Zo'n betonklont kleien, dat kan een kind uit groep 7 ook.’ BN DeStem ging met haar op pad langs de elf werken die tot nu toe in dat kader van het gemeentelijk beleid ‘Kunst in de wijken’ werden aangekocht en geplaatst. Het bevlogen verweer van kunstenaar Claassen en gemeenteambtenaar Peter de Leeuw zijn wellicht voor dovemans oren bestemd. Maar vaker wordt verspilling van gemeenschapsgeld in de mond genomen. Bas Vermeer van het Brabants Dagblad bracht in april de kosten tussen 2016 en 2020 in beeld van onderhoud en reparaties aan het iconische Tilburgse kunstwerk Het Draaiend Huis van John Körmeling: meer dan 100.000 euro.
Kortom, kunst in de openbare ruimte zet ook de verhouding tussen burger en lokale overheid snel op scherp. Binnenlands Bestuur schreef niet voor niets in augustus een reeks artikelen onder de titel Omstreden Buitenkunst. Maarten Doremalen, kunstcriticus, filosoof en essayist, vindt dit soort ophef eigenlijk wel goed. "Het zorgt voor discussie over kunst en hoe we naar dingen kijken. Ook mensen die misschien nooit naar een museum zullen gaan, worden daar nu mee geconfronteerd."
Alle kanten op met openbare kunst
Er zijn recent ook opmerkelijke berichten verschenen, die aantonen dat het vele kanten op kan met openbare kunst. Zoals het geval van een werk van Florentijn Hofman in Rotterdam, waarbij de gemeente Rotterdam fatale fouten beging bij de opslag, of bij het Utrechtse neonkunstwerk Rebus, in 1991 gemaakt door Korrie Besems, dat werd ‘geadopteerd’ door bewoners die zich ten uiterste inspanden voor het behoud van het werk. Of de vernietiging van een werk van Auke de Vries, volgens hem het resultaat van de privatisering.
Sleutelwerken
Sinds haar oprichting in 1979 plaatste BK-informatie, het vakblad voor beeldend kunstenaars, ruim 1600 advertenties voor kunstopdrachten in de openbare ruimte.In november 2019 konden kunstwerken in de openbare ruimte via de website worden voorgedragen als sleutelwerk. Daarbij ging het om werken die om allerlei redenen van belang kunnen zijn (geweest); omdat een kunstwerk op een nieuwe manier een plek markeerde, omdat een werk veel invloed had op andere kunstenaars. Het is een uniek soort erfgoed, schrijft het blad, ‘kenmerkend voor de Nederlandse omgang met de openbare ruimte en een weergave van politiek-maatschappelijke denkbeelden’. Het blad organiseerde een symposium, waarin door betrokkenen gedebatteerd werd over thema’s die een rol spelen bij kunst in de openbare ruimte. Voorafgaand aan het symposium schreef Kunstloc Brabant adviseur Liesbeth Jans een mooie blog, waarin ze aanstipt dat kunst in de openbare ruimte een vak apart is en hoe de praktijk van bemiddelaar is veranderd.
Creatieve meedenkers
De oproepen van opdrachtgevers (meestal gemeenten) zijn verdwenen uit BK-Informatie. Kunstenaars worden steeds meer ingezet als creatieve meedenkers bij ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken en burgerinitiatieven fungeren steeds vaker als opdrachtgever. Uit het verslag van Minke van Schaik over het symposium blijkt dat er veel werd gesproken over het lot van veel ontwerpen van kunst in de openbare ruimte. Dat ze niet worden gerealiseerd en ergens halfweg op verzet stuiten, waarna ze in de la verdwijnen. Dat verschillende partijen het niet eens worden, de subsidie die wegvalt of de omwonenden die in opstand komen omdat ze liever een parkeerplaats willen (die er dan ook komt). En dan prijs ik mij gelukkig met de Heusdense opdracht aan Jan Goossen, waar beeld, locatie en tijdloosheid samen zijn gekomen.
Stemming
Ton van der Linden (documentalist Kunstloc Brabant) peilt in zijn maandelijkse column aan de hand van de actualiteit de stemming in kunst en samenleving. Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje, vind je in Trends & Ontwikkelingen op Kunstloc Brabant.