Onze adviseur Teun van Irsel brengt als coördinator van ons Impactloket de schade voor de culturele sector in beeld. Emmanuel Naaijkens van Brabant Cultureel bevroeg hem over zijn bevindingen.
Culturele instellingen in Noord-Brabant lijden 15 miljoen euro schade, tot nu toe
Bij Kunstloc Brabant kan iedereen die in de culturele sector werkzaam is opgeven hoeveel schade men lijdt door de coronacrisis. De grote instellingen melden dat ze ongeveer 15 miljoen euro schade hebben geleden. Tot nu toe. Maar dat bedrag loopt snel op. “De zorgen zijn erg groot, er is ook nauwelijks perspectief”, zegt Teun van Irsel, coördinator van het coronaloket.
door Emmanuel Naaijkens
foto: Frank Lammers in de rol van Karl Marx. fotograaf: Simone Michielsen
De provincie Noord-Brabant heeft aan Kunstloc in Tilburg gevraagd om de schade in kaart te brengen die de culturele sector oploopt door de coronacrisis. Instellingen, maar ook individuen, kunnen dat melden bij het Impactloket dat Kunstloc heeft ingesteld. Daar kan men ook terecht voor advies over crisismaatregelen die bedoeld zijn om de sector te ondersteunen. Op verzoek van Brabant Cultureel maakt Teun van Irsel, coördinator van het impactloket, een tussentijdse balans op.
Sinds de start op 16 maart 2020 is ongeveer honderdvijftig keer aangeklopt bij het loket. Dat waren voor een belangrijk deel instellingen die op een of andere manier een subsidierelatie met de overheid hebben. De schade voor de instellingen zoals theaters en musea in Noord-Brabant bedraagt, op basis van de meldingen, naar schatting 15 miljoen euro. En daar is in veel gevallen het verlengen van de beperkende maatregelen nog niet in meegenomen. Bovendien heeft een flink deel van de sector zich nog niet gemeld. Van Irsel vermoedt daarom dat de werkelijke schade veel hoger ligt. “Dit is het topje van de ijsberg.” Jaarlijks haalt de sector 85 miljoen aan eigen inkomsten binnen, onder meer door kaartverkoop. De vrees bestaat dat instellingen nu zodanig in de rode cijfers komen dat ze omvallen.
Verdienmodel
De medewerkers van het loket leggen hun oor ook te luister bij de (middel)grote theaters in Noord-Brabant, en dat stemt weinig hoopgevend. “De anderhalve meter economie is voor hen geen oplossing. Stel dat je de bezoekers in een theaterzaal verdeelt, dan is de bezetting hooguit twintig tot dertig procent van de normale situatie. Daar is absoluut geen levensvatbaar verdienmodel van te maken. Nog los van de vraag of de bezoekers wel komen, omdat ze uit angst voor besmetting thuisblijven”, aldus Van Irsel.
Opvallend is echter het kleine aantal zzp’ers dat zich heeft gemeld, dat zijn veertig tot vijftig. “Over de financiële problemen van zzp’ers en vrije producenten lees je toch veel in de media, maar wij zien dat niet terug in onze cijfers”, zegt Teun van Irsel. In Brabant zijn er, zo blijkt uit het rapport Waarde van Cultuur uit 2018, zo’n vijftienduizend zzp’ers en kleine ondernemers in de culturele sector in brede zin. Wordt de selectie beperkt tot de sector kunst en cultuur in strikte zin, dan zijn het er altijd nog 7.500.
Zzp’ers
Het is gissen naar waarom deze omvangrijke groep van eenlingen de weg naar het impactloket (nog) niet heeft gevonden. Het kan niet alleen de onbekendheid zijn. “Misschien heeft het ermee te maken dat wij geen uitkeringen verstrekken of financiële steun verlenen, maar ons beperken tot het geven van advies”, aldus Van Irsel. En dat advies kan zzp’ers op weg helpen, want de regelingen zijn juist voor hen ingewikkeld. Dat heeft er onder meer mee te maken dat veel zzp’ers er een ‘hybride praktijk’ op na houden.
Van Irsel noemt het voorbeeld van de professionele dirigent die in de amateurkunst voor een paar uur in de week een harmonie dirigeert, maar daarnaast les geeft aan een muziekschool en zo nu en dan ook als muzikant optreedt. Die verschillende labels passen niet binnen de financiële ondersteuningsregelingen. Daardoor vist de culturele aanvrager achter het net.
Verloning
En dan zijn er nog de zogeheten verloningsbedrijven. Zzp’ers die geen zin hebben in allerlei administratief gedoe zoals btw-aangifte – en dat zijn er nogal wat in de culturele sector – besteden dat werk uit aan een bureau. Dat heet in vaktermen ‘verlonen’. In die constructie komt de zzp’er op papier in dienst van het verloningsbedrijf, met als voordeel dat de zzp’er een ww-uitkering kan aanvragen als het even tegenzit met de opdrachten. Maar nu blijkt dat ook een nadeel. De zzp’er bij een verloningsbedrijf kan geen beroep op financiële steunmaatregelen die bedoeld zijn voor ondernemers. Want de ‘verlonings-zzp’er’ is immers een werknemer en geen ondernemer.
Een ander probleem dat zich aandient is dat organisaties van evenementen zoals festivals, zich volgend jaar niet meer kunnen verzekeren tegen de gevolgen van een pandemie. Het risico wordt te groot voor verzekeringsmaatschappijen. “Als je een festival gaat organiseren moet je voorinvesteringen gaan doen. Maar wie kan dat nog doen als je het risico loopt dat het festival wordt afgelast en er geen verzekering is die de schade vergoedt?”